Person:Pieter van Dam (5)

Mr. Pieter van Dam
m. 31 Dec 1620
  1. Mr. Pieter van Dam1621 - 1706
m. 3 Apr 1648
  1. Adriana van Dam1648 - 1711
  2. Elisabeth van Dam1650 - 1672
  3. Willem van Dam1652 - 1713
  4. Bartholomeus van Dam1656 - 1657
  5. Johanna van Dam1658 - 1659
  6. Johanna van Dam1660 - 1660
  7. Bartha Johanna van Dam1662 - 1747
m. 26 Oct 1668
Facts and Events
Name[1][5] Mr. Pieter van Dam
Gender Male
Birth[1][7] 8 Oct 1621 Amersfoort, Utrecht, Netherlands
Christening[7]
Education[2][3] 1644 Leiden, Zuid-Holland, NetherlandsPromotie in de Rechten
Occupation[1][2][3] 1644 Advocaat bij het Hof van Holland
Marriage Banns 16 Feb 1648 's-Gravenhage, Zuid-Holland, NetherlandsNG
to Lidia Bartholomeusdr. van Segwaert
Marriage 3 Apr 1648 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Netherlandsto Lidia Bartholomeusdr. van Segwaert
Occupation[1][2][3][6] From 5 Aug 1652 to 1688 bewindhebber VOC (wegens Utrecht)
Occupation[4] 18 Sep 1652 Amsterdam, Noord-Holland, NetherlandsEerste Advocaat bij de VOC
Marriage 26 Oct 1668 Amsterdam, Noord-Holland, Netherlandsto Anna Nicolaesdr. Hasselaer
Death[1] 17 May 1706 Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Burial[1][3][5] 22 May 1706 Amsterdam, Noord-Holland, NetherlandsOude Kerk
References
  1. 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Genealogie Van Dam Van Isselt in Nederlands Patriciaat 26.
  2. 2.0 2.1 2.2 [[1]], in NL Wikipedia.

    "van Dam (Amersfoort, 8 oktober 1621 - Amsterdam, 17 mei 1706) was een advocaat van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en secretaris van de Heren XVII. Hij was de zoon van Willem van Dam, een remonstrant die in 1618, samen met zijn broer Peter, uitweek naar Holstein en daar Friedrichstadt aan de Eider stichtte.[1] Zijn moeder stierf kort na zijn geboorte. Hij promoveerde in 1644 in Leiden in de rechten en werd vervolgens toegelaten als advocaat bij het Hof van Holland. In 1649 of 1652 [1] kreeg hij een functie bij de VOC. Hij trouwde met Lydia van Segwaert uit Dordrecht. Zij stierf in 1663 in Utrecht. In 1666 hertrouwde hij met Anna Hasselaer, de dochter van Nicolaes Hasselaer uit de Spinhuissteeg. Hij woonde zelf toen op de Oudezijds Achterburgwal.
    Zijn zoon Willem assisteerde hem vanaf 1673. In 1688 vroeg hij zijn ontslag. In opdracht van de bewindhebbers, de Heren XVII schreef hij een geschiedenis van de VOC, waarmee hij in 1693 begon en die hij in 1701 voltooide. Het werk Beschryvinge van de Oostindische Compagnie, uitgegeven door F.W. Stapel en C.W.Th. baron van Boetzelaer van Asperen en Dubbeldam, bestaat uit acht delen en is online te raadplegen.[2]
    Van Dam vertelde dat in de factorij te Hooghly (Bengalen) des nachts bij maanlicht zoveel smokkelwaar (amphioen) tussen de Compagniespakhuizen en particuliere woningen getransporteerd werd, dat men zich bij louter particuliere kooplieden waande.[bron?]
    Van Dam vatte de bezwaren samen van de gereformeerde kerk in de Republiek tegen het beleid van de Compagnie in kerkelijke zaken. Onder andere zou te Batavia en elders concubinaat en polygamie zeer gangbaar zijn en zouden huwelijken verboden worden. De Compagnie reageerde vrij laconiek op deze beschuldigingen. Zij wees er op dat bij de statuten van Batavia concubinaat en polygamie verboden waren.[3]"

  3. 3.0 3.1 3.2 3.3 Biografie Pieter van dam, in Molhuysen, P. C (Philip Christiaan), and P. J. (Petrus Johannes) Blok. Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. (Leiden: A.W. Sijthoff, 1911-1937).

    DAM (Mr. Pieter van), geb. te Amersfoort 8 Oct. 1621, overl. te Amsterdam 17 Mei 1706 en aldaar begr. in de Oude Kerk (graf nog aanwezig), zoon van mr. Willem van Dam (1), en van diens eerste vrouw, Elysabet Poeyt van Overrijne (kol. 682). Hij promoveerde 1644 te Leiden, werd eerst advocaat voor den Hove van Holland (1644), in 1651 advocaat voor het Hof van Utrecht, hoewel hij sedert 1648 (of eerder) te Amsterdam woonachtig was. Hij werd hier advocaat van de O.I. Compagnie; 17 Juli 1652, na vele moeilijkheden over zijn benoeming, aangesteld tot buiten-bewindhebber der O.I. Compie. ter Kamer Amsterdam voor de provincie Utrecht, doch reeds 18 Sept. d.a.v. benoemd tot advocaat (d.w. eigenlijk secretaris) der O.I. Compie., welke functie hij tot zijn dood, d.i. gedurende bijna 54 jaar, ‘met de grootste reputatie en lof, en met alle eer en trouwe’ heeft bekleed. Hij was als advocaat tevens secretaris van de vergadering van H.H. Zeventienen, die het centraal bestuur der Compagnie vormden. Bij resolutie van dit college, d.d. 13 Mei 1676, werd hij bevorderd tot eersten advocaat der Comp., zijn zoon, Mr. Willem van Dam, die hem reeds sedert 15 Mei 1673 had bijgestaan, tot tweeden advocaat. Mr. P.v.D. vroeg 27 Nov. 1688 wegens hoogen leeftijd zijn ontslag als advocaatderCompie. Op de ‘gereitereerde instantiën van H.H. Zeventienen en nog nader gebruykte persuasiën met betuyginge hoe gantsch aengenaem het de vergadering soude wesen, by aldien hij zig tot de voorsz. continuatie soude konnen laten disponeren’, bleef v.D. aan. Bij res. van H.H. Zeventienen d.d. 9 Juli 1693 werd hem opgedragen een ‘pertinente en naeukeurige beschryving te maken van de constitutie, regering en handel der Compagnie, van haer begin en geboorte af’. v.D., die van den dagelijkschen arbeid der Compie. ontheven werd, werkte bijna 8 jaar aan de hem opgedragen taak. 10 Mrt. 1701 diende hij, bijna 80 jaar oud, zijn lijvigen arbeid in aan H.H. Zeventienen, wien de beschrijving ‘bysonder aengenaem en gevallig’ was. Dit werk, 8 deelen tellende van gemiddeld 500 bladen (benevens 2 deelen met inhoud en register) bestaat nog en berust (één verloren geraakt deel uitgezonderd) op het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage. Hij is tweemaal gehuwd geweest: 1o. 3 Mrt. 1648 met Lydia van Segwaert (overl. 25 Oct. 1663 te Utrecht), dr. van Mr. Bartholomeus en van Adriana van Crayesteyn; 2o. 26 Oct. 1666 met Anna Hasselaer (overl. 19 Jan. 1689 te Amsterdam), dr. van Nicolaes en van Sara Wolphaerts van Diemen. Uit zijn eerste huwelijk o.m. zijn (kol. 683) genoemde zoon, Mr. Willem v.D. (2); uit zijn tweede huwelijk geen kinderen.
    Zie: Nijhoff's Bijdragen, 4 R. V, 275 vlg. (met vermelding van alle bronnen).
    van Dam van Isselt

  4. Advocaten van de VOC, in De VOC site
    [[2]], gevonden 2015.

    De Advocaat, de vaste secretaris van de Heren XVII, behandelde de post, stelde resoluties van de Heren XVII op en nam deel aan hun vergaderingen. Omdat hij vaak jarenlang in deze functie in dienst bleef, in tegenstelling tot de Heren XVII zelf, was hij een belangrijke schakel in de organisatie. De functie advocaat werd in 1614 ingesteld. Oorspronkelijk had de VOC slechts één advocaat, maar doordat het werk toenam werd er rond 1675 een tweede advocaat aangesteld en later ook een adjunct-advocaat.
    Pieter van Dam: eerste advocaat van 18 sep 1652 tot zijn dood [andere bron vermeldt echter dat hij zelf ontslag nam...].

  5. 5.0 5.1 Begraven, in Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands. Doop-, Trouw- en Begraafboeken
    NG Oude Kerk, 1706.

    ingeschrevene:[van] Dam, Pieter
    datum begrafenis:22-05-1706
    begraafplaats:Oude Kerk
    bronverwijzing:DTB 1048, p.39vo en p.40

  6. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701:
    [[3]]

    Dit is de digitale versie van de zeven delen uit de Rijks Geschiedkundige Publicatiën van de serie Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701.
  7. 7.0 7.1 De doop is niet vindbaar in Amersfoort.
    In 1618 heeft zijn vader als remonstrant de wijk genomen uit de Republiek naar Friedrichstadt. Het is logisch de doop (en geboorte!) in Friedrichstadt te plaatsen.