ViewsWatchersBrowse |
Family tree▼ (edit)
m. 8 Jun 1788
(edit)
m. 19 May 1813
Facts and Events
[Gert.ged] Pope wordt door de moeder ten doop gehouden omdat zijn vader niet gedoopt is. Pope Jans nam op 16 december 1811 de naam Hiemstra als familienaam aan. Hij koos deze naam omdat hij op het Hooghiem onder Engwierum had gewoond. Hij ondertekende niet omdat hij niet kon schrijven. In het bevolkingsregister van 1829 wordt vermeld dat Reinder Freerks Dijkstra, de vader van Gertje, bij de familie inwoonde; hij was 64 jaren oud, geboren te Ee, weduwnaar en arbeider van beroep. Het gezin woonde toen op nummer 15. Reinder overlijdt in 1831, Pope krijgt van de armvoogdij van Ee 16 weken kostgeld voor zijn schoonvader vergoed, een bedrag van 24 guldens. De armvoogdij betaalt de begrafeniskosten eveneens: "Jan Zijlstra betaald voor 5 doodkisten voor de lijken van Reinder Freerks, Grietje Idzes, Jan Lipkes vrouw, M.T. van der Meulen en Jakob Wiltjes. Ieder ter somma van f 5,85 dus te zamen: f 29,00." De doodgraver L. Jansma ontving f 1,30 "wegens het begraven van het lijk van Reinder Freerks." In het bevolkingsregister van 1839 wordt genoteerd dat Pope in huis nummer 19 woont met als inwonende kinderen: Reinder, 9 jaren oud; Reinno 18 jaren oud; Freerkje 13 jaren oud en Geertje Jans Tibstra, 57 jaren oud, geboren te Engwierum, arbeidster. Dit was Pope zijn halfzuster, ze komt in de boeken voor als Gertje, Gerritje en Geertje. Waarschijnlijk heeft zij bij haar broer als huishoudster gediend na het overlijden van haar schoonzuster Gertje Dijkstra in het jaar daarvoor. In 1849 komt Pope voor op huisnummer 47b met een verwijzing naar pagina 94 van het bevolkingsregister. Daar blijkt hij te zijn ingeschreven in het armhuis van Ee. In 1850 betaalde de armvoogdij hem zeven keer een weekgeld van f 0,50 wat neerkwam op een bedrag van f 3,50. In 1953 is hij in het armhuis overleden. De armvoogdij betaalde zijn doodskist, deze koste circa f 3,85. Voor de begrafenis betaalden zij de doodgraver f 1,30. Vermeld kan worden dat het armhuis meestal ook een ziekenzaaltje had. Vermoedelijk was hij ziek en is daarom in het armhuis ondergebracht. In 1847 woedde de aardappelziekte in Nederland, dat betekende in Friesland een aanslag op de kassen der armvoogdij. Ruim 33 procent leefde in genoemde jaar in Oostdongeradeel van de bedeling. |