Person:Aafke Andries (1)

Het is goed mogelijk dat Aafke in Oudwoude geboren is en te Westergeest gedoopt omdat dit kerkelijk een gemeente vormt.

In de kasboeken van de Engwierumer armvoogdij wordt Aafkes naam na het overlijden van haar man jaarlijks vermeld. Bijvoorbeeld in 1816: betaald aan Johannis Louws wegens een jaar kostgeld voor Aafke Andries: 19 gulden; aan Sjolle Markus Wieringa wegens kleedagie 3 guldens en 12 penningen; aan H.D. Santman wegens weef- en trilloon: 2 guldens, 9 stuivers en 8 pennningen.

In 1817 volgt een vergelijkbare vermelding, ze krijgt dan tevens een paar muilen voor 1 gulden en 12 stuivers.

In 1819 bedraagt het kostgeld betaald aan Johannes Louws 33 guldens.

In 1920 is zij verhuisd naar de omgeving van Oudwoude/Westergeest, het kostgeld wordt dan vergoed aan P.J. Zijlstra onder Westergeest en bedraagt voor een heel jaar 66 guldens. Tevens wordt aan H. Blom 2 guldens en 8 stuivers voor een nieuw hemd betaald.

De daaraan volgende jaren wordt zij steeds onderhouden en zijn er wat wisselende onkosten voor kleding, reparatie van schoeisel e.d.

Als zij in 1826 komt te overlijden, zijn die kosten ook voor de armvoogden van Engwierum: 2 guldens voor een doodkist ijzerwerk tot het lijk van Aafke Andries te betalen aan P.D. Smedinga; 12 gulden 25 cents voor een doodkist tot het lijk van Aafke Andries, te betalen aan Iebele Vaatstra. En dan in 1827 tenslotte nog 1 gulden 25, voor een rotting (=tijdsduur dat het graf beschikbaar bleef) tot het lijk van Aafke Andries.

1. ↑ Overlijden, in Kollumerland en Nieuwkruisland, Friesland, Netherlands. Burgerlijke Stand
   Akte 37, 1826.