Person:Frederik van Egmont van Meerestein (1)

Watchers
Frederik van Egmont van Meerestein
b.1543
d.1576
Facts and Events
Name[1][2] Frederik van Egmont van Meerestein
Gender Male
Birth[2] 1543
Marriage to Hectoria van Hoxwier
Death? 1576
References
  1. genealogie Van Egmont van Meerestein, in Leth, Hendrik de and Matthaeus Brouërius van Nidek. Het Zegenpralend Kennemerland, vertoond in 100 heerlijke gezichten. (Amsterdam: Jan Roman)
    14, 1732.

    FREDERIK vAN EGMoNT vAN MEERFSTEIN, die in 't jaer 1566 mede onder de verbonde Edelen was, welke 't beruchte verzoekschrift aen de Hertoginne van Parma te Brussel overgegeven hebben, hadde te vrouwe Hectoria van Hoxwier, dochter des heeren Hector van Hoxwier, president in den Hove van Utrecht, stierf 1576, en liet by gemelde zyne vrouwe, die naderhant trouwde met Louf van der Haer te Utrecht, en 1615 overleet, out zynde 72 jaren, na 1. Jan, die volgt, 2. Lucia

  2. 2.0 2.1 mini biografie, in Aa, Abraham Jacobus Van der. Biografisch Woordenboek der Nederlanden
    deel V.

    EGMOND VAN MERENSTEIN (Frederik van) werd in 1543 geboren en was de zoon van Jan van Egmond van Merenstein en Amelia van Grombach; hij werd door Alva in 1568 gebannen en zijne goederen verbeurd verklaard, ofschoon ook hij in 1567 was gedagvaard en gecompareerd tot aflegging van den gerequireerden eed van trouw aan den koning van Spanje. Hij woonde in de Beverwijk op het huis te Merenstein, teekende het verbond der Edelen, en weigerde, daartoe door eenige afgezondenen verzocht, daarvan af te gaan, betuigende in die verbindtenis te willen leven en sterven. De sententie over hem uitgesproken bevatte voorts tegen hem de volgende beschuldigingen: dat hij zich onbeschoftelijk in het Regulieren klooster te Haarlem had opgehouden gedurende drie maanden op kosten van het klooster, en het niet verlaten had dan om voor anderen plaats te maken; dat hij een groot begunstiger der ketters geweest was, en aanleiding had gegeven tot het prediken op het huis te Kleef, tusschen Amsterdam en Haarlem; dat hij predikanten gehuisvest had en tegenwoordig was geweest bij het mishandelen van een geestelijk persoon te 's Hage; eindelijk dat hij zich had laten gebruiken om de Friesche Edelen tot het verbond over te halen.
    's Mans verdere lotgevallen zijn onbekend; hij was gehuwd met Hectoria van Hoexvier, bij wie hij twee kinderen verwekte; Jan, die in 1599 ongehuwd overleed op de vloot van den Admiraal Pieter van der Does, en Lucia, die gehuwd was met Mr. Hugo Ruysch, Raad in den Hove van Holland, en in 1596 overleed. Frederik zelf overleed in 1615.
    Zie Marcus, Sent. van den Hert. van Alva, bl. 61; van Leeuwen, Bat. Illustr. bl. 957; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VI. bl. 126, 166. Kok, Vaderl. Woordenb. D. XIII. bl. 207; Te Water, Verb. der Edel. D. I. bl. 95-98, D. II. bl. 370, 371; D'Yvoy van Mijdrecht en Beeldsnijder, Verb. en Smeekschr. der Nederl. Edel. bl. 69, in welk werkje op plaat 2 No. 78 het facsimilé van zijne handteekening gevonden wordt.