In 1698 werd op Brantsma State een nieuw woonhuis met een vlaamse gevel gebouwd. Eigenaar was Christiaan de Hertoghe, secretaris van Menaldumadeel. Van dit pand is een tekening door J. Stellingwerf uit 1722 in het Fries museum bewaard gebeleven.
Omstreeks 1725 is het pand door Hermanus Huber en zijn vrouw Elizabeth Huber-de Hertoghe, onder architectuur van Wijbe Saagman drastisch verbouwd, c.q. vernieuwd. Het snijwerk en beeldhouwwerk, zoals de schoorsteenboezem in de zaal en de zandstenen bekroning met alliantiewapen op de vlaamse gevel, werd vervaardigd door de beeldhouwer Jacob Sydses Bruinsma en zijn oom Storm.
Bij deze verbouwing zijn zeker de gevels en waarschijnlijk veel van het interieur vernieuwd. De vensters bestonden uit schuiframen met kleine ruitjes, gescheiden door een kalf. Een dergelijk venster is nog in de zijgevel herkenbaar.
Kort voor 1749 kreeg het huis de naam Schatzenburg.
Rond 1780 werd door Johannes Lambertus Huber, een der leiders der patriotten, het huis gemoderniseerd. De voorgevel werd hierbij o.a. van de thans nog aanwezige ramen voorzien. Mogelijk dateert ook de kroonlijst uit deze tijd.
In 1787 moest J. L. Huber de wijk nemen naar Frankrijk. Het huis werd door de Staat verbeurd verklaard en kwam in 1790 in handen van Cornelis Martinus Haersma te Wijkel.