User:Bronquest/Genealogie Jacquemin Houltay

Watchers

Contents

Herkomst van de naam Ultee

Het Meertens Instituut heeft in het verleden onderzoek gedaan naar de herkomst en verspreiding van familienamen.

In 2007 telt het instituut 334 dragers van de naam Ultee (waarvan 13 met Ultée). In 1947 waren dat er 252. We vinden de naamdragers verdeeld over het land, met een duidelijke concentratie in Midden-Nederland (Utrecht, Woerden, de Ronde Venen). Het instituut heeft geen analyse en verklaring van de naam. Het vermoedt een Franse achtergrond, met mogelijke oorsprong in namen als Hulet, Huegele, Huwelets, Huelet. In 1947 signaleerde het instituut ook nog de naam Oltee.

Rob van Drie (directeur van het CBG) houd het er in zijn blogs over namen in Woerden op dat de naam een verbastering is van de Franstalige familienaam Houltay, die mogelijk ontleend is aan de naam van het Waalse gehucht Houlteau, bij Verviers. Hij volgt daarmee de verklaring van oorsprong van Rudi Ultee. Het is in ieder geval de best onderbouwde die we hebben en als we ons daarbij aansluiten bevinden we ons in ieder geval in goed gezelschap.

Veel mensen denken nog altijd dat achternamen pas zijn ingevoerd door Napoleon met de Burgerlijke Stand. Dit is pertinent onjuist. Al in de 16e eeuw hebben de kerken de afspraak gemaakt om achternamen te gaan gebruiken bij het bijhouden van doop-, trouw- en lidmatenboeken. Vooral de steden waren te groot geworden om nog met voornamen en patroniemen uit te kunnen maken wie wie was. Het stond mensen wel vrij zelf een achternaam te kiezen en deze eventueel te veranderen. Bovendien was de schrijfwijze niet gestandaardiseerd. Of Hendrik gespeld werd als Henrik of als Heijndrick was afhankelijk van de pastoor of dominee die het opschreef.

Voordat de naam Ultee in de 18e eeuw standaardiseerde tot de spelling zoals we die nu kennen, zien we dus veel schrijfwijzen en varianten: Houltaij, Houltei, Huldin, Houlté, Hulte, Hulde, Ulté. Aan die standaardisering heeft waarschijnlijk sterk bijgedragen dat er in die periode twee generaties lang slechts één naamdrager is die zijn naam aan een nieuwe stamhouder kan doorgeven. Bovendien is dat ook nog eens een notabele (samen met zijn broer), wat de dominantie van schrijfwijze nog eens extra versterkt zal hebben. Met de invoering van de burgerlijke stand in 1812 werd deze spellingswijze als het ware bevroren: Ultee.


Jacquemin Houltay, geloofsvluchteling in de Palts

Van Jacquemin kennen we geen DTBL gegevens. In 1636 wordt zijn vrouw Eli vermeldt in Utrecht als weduwe van Jacquemin Houlté, gekomen van "Outreberg" of Otterberg. De DTBL van Otterberg beginnen echter pas na 1650. De kinderen van Jacquemin en Eli zijn waarschijnlijk geboren in Otterberg, maar we kennen van hen geen doopgegevens, zoals we ook geen (onder)trouw gegevens kennen voor Jacquemin en Eli.

Rudi Ultee heeft toch de nodige informatie uit de archieven van Otterberg kunnen persen:

  • In Schatzungsregister van Otterberg van ca 1600 op blz 146 is een Jacquemin Houlteau genoemd;
  • In Schatzungsliste van Otterberg van 1611 Jacob Hulde (verduitst?) met een kapitaal van 100 gulden, in de 10de Rotte;
  • In zakenboek (1616-1662) Ottenberger koopman Jean Pourvoyeur (geb 1593 in Frankenthal), vermeldt dat al vanaf 1600 "la place du logis Jacquemin Houltay" is;
  • Register der Zinsen in der Pflegerei Otterberg, 1631: een Jacob Hulti, Jacob Huldin, Jacob Hultei.

Rudi Ultee heeft geen harde gegevens gevonden over de herkomst van Jacquemin. Hij heeft wel een vermoeden: Jacquemin zou afkomstig zijn uit het gehucht Houlteau in de regio Verviers-Luik. Een vermoeden dat erg aannemelijk lijkt als we kijken naar de bijzondere plek die die Otterberg inneemt in de geschiedenis voor Waals gereformeerden.

Otterberg is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, in de 12e eeuw gegroeid rond een abdij. In 1556 kwam de Reformatie ook hier voet aan de grond. In 1559 werden de nog aanwezige monniken gevraagd zich te bekeren. In 1561 vertrok de laatste Abt Wendelin Merbot. In 1564 werden de poorten van de abdij en de stad geopend. In 1579 nodigde de Pfalzgraf Johann Casimir geloofsvluchtelingen uit de Spaanse Nederlanden uit om zich in Otterberg te vestigen. Vooral vanuit Wallonië hebben geloofsvluchtelingen naar Otterberg de wijk genomen. Ze gebruikten de stenen van de abdij om hun huizen te bouwen. In 1581 kreeg de plaats stadsrechten van de Pfalzgraf Johann Casimir.

Volgens een Otterbergse stadsgeschiedenis bestond rond 1600 36% van de bevolking uit geloofsvluchtelingen uit Wallonie, waarvan de meesten uit de omgeving van Luik en Verviers kwamen. Tsja, als dan Jacquemin Houlteau genoemd wordt in een schatzungsregister (belastingkohier) en er is een gehucht Houlteau in de regio Verviers-Luik...

Het ligt voor de hand, maar het is pas zeker als er een document gevonden wordt dat dit bevestigt. Ondertussen moeten we ook open blijven staan voor andere mogelijkheden.

Wanneer Jacquemin is overleden weten we ook niet. De regio rond Otterberg wordt sterk getroffen door de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). In 1635 wordt de plaats bezet door de Spanjaarden. De geloofsvluchtelingen uit Wallonië en elders nemen weer de wijk. Zo komt de familie in 1636 aan in Utrecht. Ergens tussen de laatste vermelding in de annalen van Otterberg in 1631 en 1636 is Jacquemin overleden.


VANAF HIER UNDER CONSTRUCTION

De kinderen van Jacquemin en Eli in de Nederlanden

De kinderen van Jacquemin en Eli zijn jong-volwassen als zij met hun moeder in Utrecht aankomen. Colijn trok rond 1635-1636 naar Utrecht, waar zij in 1636 van de stad 8 stuivers per week krijgt als 'pauvre ordinaire' en in 1656 als lidmaat wordt ingeschreven. Haar kleinzoon Hendrik Aernouts Hulte(n) (Utrecht 1655- Montfoort 1719/1720) trouwt in 1684 te Amsterdam (als Hendrik Hulte lakenwerker uit Utrecht, ) met Trijntje Meertens Nagtegaal. Na een verblijf van enkele jaren in Abcoude vestigen zij zich in Montfoort. Dat gebeurt op verzoek van het stadsbestuur, dat de plaatselijke lakennijverheid een impuls wil geven door een aantal drapiers naar Montfoort te halen. Hendrik krijgt een vestigingspremie van 25 gulden en daarnaast een vergoeding voor de verhuiskosten. In 1698 worden 'Hendrik Hulten' en 'Trijntje Meertens' ingeschreven in het lidmatenregister van de gereformeerde kerk van Montfoort.

Jacquemij

Barbe

Notabelen in Montfoort en Woerden

Henric wordt op 16 december 1655 te Utrecht gedoopt en treedt in 1684 in het huwelijk met Trijntje Martens. Dit huwelijk vindt plaats in Amsterdam, de woonplaats van Trijntje.

Henric beoefent op dat moment het beroep uit van lakenmaker. Tijdens de Amsterdamse periode worden er drie kinderen gedoopt en wel op:

   8 februari 1685 - Aernout
   12 december 1686 - Marritie
   27 juli 1689 - Marietie

We kunnen aannemen dat het tweede kind (Marritie) snel overleden is. In deze tijd krijgt een pas geboren kind namelijk dikwijls dezelfde naam als het daarvoor geboren kind inmiddels overleden is.

Dan vertrekt Henric met zijn gezin naar Abcoude. Op 20 oktober 1690 wordt hij als lidmaat van de Gereformeerde Kerk ingeschreven. Hendrik Aernouts, zoals dan zijn naam is, wordt opnieuw vermeld als lakenmaker en in de periode die zij in Abcoude doorbrengen (1690-1697) worden er opnieuw drie kinderen gedoopt. Namelijk op:

   29 maart 1691 - Catharina
   23 september 1694 - Johannes
   30 augustus 1696 - Beatrix

Vervolgens vertrekt het gezin, vader, moeder en vijf kinderen, naar Montfoort.

Twee van hun zoons, Aarnoldus Ultee en Johannes Ultee, hebben in 1727 samen in Montfoort een handel in kokosnoten en kokosnootknopen. Aarnoldus gaat het in Montfoort financieel en maatschappelijk voor de wind. Hij zet er de handel in kokosnoten, kokosnootkopen en ook benen knopen voort en brengt het tot schepen, raad in de vroedschap, en burgemeester van Montoort. Van zijn jongere broer Johannes stammen de Woerdense Ultee's af. Deze vestigt zich tussen 1729 en 1732 in Woerden. In materieel opzicht gaat het aanvankelijk goed met hem. In 1759 bezit Johannes twee huizen in de Hofstraat en twee huisjes en een tuin in de Spekstraat. Bij zijn overlijden in 1766 verwerpen zijn echtgenote Claasje ter Rogge en zijn enige kind Hendrik Ultee de nalatenschap, waarschijnlijk in verband met de schulden.



Familie Ultee in Woerden

Tak 1: wetenschappers en emigranten

Tak 2: Slagers, Rooms-Katholiek

Tak3: Slagers, Nederlands-Hervormd