Person:Pieter Hamming (1)

Browse
Pieter Jan Hamming
b.14 Jun 1691
d.May 1733
m. 1682
  1. Trijntien Hamming1685 -
  2. Grietien Hamming1687 -
  3. Jacob Munninck1689 - 1765
  4. Pieter Jan Hamming1691 - 1733
m. 16 Aug 1716
  1. Arent Hamming1722 -
  2. Sibrandt Hamming1723 -
  3. Sibrig Hamming1726 -
  4. Ite Pieters Hamming1727 - Bet 1783 & 1784
  5. Sibrighjen Hamming1729 - Bef 1764
  6. Geeske HammingAft 1730 - Bet 1755 & 1758
  7. Sibrant Hamming1731 -
  8. Sibrant Hamming1732 -
Facts and Events
Name Pieter Jan Hamming
Gender Male
Birth? 14 Jun 1691
Marriage 16 Aug 1716 to Grietje Sybrants
Death? May 1733

Op 15 januari 1719 heeft de gesworen Johan Elama aan Pieter Hammingh en Grietien Sybrants echtelieden in waren eigendom overgedragen 30 grazen land onder Oostwolt an de Monnekedijk, dat meijerwijse wordt gebruikt door Jacob Jans. Koopprijs 1250 caroliguldens. In verband hiermee zal Pieter waarschijnlijk 750 guldens geleend hebben.

Pieter Hamming heeft de boerderij Hammingsheerd laten bouwen aan de Monneke- of Westerdijk onder Oostwold, op de hoek van de weg naar Oostwold. (De Kerklaan.)

Dit bleek uit de gevelsteen in de zijmuur waarop stond: P.H. 1725 G.S.

In 1752 blijken er bij de boerderij 100 1/2 grazen land te behoren.

Blijkens handtekeningen in het kerkeraadsboek was Pieter armenvoogd (diaken) te Oostwold.

Blijkens het regeringsboek van Stad en Lande was hij in 1731 rekenmeester, dat wil zeggen lid van de provinciale rekenkamer die zes leden telde: drie voor de stad en drie voor het land.

Over de Hammingsheerd nog het volgende: het blijkt vanouds een edele heerd te

zijn, dat wil zeggen dat er heerlijke rechten aan verbonden zijn. Dat zijn in

het algemeen redger-, zijl- en collatierechten. Het redgerrecht betrof de rechtspraak en werd bij toerbeurt waargenomen, telkens voor een jaar. Het zijlrecht betrof het waterschap en rouleerde eveneens. Het collatierecht hield het

stemrecht in voor pastoor en koster. (predikant en schoolmeester.) In het Westerkwartier sprak men van buurrecht; dit betrof de laagste vorm van rechtspraak, voor zwaardere gevallen kwam men bij de grietman terecht.

De eigenaar-bewoner van zo'n edele heerd was een eigenerfde boer, uit de kring der eigenerfde is ten dele de Ommelander adel opgekomen. Geleidelijk aan zijn

de heerlijke rechten van de heerden gescheiden en in handen geraakt van de adel of van de burgers uit de stad. Het laatste is ook met de Hammingsheerd gebeurd.

De laatste eigenerfde op deze boerderij was Pieter Hamming. Als zodanig kon hij op de Ommelander Landsdag verschijnen en vandaar weer afgevaardigd worden als

gedeputeerde in de Staten van Stad en Lande.

In 1752 moest de heerd verkocht worden, in 1753 heeft zoon Ite alleen het recht van beklemming teruggekocht, oud-burgemeester Geertsema behield als eigenaar de heerlijke rechten. Het recht van beklemming is het erfelijk recht om tegen een vaste huur land te gebruiken. De vaste huur bedraagt gewoonlijk ongeveer 8

guldens per hektare, dat is de oorspronkelijke huurwaarde van het land. De behuizing is eigendom van de meier of huurder, onder deze behuizing werd het land "beklemd". (Gen. Hamming.)