Person:Pibo Van Doma (1)

Pibo Van Doma
b.9 May 1614
d.12 Feb 1675
m. 2 Feb 1600
  1. Wijtscke van Doma
  2. Dirck Theodorus Fogelsangh1600 - 1663
  3. Claes van Doma1606 - 1619
  4. Gerrit Van Doma1611 - 1628
  5. Pibo Van Doma1614 - 1675
m. 1637
  1. Catharina Doma - Bet 1698 & 1718
  2. Keijmpe Tadema Van Doma1638 - 1670
  3. Keijmpe Tadema van Doma1638 - 1670
m. 14 Jan 1655
m. 23 Oct 1666
Facts and Events
Name Pibo Van Doma
Gender Male
Birth? 9 May 1614
Marriage 1637 Franeker, Franekeradeel, Friesland, Netherlandsto Doedtje Tadema
Marriage 14 Jan 1655 Cornjum, Leeuwarderadeel, Friesland, Netherlandsto Joostje Van Aysma
Marriage Banns Wirdum, Loppersum, Groningen, Netherlandsto Teth Van Jeltinga
Marriage 23 Oct 1666 Wirdum, Loppersum, Groningen, Netherlandsto Teth Van Jeltinga
Occupation? landsadvokaat
Death? 12 Feb 1675
Burial? Kollum, Kollumerland C.A., Friesland, Netherlands

over hem en zijn betrekking met Willem Frederik - Fries stadhouder is uitveorig geschreven in het Beaken. Hij ging als huwelijksmakelaar naar Den Haag en hield daar een rede voor Amalia van Solms om haar te laten toestemmen in een huwelijk tussen Albertine Agnes en Willem Frederik. Na afloop werd hij gecomplimenteerd voor zijn welsprekendheid. Hij stond dus op goede voet met de stadhouder.

Later werd hij echter geroyeerd als landsadvocaat door de staten van Friesland omdat hij tevens erg eigenzinnig was en zich moeilijk liet bijsturen. Daardoor werd zijn verhouding met de stadhouder tijdelijk ook slecht.

Een portret van hem hangt op Fogelsanghstate te Veenklooster.

Hij werd met zijn broer eigenaar van Fogelsanghstate, zijn broer liet dit bouwen op het voormalig kloosterterrein - vandaar ook de naam. Zij hadden in 1644 elk de helft het corpus van klooster Mons Olivetti gekocht van de staten van Friesland.

In 1642 - twee jaar eerder werd Fransciscus Raarda, getrouwd met Trijntje Jans Fogelsangh, aangesteld als predikant van Oudwoude. Hierdoor zouden zij goed op de mogelijke aankoop van de kloostergoederen door Raarda geïnformeerd kunnen zijn.

Aan de andere kant is het zeer wel mogelijk dat van Doma door zijn betrekkingen met de Staten van Friesland al eerder op de mogelijkheid was geattendeerd.

In het monument van de Maand (Mulder-Radetsky) wordt namelijk gesteld dat zij al eerder landerijen uit het corpus hadden aangekocht.

Het stelling van Andreae dat Sjouk Fogelsangh het corpus aankocht is foutief en nergens wordt daarvoor bewijs gevonden, ook in haar testament komt dit buiten niet voor. De verwijzing als zou de moeder van Sjouk, een Broersma, haar oorsprong in het Kollumer geslacht Broersma hebben, is eveneens foutief.

Hylck Broersma stamde uit de Broersma's van Smallebrug. (Zie. gen. jierboek...) over hem en zijn betrekking met Willem Frederik - Fries stadhouder isuitveorig geschreven in het Beaken. Hij ging als huwelijksmakelaar naarDen Haag en hield daar een rede voor Amalia van Solms om haar te latentoestemmen in een huwelijk tussen Albertine Agnes en Willem Frederik. Naafloop werd hij gecomplimenteerd voor zijn welsprekendheid. Hij stonddus op goede voet met de stadhouder. Later werd hij echter geroyeerd als landsadvocaat door de staten vanFriesland omdat hij tevens erg eigenzinnig was en zich moeilijk lietbijsturen. Daardoor werd zijn verhouding met de stadhouder tijdelijk ookslecht. Een portret van hem hangt op Fogelsanghstate te Veenklooster. Hij werd met zijn broer eigenaar van Fogelsanghstate, zijn broer lietdit bouwen op het voormalig kloosterterrein - vandaar ook de naam. Zijhadden in 1644 elk de helft het corpus van klooster Mons Olivettigekocht van de staten van Friesland. In 1642 - twee jaar eerder werd Fransciscus Raarda, getrouwd metTrijntje Jans Fogelsangh, aangesteld als predikant van Oudwoude.Hierdoor zouden zij goed op de mogelijke aankoop van de kloostergoederendoor Raarda ge‹nformeerd kunnen zijn. Aan de andere kant is het zeer wel mogelijk dat van Doma door zijnbetrekkingen met de Staten van Friesland al eerder op de mogelijkheidwas geattendeerd. In het monument van de Maand (Mulder-Radetsky) wordt namelijk gestelddat zij al eerder landerijen uit het corpus hadden aangekocht. Het stelling van Andreae dat Sjouk Fogelsangh het corpus aankocht isfoutief en nergens wordt daarvoor bewijs gevonden, ook in haar testamentkomt dit buiten niet voor. De verwijzing als zou de moeder van Sjouk,een Broersma, haar oorsprong in het Kollumer geslacht Broersma hebben,is eveneens foutief. Hylck Broersma stamde uit de Broersma's van Smallebrug. (Zie. gen.jierboek...)

Zijn wapen is dat van zijn vader maar dan zonder de halve adelaar -ontdeeld. Zijn broer deed hetzelfde met het wapen Fogelsangh - hunmoeder kreeg zo de zwaan alleen op haar grafsteen. er hangt een rouwbordvan Pibo in de kerk van Oudwoude. In het wapenboek van Hesman komt eenwapen voor: Domer - waarschijnlijk een verschrijving van Doma. Hij geeftdaarbij: doorsneden: a. blauw - klavers goud 1 -2; b. zilver, en danvolgt een afbeelding van een stok met twee bladen omhoog - dit moetenvrijwel zeker de twee korenaren zijn, Hesman geeft als kleur van dearen: gouden. Ik heb het wapenbord nauwkeurig bekeken en het blijft enigszinstwijfelachtig maar volgens mij heeft het er oorspronkelijk zo uitgezien: in groen drie gouden klavers 1-2; in zilver een groene tak met groenebladeren en daartussen twee gouden aren. Helmteken: de twee gouden arenmet daartussen een gouden klaver. Hij wijkt daarmee qua compositie enqua kleur af van dat van zijn vader, behalve ontdeeld heeft hij dekleurstelling gebroken.