Person:Nicolaas van der Wel (5)

Watchers
     
Nicolaas Henriks van der Welle
b.Abt 1670
d.1706
m. 31 Mar 1668
  1. Nicolaas Henriks van der WelleAbt 1670 - 1706
  2. Mense HendriksAbt 1675 -
  1. Dina Nijclaassen WelsBef 1700 - 1719
  2. Johanna van der Wel1700 - Aft 1725
  3. Willem van der Wel1702 -
  4. Harmannus van der Wel1704 -
  5. Claas van der Wel1706 - Bef 1770
Facts and Events
Name[1] Nicolaas Henriks van der Welle
Alt Name Niklaas van der Welle
Alt Name Klaas Henriks van der Welle
Alt Name[2] Clas van der Welle
Gender Male
Birth[6] Abt 1670
Marriage to Harmine Henriks
Residence[2] Bet 11 Dec 1704 and 10 May 1705 's-Hertogenbosch, Noord-Brabant, NetherlandsInkwartiering met Compagnie van Baron van Verschuer
Occupation[4][5] Constapel de Corperaal (1700, 1702)
Occupation[3] Bombardier (1704, 1706)
Death[1] 1706

Nicolaas is de nu oudst bekende stamvader van de familie van der Wel (Dalfsen en Kennemerland). We zien hem aan het begin van de 18e eeuw als vader in het doopboek van in Dalfsen verschijnen. Aangegeven wordt dat hij soldaat is in het Staatse leger. Eerst "Constapel de Corporaal" en later "Bombardier".

De hier genoemde ouders zijn nog hypothetisch, vooral gebaseerd op de toevalligheid van de naam van de vader in de juiste periode in de omgeving van Dalfsen, die zou kunnen passen.

Soldaat zijn was in het Staatse leger min of meer een vaste baan. De bataljonscommandant wierf zelf troepen. In de winter waren de soldaten meestal thuis. we zien dit ook terug in de geboortedata van de kinderen. Hoewel het Staatse leger rond 1700 een enorme omvang had gekregen (met meer dan 100.000 man het tweede leger van Europa), was het beroep van Nicolaas als artillerist nog bijzonder: "Aan de vooravond van de Spaanse successieoorlog beschikte de Republiek over acht compagnieën geschut bedienend personeel, in het totaal ieder 188 man, enige compagnieën manschappen voor het onderhoud van stukken, affuiten en voorwagens en de aanleg van stellingen, bombardiers voor de bediening van mortieren en een staf, belast met de leiding over de artillerietrein en het beheer van geschut en munitie." (bron: Legermuseum)

Uit de doop van de jongste zoon Nicolaas, weten we dat Nicolaas Henriks in 1706 moet zijn overleden. Onduidelijk is waar en wanneer precies. Het doopboek van Dalfsen vermeldt Nicolaas Henriks als vader bij vier kinderen. Van twee van hen zijn verder geen gegevens. Mogelijk zijn zij jong gestorven. Van Johanna en Nicolaas Nicolaasz zijn wel verder vermeldingen in trouw en doopboeken te vinden. Van één doop in 1719 wordt vermoed dat de moeder een dochter van Nicolaas Henriks is, die dan vóór 1700 geboren zou moeten zijn. Over de periode voor 1700 zijn nog geen gegevens gevonden.

Volgens de historische kring Dalfsen, waren meer soldaten uit het Staatsche Leger getrouwd met Dalfser vrouwen. De meeste zouden zijn gelegerd in Deventer of Kampen (kennelijk niet het meest nabij gelegen Zwolle).

De regimenten van het Staatse leger werden vaak van garnizoensplaats gewisseld. In sommige plaatsen zijn de gegevens hiervan bewaard. Zo is in Den Bosch een inkwartiering van een compagnie artillerie te vinden met daarin vermeld een "Clas van der Welle" in de winters van 1704/1705. Het gaat om de compagnie van Colonel Baron de Verschuer, die Menno van Coehoorn heeft opgevolgd als "Grootmeester der Artillerie"). Deze compagnie lag ook in de winter 1702/1703 in Den Bosch (zonder lijst met namen). Deze compagnie, AC677d, heeft vanaf 26-1-1703 als commandant kap. Johan Frederik van Martfelt (maar is dus ook de lijfcompagnie van kol. van Verschuer, daarom wordt deze ook bij de inkwartiering vermeld). Van deze compagnie vermeld Dutch Regiments als krijgsverrichtingen:

  • 1702 Keizersweert, Venlo, Roermond, Luik
  • 1703 Bonn, Hoei, Limburg, slag bij Eekeren
  • 1704 Schellenberg, Hochstädt
  • 1705 Hoei, Leeuw, Sandvliet
  • 1706 Ramillies, Ostende, Meenen, Dendermonde, Aath

In het jaar van overlijden van Nicolaas wordt o.a. een grote slag geleverd tegen binnengevallen Franse troepen in het huidige Belgie: de slag bij Ramillies op 23 mei 1706. [[5]]. Mogelijk heeft hij deze of een andere slag tijdens de Veldtocht in de toenmalige Spaanse Nederlanden niet overleefd.


Nader onderzoek: welke garnizoenen, waar gelegerd? D.m.v. standaardwerk Het Staatsche Leger, Dutch Regiments etc. Levert mogelijk informatie die ook kan leiden naar een eerdere woon- en of doopplaats. Wachten op digitalisering bij CBG van het overzicht van soldaten huwelijken van Hendrik Jan Wolters (mogelijk nog in 2023)

References
  1. 1.0 1.1 Doopinschrijving, in Dalfsen, Overijssel, Netherlands. Kerkelijke Registers, 1679-1811
    1706.

    De Doopinschrijving van jongste zoon Claas Claassen van der Wel (7 nov 1706) vermeldt dat de vader is overleden. Gezien de doopdatum moet dat dan in 1706 zijn geweest.

  2. 2.0 2.1 Inkwartieringsvermelding, in Bossche Encyclopedie
    [1], 1705.

    Clas van der Welle is genoemd als militair in de artillerie-compagnie van kolonel baron de Verschur
    De komst van de compagnie (compleet met 188 manschappen) is gedateerd op 11-12-1704, de compagnie vertrekt op 10-5-1705
    Clas (Klaas) van der Welle is ingekwartierd geweest in Den Bosch bij Francis Hosera in de Postelstraat. Als bijzonderheid staat vermeld dat deze is gebileteerd op 22-01-1705.

    Compagnie Baron de Verschur - kolonel van de artillerie
    Commandant: Baron de Verschur - kolonel van de artillerie
    Datum komst: 11-12-1704
    Datum billetering: -
    Dienstvak: art
    Aantal manschappen: 188
    Bijzonderheden: 9 bijlagen. Compagnie vertrokken op 10-5-1705.
    Bron: Stadsarchief OSA 4159 (1)

    De Bossche Encyclopedie vermeldt in voorgaande jaren meermalen de komst van een (deel van) een artillerie compagnie onder commandant Van Verschuer:
    * Op 12 november 1702 een kapitein Van Verschuer (met 199 manschappen, deels bij naam genoemd in de (nog bewaarde) inkwartieringen; geen Van der Welle of Henriks)
    * Op 9 november 1703 zowel een kolonel, als een majoor Van Verschuer. De eerste met 133 manschappen, soldaten niet bij naam genoemd, weer vertrokken op 26 april 1704. De tweede met 117 manschappen, soldaten niet bij naam genoemd, eveneens vertrokken op 26 april 1704

    De majoor is waarschijnlijk de zoon van de kolonel. Het gaat daarmee om:
    * Otto Christoph H.R. Rijksbaron van Verschuer (1650-1712), (uiteindelijk) luitenant-generaal
    * Philip Wilhelm des H.R.Rijksbaron van Verschuer (1678-1735), (uiteindelijk) luitenant-generaal

    Claas is waarschijnlijk in 1703/1704 ook ingekwartierd geweest:
    Compagnie Col. Verschuer
    Commandant: Col. Verschuer
    Datum komst: 9-11-1703
    Datum billetering: -
    Dienstvak: art
    Aantal manschappen: 133
    Bijzonderheden: vertrokken zaterdag 26 april 1704. 6 bijlagen.
    Bron: Stadsarchief OSA 4159 (1)

  3. Bombardier
    [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bombardier``] Oorspronkelijk een artillerist, die uitsluitend tot bediening der mortieren bestemd was. Dien ten gevolge vormden de B. ook afzonderlijke kompagniën of afdeelingen.
    Gevonden op [[2]]

    Mogelijk gaat het echter ook om de bediening van een houwitser: "Voor de bediening van een houwitser waren een bombardier, twee kanonniers en twee handlangers nodig. Het laden ervan week af van dat van een kanon, omdat de granaat, een holle ijzeren kogel gevuld met kruit, speciale aandacht vereiste. Nadat de kruitlading in de kamer was aangestampt, werd de granaat in de loop geplaatst en met aarde vastgezet.
    Bij het afvuren van een houwitser kwam het er op aan de granaat en de lading vrijwel gelijktijdig aan te steken, zodat het projectiel boven de vijand tot ontploffing zou komen en niet in de loop. Bovendien was het zaak dat de houten tijdbuis, die voor de ontsteking van het kruit in de granaat moest zorgen, op de juiste lengte was gesneden, omdat anders de granaat te vroeg of te laat zou ontploffen." Bron: Legermuseum [[3]] In 1690 goot de grofgeschutgieter Hermams Nieupoort in opdracht van de Raad van State in Den Haag de eerste Nederlandse houwitsers van 16 pond steens, geboord op 20 pond steens (kaliber van 20 cm). Aangezien een houwitser de granaat wierp kon volstaan worden met een zeer korte loop, wat veel gewichtsbesparing opleverde. Een houwitser vereiste daardoor slechts evenveel paarden als een lange drieponder.
  4. Constapel
    Onderstaande is de omschrijving voor de VOC [[4]], voor het Staatse leger is het waarschijnlijk niet anders geweest:
    de konstabel, of in oude spelling konstapel of constapel, droeg zorg voor geschut en munitie. Als de kanonnen niet gebruikt werden moest hij zorgen dat ze stevig vastgebonden waren en niet tijdens een storm konden gaan rollen. Hij moest om de week vier à vijf keer het kruid keren en de vaten heen en weer rollen om te voorkomen dat het kruid ging klonteren. Hij was ook verantwoordelijk voor de handwapens aan boord, zoals kardoesen, lepels, wissers, handgranaten, vuir, stinkpotten, musketten, roers, pistolen en degens.
    De konstabel had een of meer konstabelsmaten en vijf of zes busschieters onder zich.
  5. Corporaal (ook op VOC site)
    (scheeps-)corporaal moest zorgdragen voor de goede staat van de kleine schiet- en handwapens als musketten, roers, pistolen, houwdegens en pieken.
  6. Schatting gebaseerd op:
    1) dopen van de kinderen, beroep en overlijdensdatum
    2) huwelijk van hypothetische ouder