Person:Frans Rengers (1)

Watchers
Frans Rengers van Rebben Menolda
 
 
  1. Edzard Rengers van Oldenhuis1498 - 1580
  2. Seino RengersAbt 1508 - 1572
  3. Sweder Rengers
  4. Frans Rengers van Rebben Menolda
  • HFrans Rengers van Rebben Menolda
  1. Edzard Rengers
Facts and Events
Name Frans Rengers van Rebben Menolda
Gender Male
Marriage to Unknown

[1] De Menolda's worden in de kroniek van Wittewierum reeds genoemd in het laatst der 13e eeuw. Zij zijn betrokken bij grote veten in Duurswold. Daarbij worden vermeld een oude en een jonge Ebbo. De jonge komt nog voor in 1317. In 1396 is sprake van een hoofdeling Rebbe Menolda. Daarna komen ze niet meer voor. Volgens een treedtitie zou door een huwelijk Rengers-Menolda het Menoldahuis aan de familie Rengers gekomen zijn. In de 15e eeuw beziten zij het huis. Bij erfscheiding van 1459 verkrijgt Johan Rengers de heerlijkheid van Rebben Menolda, maar zijn broer Egbert het huis zelf. Daarna krijgt zijn zoon Johan het huis en daarna diens zoon Frans, in 1544. De heerlijkheid is dan weer met het huis verenigd. Van Frans Rengers is nog een rouwbord in de kerk van Hellum, de oudste in zijn soort in de provincie Groningen. Het vermeld het jaar 1568, maar het is pas in 1587 gemaakt op last van zoon Johan, die dan in ballingschap leeft in Oost-Friesland. Ook laat hij een wapenbord maken voor zijn gestorven broer Egbert. Johan is de bekende Rengers van Hellum. Ook is hij ommelander gedeputeerde. In 1594 keerde hij uit ballingschap terug, en wordt de eerste Ommelander gedeputeerde der Staten-Generaal na de reductie (de geleidelijke invoering van het protestantisme). In of kort na 1608 moet hij gestorven zijn. Uit zijn huwelijk met Elisabeth van Beesten zijn geen kinderen geboren die nog leven.

Hellum vererft op zijn broer Edzard, getrouwd met Anna van Ittersum. Edzard sterft in 1626 en zijn weduwe in 1630. Ook van haar is een rouwbord in de kerk aanwezig. Hun enige dochter, Anna Margaretha, huwt Hero Maurits Ripperda van Farmsum. Aan dit echtpaar herinnert nog een opzetstuk van een herengestoelte. Zij zal niet tijdens het leven van haar man in Hellum gewoond hebben, maar ze ligt er wel begraven, in 1663. Over haar erfenis, met name het huis Hellum, ontstaat een proces, tussen haar dochter Occa Ripperda, weduwe van graaf Steenbock, en haar kleinzoon Hero Maurits. In de inventaris is sprake van het huis of de borg Menolda, met gracht, singels, hovinge, plantages, heerlijkheden, collaties, zijlvestenijen, twee schuren en een schathuis. De borg is aan Hero Maurits Ripperda gekomen volgens uitspraak van 1669. Deze overlijdt in 1681. In 1686 laten zijn crediteuren zijn goederen verkopen. Daarbij is ook het huis te Hellum met onder andere een 'heerlijck' bos, bij de borg gelegen, de enige collatie te Hellum en de staande jurisdicties te Hellum en schildwolde. De borg met het grootste gedeelte van het verkochte wordt aangekocht door Gijsbert Herman Ripperda van Oosterwijtwerd te zamen met Johan Clant van Stedum en Albert Lewe van Kantens. In 1697 wist Catharina van der Noot, weduwe Rengers, het geheel in handen te krijgen.