|
|
Facts and Events
Image Gallery
References
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Alberda
- 1473 Heilige Geestgasthuis, 1284 - 1955
Regestenlijst
Bookmark Delen Reageren Print knop Archiefdienst
Regest 212 “Mester Bunno Alberda, provisor, Lubbert Koninghes, Gheert Arendes ende Clawes Hinricks, voegheden in der tijd toe den Hillighen Gheest in Groninghen” verklaren, dat zij hebben verkocht aan Hermen Kremer en zijn huisvrouw Mechtelt, hun proveniers, 6 gouden Philippus gl. rente, jaarlijks te beuren uit 14 grazen land, gelegen achter “Sunte Wolbrighe” en ten oosten begrensd door het land van Coert Coenrades, ten westen door dat der kinderen van Lewe, met onderpandstelling van al hun goederen tussen de stad Groningen en Hoegherbruggen en met bepalingen over aflossing en opzegging.
Oorspr., met het aanhangend zegel van Bunno Alberda, in groene was. Inv. n°. 25.1.
In dorso: 14 grass achter St. Wolburgen. m.a.h.: een onleesbaar geworden aantekening. N°. – LVI
Datering:
1519 October 9 (Int jaer onses Heren dusent vijffhundert ende neghentyn up Sunte Gereonis ende Victoris avent der hillighe mertelaeren.)
Vindplaats:
Groninger Archieven
- 1473 Heilige Geestgasthuis, 1284 - 1955
Regestenlijst
Bookmark Delen Reageren Print knop Archiefdienst
Regest 215 “Bunno Alberda, provisoer, Wyllem Wycheringe, Lubbert Konynck, Clawes Hinricksz, vogeden ten Hilligen Geest in Groningen” verklaren, dat zij van wege genoemd convent voor de tijd van 10 jaar hebben verhuurd aan Hinrick Hopenbinder in Ebbingestrate 7 gras land, liggende tussen “den Jacopijners ende Roleff Huynges lant”, het gras voor een goudgulden ’s jaars, met bepaling, dat het convent het schot zal dragen boven een kromstaart per gras, en dat Hinrick buurdiensten zal doen, zo er oorlog mocht komen of zout water op het land, terwijl na verloop der 10 jaren genoemde Hinrick de voorkeur zal hebben en bij zijn afsterven zijn zoon Clawes Hinricksz of diens erfgenamen in zijn plaats zullen treden.
Oorspr., met het aanhangend zegel (geschonden) van Bunno Alberda, provisor van het Heilige Geestgasthuis in groene was. Inv. n°. 123.
Datering:
1521 October 22 (In den jaer dusent vijffhundert ende enentwijntich des Dynxdages na Elvendusent Magedendach.)
NB:
Aangekocht van R.W.P. de Vries te Amsterdam in 1906.
Vindplaats:
Groninger Archieven
Zie ook
Toegang 1473, Inv.nr. 123
- ALBERDA
Protestant. — Groningen. — De geregelde stamreeks
vangt aan met Bunno Albe r da, hoofdeling op 't Zandt ,
overrichter aldaar in 1431. Bij besl. d.d. 28 Aug. 1814, n° 14
werden Ge r hard Horenken Alberda van B 1 o e-
mersma, Onno Keint Alberda van Ekenstein,
Gerhard Alberda van Menkema, Gosen Geurt
Alberda van Dijxsterhuis en Mr. ü n n o Ta m-
minga Alberda van liensuma benoemd in de ridder-
schap van Groningen. Aan den laatste werd bij K. B. d.d.
31 Dec. 1825, n° 149 de titel van baron verleend voor hem
en alle zijne wettige afstammelingen.
Wapen: In blauw drie gouden lelies, 2 en 1 , en in het schild-
hart een zespuntige gouden ster. Gekroonde helm met goud-
blauwe dekkleeden. Helmteeken : een gouden lelie. Schildhou-
ders: twee omziende roodgetongde gouden leeuwen.,
Stamreeks
I. f Bunno Alberda, hoofdeling op de Alberda-heerd , op
't Zandt, overrichter aldaar 1431, f 1443, tr. f Anna Schatter.
|
|
