II. Adryaen (Arien) Jansz. Slooff, geb. ca. 1575, j.m. van Poortugaal won. in Mijnsheerenland
(1601), tr. Poortugaal (1e gebod ald. 29-4) 1601 Grietge Florisdr., wed. won. in Mijnsheerenland
(1601).
Kinderen:
1. Dirck Adriaensz. Sloof, volgt IIIa.
2. Ot(jen) Ariensz. Sloove, ged. Poortugaal 12-10-1608 (vader: Adrijaen Jansz. Slooff, get.
Haesgen Adrijaens en sijn broeder), overl. na 19-5-1646.
Als Otjen Arijens trad hij op als doopgetuige te Poortugaal op 24-7-1641. Otjen Ariens
Sloove wordt genoemd in een akte van 19-5-1646, toen schout en schepenen van
Poortugaal een ‘ramschap’ in ‘schut-koij’ deden steken.3
Op 29-9-1644 nam ene Arien Arensz., visser en bode in Hekelingen, voor zijn mede
aldaar woonachtige broeder Oth Arensz., man en voogd van Aeltjen Jorisdr., 2½ gemet
memorieland te Poortugaal in bezit dat vacant was geworden bij dode van de in
Poortugaal gestorven Herman Meesz. Aeltjen Jorisdr. was vervolgens de oudste en naaste
van de bloede van de fondateur. Het betrof zaailand in de polder de Roon onder de
jurisdictie van Poortugaal, gelegen aan de noordzijde van de Verlewech, noordelijk belend
aan de gemeenelands watering (de overige belendingen zijn in de akte niet ingevuld) en
dan in gebruik bij Cornelis Cornelisz. Vrijlandt aan den Hil.4 Het is onduidelijk of
genoemde Oth identiek is met Oth(je) Ariensz. Sloof, van wie te Poortugaal geen huwelijk
en kinderen werden gevonden. Onderzoek te Hekelingen heeft voorlopig geen oplossing
gebracht.5
Een zoon zal geweest zijn: Joris Otte(n), die als weduwnaar van Ariaentie
Pieters en wonende te Hekelingen huwde (na eerst op 1-7-1663 te Spijkenisse in
ondertrouw te zijn gegaan) met Neeltie Cornelis, j.d. van en wonende te Spijkenisse. Zij
overleed na haar man en haar doodmaal vond plaats op 7-1-1670. De rekening van hun
nagelaten boedel werd gedaan te Hekelingen in 1670 door Jacobus Hoogewerf.6
De
genoemde broer van de Hekelingse Oth was wellicht identiek met Arijen Arijens Visser,
getrouwd met Teuntgen Arens. Beide waren in Hekelingen gestorven en de rekening van
hun boedel dateert van 1658. De akte spreekt van een boelhuis op 5-4-1657.6
3. Floris Ariensz. Sloof, volgt IIIb.
4. Maertje (Maertien, Magdalena) Ariensdr. (Arentsdr.), j.d. in Poortugaal (1636), tr. Pernis
(otr. Poortugaal 30-11) 1636 Jacob Claasz. (Klaasz.) (Stoop?), geb. ca. 1615, j.g. op
Hoogvliet (1636).