Wanneer men zoekt naar de stamvader van de Heren van Naaldwijk
dan komt men uit bij graaf Unarch van Nadelwich [ook wordt van Naeldwijc vermeld; geb.
omstreeks 1110 (2), vermeld in een grafelijke oorkonde van 1156 (2) als getuige van de Graaf
van Holland]. Deze Unarch was één van de getuigen bij de overdracht van een aantal kerken
in het graafschap Holland door de abdij van Echternach [Luxemburg] aan graaf Dirk VI,
gravin Sofia en hun zoon Floris in ruil te geven voor 120 gemeten [gemet = ruim 0,4 ha] land
op Schouwen. Tot die kerken behoorden de door Willebrord gestichte moederkerk van
Fleretingha [Vlaanderen] en de daaronder behorende bijkerken van Skie [Overschie] en
Harega [het vroegere Kethel]. Unarch had minstens 2 dochters, waarvan de namen niet
bekend zijn [aangeduid met NN]. Eén van de dochters [de oudste geboren omstreeks 1140
(2); ze werd wel genoemd als “de erfdochter van Naaldwijk”] trouwde in 1169 in Oostvoorne
(2) met Dirk I van Voorne. De andere dochter van Unarch [geb. omstreeks 1150 (2)]
trouwde (2, 12) met Floris I de Worth [ook Würth of van Woert (4)]. Via de kinderen van
Dirk I van Voorne komen de goederen onder Naaldwijk en ook de titel Heer van Naaldwijk
terecht bij de tak Van Voorne.