Person:Jurjen Haitsma (3)

Watchers
m. 1 Jun 1794
  1. Foekje Rinnerts Haitsma1795 - 1884
  2. Meindert Rinnerts Haitsma1797 - 1872
  3. Jurjen Rinnerts Haitsma1799 - Bef 1800
  4. Jurjen Rinnerts Haitsma1800 - 1847
m. 24 Aug 1820
  1. Siebrigjen Haitsma1821 - 1822
  2. Willem Haitsma1822 - 1889
  3. Siebrigjen Haitsma1824 - 1855
  4. Rinnert Haitsma1829 - 1829
  5. Eise Haitsma1829 - 1829
  6. Rinnert Haitsma1832 - 1834
Facts and Events
Name Jurjen Rinnerts Haitsma
Gender Male
Birth[1] 7 May 1800 Makkum, Wonseradeel, Friesland, Netherlands
Christening[1] 8 Jun 1800 Makkum, Wonseradeel, Friesland, Netherlands
Occupation? 1820 Makkum, Wonseradeel, Friesland, NetherlandsPanbakkersknecht
Marriage 24 Aug 1820 Wonseradeel, Friesland, Netherlandsto Mare Willems Faber
Occupation[3][4][5] 1847 Almenum, Barradeel, Friesland, NetherlandsPanfabrikant
Death[2] 29 Oct 1847 Almenum, Barradeel, Friesland, Netherlands
References
  1. 1.0 1.1 Herv. gem. Makkum, doop, in Wonseradeel, Friesland, Netherlands. Doop-, Trouw- en Begraafboeken
    DTB: 810, 7 May 1800.

    DTB

  2. Overlijden, in Barradeel, Friesland, Netherlands. Burgerlijke Stand
    Akte B 41, 29 Oct 1847.
  3. Al in het begin van de achttiende eeuw begon men op de Koningsbuurt op bescheiden schaal dakpannen te bakken. In de loop van de tijd vestigden zich verschillende panwerken zoals de Firma Fontein (later de firma R. van der Meulen & Zonen uit Leeuwarden), Weissenbach, Van Hulst (later de Firma Haitsma) langs de Oude Trekvaart, die vanaf de Franekertrekvaart richting Franeker liep. In 1894 werd door de Provincie het nieuwe kanaal gegraven en ontstond zo later de Kanaalweg.
  4. Het panwerk werd oorspronkelijk in 1837 door Jurjen Rinnerts Haitsma opgericht en pas in 1869 nam Jan Jans van Hulst de fabriek over en in 1886 werd het de Firma J. van Hulst.
    In 1894 overleed Jan van Huist en volgde Sybrand van Hulst hem op, deze overleed in 1949.
    Zo rond het begin van de negentiende eeuw werkten enkele honderden mannen, vrouwen en kinderen in de kleiverwerkende industrie. De werkomstandigheden waren destijds zwaar.
    Arbeiders in de dakpannenfabriek werden uitbetaald per duizend pannen, dit werd aan de pannenmaker betaald, die het verdeelde over de ploeg. Een ploeg maakte wekelijks achtduizend tot tienduizend pannen, dus hoefde men niet vaak op het geld te wachten.
    De grondstof voor de pannen, klei, werd tussen Harlingen en Kimswerd gegraven. Dit werd in een praam gekiept en zo naar de fabriek vervoerd. Hiervoor werd zogenaamde "slappe" klei gebruikt, dit is de bovenste laag en van nature rood bakkend. Geruime tijd werd dan de klei aan weer en wind bloot gesteld, hierdoor verrotten de resten van planten, die er eventueel in zouden zitten. Omdat er geen harde stukken in mochten achter blijven, werd de klei gemalen en werden er "walken" van gemaakt. Dit zijn stukken klei in de vorm van een kubus, voldoende voor een dakpan. Daarna ging dit in de panvorm. Dat gebeurde vroeger met de hand en later met stempelpersmachines. De benodigde kleiplaat werd op een matrijs gelegd, waarna een op de juiste maat ingestelde stempel boven de kleiplaat, deze in één slag tot definitieve dakpan stempelde.
    Hierna werden de kleivormen geruime tijd in de wind gedroogd voordat ze de oven in konden. Dit gebeurde in grote droogschuren waar ze op lange rekken lagen met aan de zijkanten grote luiken. Deze werden tegen elkaar open gezet om wind er doorheen te laten jagen. Dit nam echter veel tijd en ruimte in beslag en om dit proces te versnellen en ruimte te winnen, werd er later door de Firma Haitsma een droogtunnel gebouwd, waar men de warme lucht van de ovens door heen leidde

    Bron: Hinke de Jong
  5. Panfabriek Oude Trekvaart Harlingen.