|
Jan van Arkel, I
b.Est Jan 1211
d.1264
m. - Jan van Arkel, IEst 1211 - 1264
Facts and Events
Heer van Arkel, bijgenaamd "de Sterke"
Eeuwenlang hadden de heren van Arkel geprofiteerd van het feit, dat hun rijke goederen gelegen waren in een gebied, waar de macht van de graaf van Holland, van de bisschop van Utrecht en van de hertogen van Gelre en Brabant nooit helemaal duidelijk was.
Tot hun heerlijkheid behoorden oa. Gorinchem, Heukelom, Asperen, Leerdam, Hagestein, Haastrecht, Schoonrewoerd, Everstein, Bergambacht en Zoelen.
Volgens de oude saga kwam de eerste Arkel op een zwaan de rivier afdrijven om zich aan de Linge voorgoed te vestigen en er een slot te bouwen.
Heer van Arkel (1253-1264).
Treedt, heer van Arkel en ridder genoemd, met zijn broeder, heer Herbaren van den Berghe, op als getuige voor heer Jan van der Lede. In het volgende jaar (op 25 Juni 1254) vinden wij hem met zijn broeders Otto en Hugo vermeld in de oorkonde waarin heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arkel heer Floris van Dalem belenen met 1/3 van Dalem. Op 29 Oct. 1263 beleent hij zijn 'cognatus' Otto met het bedijkte land dat Slingeland genoemd wordt. Voor de laatste maal wordt hij vermeld op 23 Aug. 1264, wanneer hij met Willem heer van Brederode een watergang verleent aan heer Hendrik van Alblas. (NL 1954).
References
- Jan Rienstra. (data via e-mail) (28)
15-3-2004.
- .
- ↑ Biografie in Wikipedia NL, in Wikipedia: The Free Encyclopedia
[[1]], gevonden 2015.
Jan Herbaren I van Arkel, bijgenaamd De Sterke (ca. 1233 - Gorinchem, 15 mei 1272) was heer van Arkel vanaf 1253 tot zijn dood. Verdere bezittingen waren Noordeloos, Bergenambacht, Heukelom, Hoog Blokland, Slingelandt, Stolwijk en Willige Langerak.
Levensloop[bewerken] Hij was een zoon van Herbaren II van der Lede, stichter van de heerlijkheid van Arkel.
Jan wordt voor het eerst genoemd in een Latijnse kroniek uit 1253, daarin staat hij vermeld als Johannes miles dominus de Arkele (Jan, ridder, Heer van Arkel). Daarna wordt hij nog meerdere malen in aktes over beleningen genoemd. In 1253 komt hij samen met zijn broer Herbaren voor in een akte als getuige voor Jan I van der Lede. Op 25 juni 1254 is Jan getuige bij een verbond van Jan van der Lede en Hugo van Arkel om Floris van Dalem het bezit van Dalem te vergeven als leenbeheer[1]. Hij nam deel aan de oorlogen met de opstandige Westfriezen, onder leiding van zijn leenheer Willem II van Holland. Krijgt rond 1260 het leengoed van den Berghe (hedendaagse Bergambacht) toegewezen van het Graafschap Holland, die hij in lening geeft aan zijn broer Herbaren. Op 29 oktober 1263 beleent Jan ene Otto met Slingelandt. Op 23 augustus 1264 verleent hij samen met Willem van Brederode het recht aan Hendrik van Alblas om een watergracht of kanaal te graven (Jan wordt dan voor het laatst vermeld in een document.[2]
Jan I werd bijgenaamd De Sterke, hij zou zich eens voor de grap aan de poort van Gorinchem opgetrokken hebben met zijn paard. In 1267 begon hij met de bouw van het kasteel van Gorinchem.
- ↑ Biografie Jan de Sterke van Arkel, in Ooms, John. Heren en dames van Adel
[[2]], gevonden 2015.
- NB: Wikipedia NL vermeldt andere ouders dan hier opgenomen.
|
|