Person:Jan Gerrits (21)

Jan komt samen met zijn moeder voor in de criminele sententies. Hij getuigt dat er bij hen is ingebroken en gestolen. Hof van Friesland: 14-3204:

Jan Gerrits woonagtig bij zijn moeder Tjaukjen geerts bij de Luine onder Collum, oud drie en dartig jaren, geciteert, geëdigt ende geëxamineert, zeide dat hij getuige gisteren voormiddag tusschen zeven en agt uuren van huis is gegaan na de kerk tot Collum.

En tussche ellef en twalef uur weder thuis komende, heeft bevonden dat het slot van haar deur was afgebroken, de kast met een ijseren bout welke nogh op de vloer lag, opengebroken. dat zijn moeder volgens haar zeggen daar uit de kast is ontstolen zes goudguldens, een keijsers gulden en twee ronde zilveren knopen. Benevens ongeveer een vierde partie roggebrood. dat na alle gedagten de beklaagde dese huisbraak en diverij heeft gepleegt also desselve gistermorgen omtrent haar huis is geweest. Sluitende hier mede zijn dispositie na praelectie, niet kunnende schrijven.