Person:Floris van Egmond (1)

Watchers
Floris Woutersz van Egmond
b.Abt 1260
d.1324
  1. Floris Woutersz van EgmondAbt 1260 - 1324
  • HFloris Woutersz van EgmondAbt 1260 - 1324
  1. Aelbrecht Floris Wouter van EgmondAbt 1306 - 1335
Facts and Events
Name Floris Woutersz van Egmond
Alt Name[4] Floris Woutersz
Alt Name[5] Flors heeren Woutersz
Gender Male
Birth? Abt 1260
Marriage to Unknown
Occupation[3] From 1297 to 1311 Medemblik, Noord-Holland, NetherlandsBaljuw
Military[2] Medemblik, Noord-Holland, NetherlandsVerdediging van het slot tegen de bisschop van Utrecht
Occupation[1] Medemblik, Noord-Holland, NetherlandsKastelein
Death[1] 1324
References
  1. 1.0 1.1 Vermelding in lijst van functionarissen, in Medemblik, Noord-Holland, Netherlands. Oud Archief Stad Medemblik.
  2. Vermelding, in WestFries Genootschap
    [[1]].

    1296
    Willem van Mechelen, 41 ste bisschop van Utrecht, valt Westfriesland binnen en heeft het Huys tot Widenesse en 't Huys Enigenburg beide tot de grond toe verdestrueerd. De stad Medemblik verwoest en verbrand, het kasteel behouden.
    (D. Burger, 211.)

    Floris Woutersz. van Egmond weerden haar mannelijk, uiterste hongersnood, moesten paardevlees eten. Jan van Henegouwen heeft de stad ontzet.
    (D. Burger, 8 en 9.)

  3. Vermelding, in Slotvoogden en de baljuws in de 14e eeuw. De tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
    [[2]], gevonden 2015.

    Het kasteel in Medemblik bleef na de definitieve overwinning op de West-Friezen in gebruik als verdedigingswerk. Na 1297 was Floris Wouterz. (van Egmond) nog steeds kastelein en ook baljuw van Medemblik. Hij stierf in 1324 en is niet, zoals Groesbeek (Lit. 5) omschrijft, mogelijk baljuw tot aan zijn dood gebleven. Het is namelijk bekend, dat reeds in 1311 Gerard Ever deze functies bekleedde.
    Het kasteel van Medemblik had een belangrijke functie als centrum van het bestuur en rechtspraak van oostelijk West-Friesland en was de zetel van de baljuw voor het Oosterbaljuwschap, waaronder de ambachten: Houtwouderambacht (ook wel: Hoogwouderambacht) en Drechtingerambacht (ook wel: Drechtingerland, Drechterland) vielen. Zo was er ook het Westerbaljuwschap (met het Geestmer- en Niedorperambacht). Het kasteel van Medemblik was tevens het gerechtshof (dingstal) voor het Oosterbaljuwschap. Deze functie bleven ruim een eeuw na de overwinning op West-Friezen intact. Het kasteel was tevens de zetel voor andere gezagsdragers, zoals dijkgraaf, rentmeester, de heemraad en schotgaarders. Een door de graaf aangewezen gezagsdrager, was in tweede functie kastelein, zodat bijvoorbeeld de baljuw tegelijkertijd het beheer over het kasteel had, doch kon ook tegelijkertijd dijkgraaf zijn.

    In het baljuwschap, had de baljuw in de functie van aanklager, terwijl een groep 'edelgeboren mannen' als rechter optraden. De laatste waren van adelijke stand en kwamen niet allemaal uit West-Friesland, daar er onvoldoende adelijke personen in dit gebied voor handen waren. De jurisdictie van de baljuwschappen was beperkt, omdat zij geen zeggenschap hadden over de woonplaatsen met stadsrechten [in 1254 aan Alkmaar (door Willem II) en in 1289 aan Medemblik (door Floris V) verleend; verder in 1354 aan Stede Grootebroek; 1356 aan Enkhuizen en Gommerkarspel en in 1357 aan Hoorn].
    Voor het verkrijgen van stadsrechten moest veel geld worden betaald, doch men had het er graag voor over, om maar niet onder het baljuwschap te hoeven vallen.

  4. Vermelding, in Janse, A. Ridderschap in Holland: portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen
    blz 247, 2001.
  5. Jhr. Mr. W.A. Beelaerts van Blokland. De afkomst van het geslacht van Egmond van Merenstein
    DNL 32, 355, 1914.

    II. Floris heeren Wouters zoon, die den toenaam van Egmond blijkbaar nimmer heeft gevoerd. Hij was kastelein van het slot Medemblik, toen dit na den dood van Floris 'V door de Friezen werd belegerd. Hoe wakker dit door hem werd verdedigd, is te lezen bij Melis Stoke (boek V, vs. 631�643 en 735�813), waar ook blijkt, dat hij door Jan van Avennes werd ontzet. Als baljuw van Hoogwouder� ambacht en Drechterland komt hij voor in 1298 (Oorkb. v. d. B. II n� 1048). Hij was de vader van: III . Aelbrecht Floris zoon,