Hoogheemr. van de polder Dirk Smeetsland en Meester van den Woudensland te Charlois (1470), vermeld polderrekeningen Nieuw-Reijerwaard (1476/1479), ontvangt vergoedingen voor werkzaamheden aan een sluis aldr., daarna niet meer; na het overl. van zijn vader (ca. 1480) is hij waarschijnlijk naar Charlois verhuisd, koopt tienden te Charlois (1493, 1497), schepen aldr. (1484-1498).
Dirck van Schoer komt voor in de rekeningen van de polder Nieuw-Reijerwaard in de periode 1476-1479, waarbij hij vergoedingen ontving wegens werkzaamheden aan de sluis; in deze rekeningen is tevens sprake van een Dirck Jacobsz., die blijkens de personen waarmee hij samenwerkte, identiek zal zijn met Dirck van Schoer; nadat zijn vader Jacob van Schoer niet meer in Nieuw-Reijerwaard genoemd wordt, wellicht na diens overlijden (ca. 1480), komt ook Dirck van Schoer niet meer in de polderrekeningen voor; mogel. heeft hij zich omstreeks deze periode in Charlois gevestigd, want in 1484 wordt Dirck Jacobsz. vermeld als schepen van Charlois en in 1493 en 1497 kocht hij er tienden;" 1476/1477: verm. onder de uitgaven: "Ith. ghegeve(n) Dirck van Schoer, Gherit van Woerde(n) en(de) Jan van die Kulc van die aerd uter sluis te doen en(de) schoen te maken totten buitensten dam toe'; "Ith. ghegeve(n) Dirck Jacopsz., Pieter Meeusz. en Jan van die Kulc van die ouwe doeren uut die sluisvliet te doen'; "Ith. noch ghegeve(n) Dirck van Schoer en(de) Jansz. van een balck en(de) een ijspael te visschen bij die nieu(we) sluis'. (Rek. Nw-Reijerw., Hoogheemr. IJsselm., O/N-Reijerw. 38/33, fol. 3 en 4); 1477/1478: vermeld onder de uitgaven: "Ith. ghegeven Jansz., Dirck Jacopsz. en(de) Gherit van Woerden van dat sij die sluis op deden en(de) die rijs uter sluis deden en(de) die sluis weder toe deden"'; "Ith. ghegeve(n) Dirck van Schoer van dat hij VU ghetien in die sluis gheruimt heeft elc ghetij IJ st(uiver)s'. (Rek. Nw-Reijerw., Hoogheemr. IJsselm., O/N-Reijerw. 38/34, fol. 2v, 8v); 1479/1480: verm. onder de uitgaven: "Ith. Dirck van Schoer heeft gewrocht ene dach an dat voerschoot en(de) heeft een ghetij in die sluis gheruimt"; "Ith. noch ghegeven Dirck van Schoer en(de) Tijs Bouwens van dat sij an dat voersz. Hout gewrocht hebben" (Rek. Nw-Reijerw., Hoogheemr. IJsselm., O/N-Reijerw. 38/36, fol. 7).