5 morgen land onder Kethel,
30-10-1370: Dirc Zay Goeswijnsz. tocht zijn vrouw Katherine, bastaarddochter van Dirc van
Wassenair, burggraaf van Leyden, aan dit land, waarnaast hij haar 75 pond hollands per jaar
bewijst volgens de huwelijkse voorwaarden, onder bezegeling door zijn broer Jan Goeswijnsz. Haar
vader zal haar 300 pond Hollands geven als een rente van 30 pond, door de rentmeester van
Wassenair uit te keren uit zijn domeinen, half op Vorscotenmarkt en half op Valckenburchmarkt, te
lossen met 300 pond. Bij kinderloos overlijden van Katrine zal deze rente weer terugvallen aan de
heer van Wassenair en zijn erfgenamen (AA, f. 18 en 18v). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 664).,
..,
5½ morgen land in Spirincshoec tussen de Zeedijk en de Oude dijk.,
29-6-1371: Dirc Zay Goeswijnsz., zwager van de leenheer heer Dirc van Wassenair, burggraaf van
Leyden, ridder, na opdracht uit eigen (AA,,
f. 56v en A, f. 40). (Ons Voorgeslacht 1978, p. 206).,
..,
11 morgen land in de Kethel, genaamd de Gheer (1403: belend ten noorden: de abdis van Rijnsburch,
ten oosten: Jan Bogge, Pieter Jansz. en. Jacob Mathijsz., ten zuiden: Baerte Hoyters, ten westen:
de Hardrechse watering.,
25-3-1403: Dirc Zay Gooswijnsz. van der Lee, nadat het leen was afgestorven bij dode van zijn neef
Dirc van Cattendijc, te versterven op zijn zoon Gillijs, gewonnen bij Katerine, zuster van de
leenheer Philips, heer van Wassenair en burggraaf van Leyden (A, f 27). (Ons Voorgeslacht 1978,
p. 215).,
..,
6 morgen land in Spirincshoecke, binnen en buiten de zeedijk,
10-1-1416: Goeswijn van der Leede na overdracht door zijn vader Dirc Zaeye Goeswijnsz. van der
Leede, zwager van de leenheer Philips, heer van Wassenair en burggraaf van Leyden (A, f 301).
(Ons Voorgeslacht 1978, p. 218),