Betreffende de aanstelling
"De enige plaats in Nederlands-Indië 'waar de chemie om haar
zelfswille wordt beoefend' was het Phytochemisch Laboratorium van 's Lands Plantentuin
te Buitenzorg. Daar was in 1888 Greshoff benoemd om chemisch-farmacologisch
onderzoek te doen naar de planten stoffen in Indië, in het bijzonder met het
oog op hun betekenis voor de geneeskunde. Hij werd de grondlegger van de vergelijkende
fytochemie in Indië. Zijn werk werd na zijn terugkeer naar Nederland voortgezet
door de farmaceuten Willem Gerbrand Boorsma (1867-1937), die in 1891 in
Utrecht bij Hendrik Wefers Bettink (1839-1921) was gepromoveerd, en daarna door
de in Groningen opgeleide en in 1896 in Marburg gepromoveerde apotheker Klaas
Gorter (1872-1921). Gorter was sinds 1905 in Indië werkzaam als scheikundige op
het laboratorium voor onderzoekingen over de koffiecultuur. Vanaf 1911 hield hij
zich als hoofd van een nieuw opgericht bacteriologisch laboratorium bezig met onderzoek
van rubber. Toen hij in 1917 Boorsma opvolgde als chef van het farmacologisch
laboratorium, kon hij zich geheel wijden aan zijn lievelingsvak, de fytochemie.
Hij overleed echter al in 1921. Zijn opvolger Arnoldus Johannes Ultée (1878-1964),
een promovendus van Pieter van Romburgh in Utrecht, had bijzondere belangstelling
voor plantensappen."