Tot 1146 vormden Diest en Neerlinter één heerlijkheid. De laatste gezamenlijke heer was Arnold I van Diest. Deze staatsman en ridder werd na de dood in 1142 van de hertog van Brabant, Godfried II, tot ruwaard of bestuurder van Brabant aangesteld omdat Godfried III, de erfgenaam en opvolger van de hertog, slechts één jaar oud was. Arnold I sneuvelde in 1146 in de slag bij Ransbeek. Zijn heerlijkheid werd verdeeld tussen zijn twee zonen: Arnold II werd heer van Diest, Geeraard werd heer van Neerlinter.