Person:Albrecht van Egmont van Meerestein (2)

In 1429 maakte Jacoba van Beieren bezwaar tegen de belening van het bezit. Zij beval de leenbrief te onderzoeken op echtheid. Eigenlijk een overbodige actie daar de toenmalige Albrecht nog in het bezit was van het origineel uit 1250, compleet met zegel van Sijmon van Haarlem. Tijdens het onderzoek liet Jan van der Neck, de biechtvader van Jacoba, de brief (per ongeluk of met opzet?) uit zijn handen vallen. Het zegel brak in stukken uiteen. Hiermee was de leenbrief ongeldig geworden. De raad liet echter een proces-verbaal opstellen van het gebeurde met de toevoeging dat de brief niet ongeldig was ook al ontbrak het zegel.

Egmond, Albrecht van, +1468
1 Heer op Merenstein, van Assendelft 1426-1428
2 Holland
3 Albrecht van Egmond x Agnes van Beesde
4 Stevina, dochter van Floris van der Boekhorst
5 Albrecht en Hendrika van Spangen, Jacob
7 Raadsheer O 1439-1441
8 A moet in 1439 voor de Raad getuigen omdat hij veel afweet van het schoutambt van Texel; schout van Hoorn 1445-1447 (pacht overgenomen door Hugo van Zwieten); schout van Wieringen 1449 (levenslang in pacht, geresigneerd door Bengaert Say, of gaat het hier om Says zwager, Albrecht, zoon van Otto van Egmond?)
9 A koopt in 1426 de heerlijkheid Assendelft van Filips van Bourgondie omdat Bartout van Assendelft als balling buiten Holland verblijft. Na de Zoen van Delft geeft A de heerlijkheid -tegen vergoeding- weer terug. In 1429 tracht Jacoba de belening met Merenstein te belemmeren (Jan van Neck laat de originele brief met zegel op de grond vallen waardoor de zegel breekt). A houdt mogelijk in 1453 een zoon van Bengaert Say ten doop.