ViewsWatchersBrowse |
Family tree▼ (edit)
m. Bef 1579
(edit)
m. 15 Nov 1612
Facts and Events
http://docplayer.nl/23876993-De-herwijnse-ro-o-sa-s-en-de-herkomst-van-hun-familienaam.html 2.4 Abraham Gijsberts Ro(o)sa In november 1612 trouwt Abraham Gijsbertsz, “jongeman tot Herwijnen” met Maijke Cornelis “jonge dochter tot Poederoijen”. Zoals we hiervoor hebben gezien, werd hij in 1636 schepen bij de Hoge Bank van Tuil (noot 32). Hij wordt zonder familienaam vermeld in 1616 (noot 33) en als waardsman (noot 34) in 1618 (noot 35) en 1632 (noot 36), eveneens zonder familienaam. Hij was in 1647 samen met Cornelis Mertens (de Jongh) buurmeester van Herwijnen, toen Wouter Ariens de Gier daar schout was (noot 37). Hij trouwt later voor de tweede maal, want in boek 189 van de Hoge Bank van Tuil komt een akte voor, waarin melding gemaakt wordt van ‘Jenneke Teunis, weduwe en boedelhoudster van Saliger Abraham Gijsberts Rosa’ (noot 38). Verder volgt uit deze akte dat Johan Abrahams een zoon was van zijn eerste vrouw Mericke Cornelis en dat Geurt Abrahams en Aert Abrahams zoons waren van Jenneke Teunis, die tevoren gehuwd was geweest met Aert Keustens, bij wie ze een dochter Grietje Keustens had. Van Mergeriten (Grietje)Aert Keustens, jonge dochter uit Andel, is bekend dat zij op 28 maart 1647 te Herwijnen trouwde met Stheeven Huughen van den Bosch, jonge man uit Herwijnen . Later wordt Aart Abrahams, als oom ‘bloedvoogd’ van de twee nagelaten kinderen van Steven Huijgen van den Bosch en Grietje Aarts Kuyst zaliger (noot 39). Johan Abrahamsz is op 16 mei 1658 getuige bij de doop van een van hun kinderen (Maria). Aert Keustens (Kuyst) was dus waarschijnlijk een broer van Eyke Jans Kuyst, de vrouw van Heymen Gijsbertsz. Abrahams tweede vrouw was derhalve de weduwe van de broer van zijn broers vrouw. Net als zijn broer Heymen noemt Abraham zijn zoons Gijsbert (die we eerder zijn tegengekomen), Geurt en Aert respektievelijk naar zijn vader, grootvader en ooverleden broer Alert. Maar naar wie noemt hij Johan? En hoe zit het met eventuele dochters? Gijsbert van Rijckhuijsen heeft daarover een herinnering van zijn vader Arien opgetekend. Hij schrijft (noot 40): Ik heb in de winter van 1686 in Driel op school gezeten bij Noach Bellegam, die toen al weduwnaar was. Zijn dochter, die toen al overleden was, was de vrouw geweest van Henricus van Holten, de broer van mijn moeder. En de tweede vrouw van mijn oom was ook al dood, want hij hield het met een meid, die bij hem woonde. Op 20 augustus 1742 hebben Do Elsen en ik het Doop-en-Trouw boek gezien vanaf het jaar 1607. Daar stonden Gijsbert Geurtz en Alert Gijsberts en meerdere anderen in de gemeente als communicanten aangetekend in moeilijk oud schrift zoals in die tijd werd geschreven. Ik meen dat dat opgeschreven was door ouderlingen. Ik heb niet het begin van het Trouwboek gezien. Van Rijckhuijsen laat op deze passage het volgende volgen, waarbij het onduidelijk blijft of hij hier een direkt verband met het doop- en trouwboek legt: Abraham Gijsberts Roosa laat na Jan, Gijsbert en Geurt Abrahamsz Roosa Aert Abrahamsz Roosa Maeijke Abrahamse, in 1642 te Driel getrouwd met Noach Bellegam, schoolmeester in Frans en Duits Marieke Abrahamse, in Heijcoop getrouwd met Do Langenholt. Deze laat een zoon na, genaamd Ahaswirus Langenholt, doctor in de medicijnen. Omdat Arien van Rijckhuijsen alles uit herinnering optekende, mogen we zijn citaten alleen als eventuele bevestiging gebruiken van aanwijzingen die elders gevonden zijn of als nieuwe aanwijzingen waarvoor bevestiging nodig is. Dat Gijsbert Goertzen en Alert Gijsberts communicant geweest zijn, verbaast ons niet omdat we ze op de kerklidmatenlijst van 1612 zijn tegengekomen. Dat Abraham zonen heeft met de namen Jan, Gijsbert, Geurt en Aert hebben we eerder vastgesteld. Ons vermoeden dat hij ook wel dochters gehad zal hebben wordt bevestigd in de namen Maijke en Marike. We kunnen dit citaat niet gebruiken voor de datering van de familienaam, hetgeen jammer is, want ook bij het gezin van Abraham zijn we benieuwd naar het tijdstip waarop dat gebeurde. In 1642 vinden we in een akte uit het archief van de Hoge Bank van Tuil: ‘Jan Roosa, soon van Abraham Gijsberts Roosa’ (noot 41). Uit de DTB-boeken van Herwijnen vinden we dat Aert Abramse Rosa (mondig) op 25 oktober 1656 trouwt met Anneke Ariens (de Jongh, volgens Van Rijckhuijsen, noot 42) en dat op 12 juli 1668 Govert Abrahamse Rosa, jonge man uit Herwijnen trouwt met Hendrikske Jans Brouwer, jonge dochter uit Vuren. Van zoon Gijsbert is in de DTB-boeken niets terug te vinden. Omdat Johan na de dood van zijn vader optreedt als erfgenaam van zijn vader en moeder en als hoofd van de familie is Gijsbert mogelijk op jonge leeftijd overleden. Abraham Gijsbertsz zelf is in het jaar 1651 overleden. Dat blijkt uit het volgende document, dat overigens ook interessant is omdat het inzicht geeft over de gang van zaken bij de vererving van een leenroerig goed. Ook dit document is trouwens aangetroffen in het dossier van het eerder genoemde proces in 1670 tussen de erfgenamen van Heymen Gijsbertsz en Abraham Gijsbertsz Roosa.
166:16:0 |