Huldiging Ossche marechausee’s.
Vrijdagmiddag te 12 uur heeft op het terrein van de Koninklijke Marechaussee te Apeldoorn de plechtige huldiging plaats gehad van de manschappen van genoemd wapen uit Oss. Kort voor 12 uur hadden zich op genoemd terrein opgesteld, behalve de manschappen uit Oss en de tijdelijk daar en op de hoeve te Elsenburg en te Litoyen gedetacheerde manschappen, die van het depot te Apeldoorn; in totaal 125 man, van wie 22 uit Oss afkomstig waren. Precies 12 uur arriveerde Hare Majesteit de Koningin en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana met klein gevolg per auto van het Paleis Het Loo. In het gevolg bevonden zich kapitein Phaff, luitenant Röhmer en freule Schimmelpenninck van der Oye. Generaal-majoor J.H.G. Kappelhoff, inspecteur van het wapen der Koninklijke Marechaussee, presenteerde de troep aan Hare Majesteit [en] geleidde haar naar de Ossche manschappen. Deze werden daarna door den districtscommandant jonkheer G.A. Bouwier aan de Koningin voorgesteld. Nadat Hare Majesteit zich korten tijd met de manschappen had onderhouden, begaf zij zich naar het midden van het terrein waar zij een toespraak hield, welke gevolgd werd door een driewerf “hoezee” van alle aanwezigen. Vervolgens nam kapitein Phaff het woord en deelde mede dat het Hare Majesteit behaagd had aan den opperwachtmeester der Marechaussee Mintjes en den wachtmeester De Gier uit Oss de gouden eeremedaille van de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden toe te kennen. Spreker overhandigde aan beiden de versierselen der orde. Generaal-majoor Kappelhoff dankte voor de groote eer aan het wapen bewezen. Hierna werd voor de beide vorstinnen gedefileerd, waarna deze naar Het Loo terugkeerden. Nadat generaal-majoor Kappelhoff nog een korte toespraak had gehouden, was de plechtigheid geëindigd.
Bron: Zierikzeesche Nieuwsbode, 28 juni 1935.
