Person:Isabella de Brabander (1)

Watchers
Isabella de Brabander
Facts and Events
Name Isabella de Brabander
Gender Female
Birth[1] 6 Apr 1796 Westdorpe, Zeeland, Netherlands
Christening[1] 6 Apr 1796 Sas van Gent, Zeeland, Netherlands
Marriage to Unknown
Occupation? Westdorpe, Zeeland, Netherlandsveldarbeidster
Death[2] 16 Jan 1854 Westdorpe, Zeeland, Netherlands
Image Gallery
References
  1. 1.0 1.1 .

    Doopboek 1796 Rooms Katholieke Parochie Sas van Gent Zeeland Netherlands.
    geboren te Autrichepolder.

  2. overlijden, in Westdorpe, Zeeland, Netherlands. Burgerlijke Stand
    akte 2, 1854.

    veld-arbeidster ,ongehuwd.

  3.   Kindermoord te Westdorpe Zeeuws -Vlaanderen ?
    Broer en zuster Albertus en Isabella de Brabander uit Westdorpe werden beschuldigd van kindermoord.Albertus trouwde op 14 Juni 1822 te Westdorpe met Sophia Limpens.Sophia Limpens overleed op 21 Oktober 1822 nog maar 27 jaar oud in het kraambed van haar levenloos geboren dochtertje Francisca.
    Albertus was dus een paar maanden na zijn huwelijksdag alweer weduwnaar. Zijn ongehuwde tweeling zuster Isabella die in Moerbeke [Belgie] diende kwam terug naar Westdorpe en trok bij hem in. Samen werkten zij als veldarbeiders bij boeren in de omgeving van Westdorpe en Sas van Gent. Hoewel niet getrouwd kreeg Isabella vier kinderen.
    De kinderen overleden telkens enkele dagen na de geboorte.
    1 Paulina overleden 8 Juli 1824 oud 8 dagen
    2 Isabella overleden 29 Juli 1826 oud 7 dagen
    3 Viergenie overleden 7 Maart 1832 oud 8 dagen
    4 Amelia overleden 14 September 1833 oud 8 dagen
    Het publiek gerucht in Westdorpe wilde dat Albertus de vader was van de kinderen want broer en zusterleefden als man en vrouw aldus de dorpsroddel. De kinderen waren geboren uit een verboden relatie en er was sprake van bloedschande. Toen ook Amelia op 14 September 1833 onder verdachte omstandigheden plotseling overleed kwamen de plaatselijke autoriteiten in beweging. Op 16 September 1833 begaf Jacobus Adrianus Pateer burgemeester van Westdorpe zich naar het woonhuis van Albertus en Isabella. Hij was in gezelschap van Willem de Oude Stads Heel en Vroedmeester van Sas van Gent, de Pastoor van Westdorpe en Assessor Livinus Bonte. Dit viertal stelde ter plaatse een onderzoek in naar de dood van het meisje dat op 7 September was geboren en eerst op 11 September door de pastoor werd gedoopt. Uit het onderzoek van het lijkje door Stads Heel en Vroedmeester de Oude ontstond het vermoeden dat de dood was veroorzaakt door verwurging met een ronde band of koord om de hals van het kind.
    Een procesverbaal van aanklacht werd opgemaakt door burgemeester Pateer en Albertus en Isabella werden door hem gearresteerd. Samen met haar dode dochtertje werd Isabella overgebracht naar Axel om te worden voorgeleid aan de Vrederechter. Ook Albertus werd later op die dag naar Axel overgebracht. Tijdens het verhoor gaven de verdachten toe dat zij met beider goedvinden al 10 jaar leefden als man en vrouw. Hoewel Isabella eerst vertelde dat de kinderen ook verwekt zouden kunnen zijn tijdens het bedrijven van betaalde liefde met reizende passanten bekenden broer en zuster ten slotte dat ze waarschijnlijk geboren waren uit hun relatie.
    Beiden ontkenden echter stellig schuldig te zijn aan de dood van Amalia en de andere kinderen.De ontboden geneesheren Jacobus Janssen en Joost Roelofsz. troffen volgens het schouwcedel een voldragen en welgeschapen in alle delen gezond en wel geconstrueerd kindje aan van het vrouwelijke geslacht.
    Bij de obductie werden geen gebreken gevonden die een plotselinge dood hadden kunnen veroorzaken aldus deze geneesheren. De ronde kring rond de hals deed hen vermoeden dat het kindje door uitwendig geweld of verwurging om het leven was gebracht.
    De buren Martha Roelands en Dorethea Claes verklaarden dat de bevalling normaal was verlopen. De hals van kindje was volgens de getuigen niet verstrikt geweest in de navelstreng en het zag er bij de geboorte en de dagen daarna gezond en wel uit. Dat was ook de mening van de pastoor van Westdorpe die het meisje in bijzijn van de moeder had gedoopt. De pastoor had eerder de doop geweigerd want de ouders leefden in zonde maar toonden geen berouw en het kindje was de vrucht van een verboden relatie. Bij huiszoeking in de woning van verdachten werd door de Vrederechter een tot strop gevormd stuk ijzerdraad gevonden. Albertus herkende het ijzerdraad als zijn eigendom. Hij had het gekocht te Sas van Gent en het draad was bestemd om er zijn varkens mee te ringen.Al met al was er voor Justitie voldoende bewijs om een bevel tot bewaring uit te vaardigen. Albertus en Isabella werden overgebracht naar Goes en ingesloten in het Huis van Arrest. De verdachten werden meerdere malen voorgeleid aan de Rechter van Instructie en ontkenden dat het kindje gezond ter wereld was gekomen want het meisje had immers moeite gehad met ademhalen en werd zo nu en dan blauw. Hoewel zij uiteindelijk moesten toegeven dat Amalia geen natuurlijk dood was gestorven bleven zij volhouden onschuldig te zijn aan de dood
    van hun dochtertje. De bevindingen van de geneesheren Den Oude, Janssen en Roelofsz. werden ter toetsing voorgelegd aan de plaatselijke Commissie van geneeskundig toezicht te Goes. Deze bevestigde de conclusie van genoemde heren dat verwurging mogelijk oorzaak was van de dood van Amelia.
    Uiteindelijk werd aan Albertus en Isabella op 13 Juni 1834 door de Procureur Generaal Kindermoord ten laste gelegd. Op de zitting van 4 Oktober 1834 van Het Hof van Assisen in de Provincie Zeeland werden Albertus en Isabella de Brabander echter niet schuldig verklaard.
    Naar het oordeel van de Rechtbank was er onvoldoende bewijs om tot een veroordeling te komen en werden zij na meer dan een jaar in voorarrest te hebben gezeten in vrijheid gesteld. Wat er werkelijk is gebeurd zullen wij nooit te weten komen want het antwoord op die vraag hebben broer en zuster de Brabander meegenomen in hun graf. Hoe het Albertus en Isabella verder is vergaan na de vrijlating is niet bekend. Isabella overleed ongehuwd op 16 Januari 1854 te Westdorpe volgens de akte van overlijden van beroep arbeidster en Albertus overleed op 9 December 1855 te Westdorpe.Hij was toen volgens de akte van overlijden 61 jaar oud en van beroep arbeider. De Kadastrale Atlas van 1832 noemt Albertus de Brabander als herbergier en eigenaar van een huis en erf te Westdorpe perceel C740 en C741.