ViewsWatchersBrowse |
Article Covers
[edit] Orxma State te Menaldum [22 October 2014][1] De oudst bekende, of althans als zodanig geregistreerde, bewoner van Orxma State is Renick van Roorda, die gehuwd was met Rixt van Juckema. Dat moet rond 1600 geweest zijn. In 1487 werd er echter te Menaldum een proces gevoerd tussen ene “Oerck Abbas” en “Rioerd Roorda” omdat Ruurd zich niet aan zijn deel van een eerder in Leeuwarden opgetekende “baar” (overeenkomst) hield. Voorzitter van de rechtbank is dan Wythies Laesz., Grietman van Menaldumadeel. Zijn zeven bijzitters (mederechters) zijn Hessel Kempasz. (Martena), Reinck Hettesz. (Hemmema), Douwa Glins, Heerka Reniksz., Goffa Douwaz., Feyka Syrdsma en Haya Dokaz. De genoemde Oerck Abbas ofwel Orck Aebes zou de naamgever van de state kunnen zijn gewee--henk 08:48, 22 October 2014 (UTC) [edit] Camstra State Firdum [22 October 2014][2] Vóór 1500 is er weinig bekend omtrent eigenaren en bewoners, maar dat zullen zeker leden van de adellijke Camstra’s geweest zijn. In het Register van den Aanbreng van 1511, een inventarisatie van het onroerend goed in Friesland en de eigenaren en gebruikers daarvan, waarover belasting geheven moest worden, vinden we echter meteen een andere naam: "Juw Roerde". Waarschijnlijk is de state door huwelijk in de familie Roorda gekomen. In de genealogie van het geslacht Roorda uit het nabijgelegen Tzummarum vinden we namelijk een Ruurt Roorda, die getrouwd is met Syts Riencksdr. Camstra. Hij is de oudste uit een gezin van 10 kinderen. Juw Roorda is de jongste uit het gezin en blijkt in die periode inderdaad te Firdgum te wonen. Vermoedelijk woonde Juw Roorda op Camstra State om zijn minderjarige neefje Rienck en zijn nog jongere broertje, kinderen van Ruurt en Syts, op te voeden en het bezit te beheren na het overlijden van hun ouders. Rienck van Roorda en zijn vrouw Rixt Sickedr. van Juckema hebben niet hun hele huwelijksleven op Camstra State gewoond, want in 1543 woonde zijn neef Taco van Roorda op de state.--henk 08:51, 22 October 2014 (UTC) [edit] Brunia State[3] In de Middeleeuwen zijn er niet minder dan drie kloosters met de naam Bethanië geweest. Van dit klooster weten we precies waar het gestaan heeft, namelijk in de buurt van Brunia State. Er is daar in 1987 een proefonderzoek op het voormalig kloosterterrein Bethanië ingesteld met goede resultaten. Het Friesch Museum en de acheoloog drs.E.Kramer hebben toestemming gegeven tot publicatie. Nu iets over de geschiedenis van het klooster. In de nabijheid van het klooster te Lidlum had de familie Roordama een stins. Omstreeks 1450 was Johannes Roorda eigenaar van deze stins. Hij beroofde het klooster, door een verwisseling van contracten bij het ondertekenen, van veel goederen en liet zijn broer Ruurd tot abt van Lidlum benoemen. Ruurd heeft echter nooit de wijding tot abt ontvangen. Ruurd stierf in 1471 een plotselinge dood in Leeuwarden. Johannes haalde nog meer boevenstreken uit, maar kreeg uiteindelijk berouw van zijn daden. Hij overleed in 1473, nadat hij bij testament had bepaald dat een van zijn boerderijen, Tjessinga-goed in de omgeving van Tzummarum, bestemd moest worden voor een vrouwenklooster. Het machtige Roordageslacht bezat veel onroerend goed, zoals Brunia-State, Camstra-State en het Orxma complex te Minnertsga. Bij akte van 24 oct. 1474 werd de testementaire beschikking van Johannes Roorda uitgevoerd.--henk 08:54, 22 October 2014 (UTC) [edit] Roorda State Genum [22 October 2014]Roorda Stins/State is waarschijnlijk reeds ontstaan vóór 1300. Geschiedenis Algra schrijft in 1957 in "De historie gaat door het eigen dorp" het volgende: "Bij Genum stonden zelfs twee adellijke huizen, terwijl Reitsum er één had. Ik bedoel Roorda en Aylva bij Genum en Stania onder Reitsum. Op de plaats waar eens de stinsen stonden, treft men nu grote boerderijen aan. Aan de grootte van de hof en aan sommige fragmenten van een gracht kan men nog duidelijk zien, dat hier indertijd niet "zo maar een boerderij" heeft gestaan. Beginnen we met Roorda. Dit is een heel belangrijk geslacht geweest. Of eigenlijk waren het er drie: de Roorda’s van Tzummarum, die een halve maan in het wapen voerden, de Roorda’s met de baar, die o.a. in Cubaard hebben gewoond en die een lijkbaar in hun wapen hadden en dan de Roorda’s van Genum, die een kop van een 'Moriaan' met tulband in hun blazoen vertoonden. Waarschijnlijk zijn alle Roorda’s weer familie van elkaar, maar het schijnt moeilijk aan te tonen, hoe de drie takken ten slotte bij elkaar komen. De halve maan en de Moriaan doen denken aan de kruistochten. In 1224 zouden b.v. een Ruurd en een Johan Roorda naar het Heilig land zijn gegaan met het leger, dat aangevoerd werd door de hertog van Brabant. Johan sneulvelde er, maar Ruurd keerde terug, zo zeggen de oude verhalen". "De kop van de Moor in het wapen van de Genumer Roorda’s zo wordt verhaald, is ook te danken aan de kruistochten. Een der Roorda’s kon als David de smaadtaal en uitdagingen van een Mohammedaanse kampvechter niet verdragen en bond de strijd met deze ongelovige aan. Hij overwon en keerde met de kop van de verslagen vijand in het legerkamp der zijnen terug en omdat hij zo dapper geweest was, werd hij tot ridder geslagen en mocht hij voortaan de afbeelding van de kop van de Moor in zijn wapen voeren". Tot zover Algra. De familie Roorda wordt in echte stukken pas in 1397 als Rowertha to Ghenim vermeld. In dat jaar gaf Aylika Rowertha als borg voor Bauke Siurdisma (Sjoerdsma) te Lekkum 40 pondemaat te Deinum aan Scelta Folpertha. Tot 1507, dus tot 120 jaar later, zouden de erfgenamen Roorda de verwanten of rechtsopvolgers van Sjoerdsma (zie Sjoerdsma State te Lekkum) aanspreken om terugbetaling van deze borgsom. Een zwager van Aylko Roerda was Wilko, waarschijnlijk dezelfde als Wilcke Roeuerda die in 1422 als Schieringer hoofdeling het Grote Verbond mee bezegelde. Een zoon van Aylika was Syds Roorda, in 1447 getrouwd met Etheke Ropta. Na Syds' dood hertrouwde zij met Wobbe Gerlofs Wobbema en woonde met hem op Wobbema State te Driesum. Een zoon van Syds, Wibrandus of Wybren Roorda wordt in 1470 vermeld als hij de door zijn grootvader betaalde borgsom probeert terug te krijgen. Douwa her Syucksma (zie Siuxma State te Waaxens) was waarschijnlijk een verwant van Wybren Roorda, want hij treedt samen met hem op. In 1474 komt Wybren ‘in het nieuws’ als hij zijn zusters die dan non in het klooster Bethlehem zijn met een rente uitboedelt. In 1487 hadden hij en zijn vrouw Auck te Herwey met andere erfgenamen een geschil over de Herwey-erfenis. Hun naam komt voor op de kerkklok van Genum uit 1490. Wybren Roorda trad ook in de naburige dorpen Wanswerd en Jislum als hoofdeling op: in 1491 sloot hij zich met deze dorpsgemeenten aan bij het verbond met Groningen; in 1505 werd hij genoemd onder de edelen van Ferwerderadeel. Wybren had twee zoons, Syds en Feye. Deze gebroeders en hun zwager Lieuwe Hettes procedeerden in 1507 over de Sjoerdsma-zaak uit 1397 tegen de erfgenamen van Menna Eeminga en Ropke Remmerda. Syds Wybrens Roorda erfde Roorda goet en wordt in 1511 en 1540 als eigenaar vermeld. Hij was getrouwd met Eesck van Donia. Algra vermeldt Hil van Aylva als zijn vrouw, maar was daarmee vrijwel zeker abuis. Uit het huwelijk van Syds en Eesck werd namelijk een dochter geboren met de naam Hil, die met Rienk van Aylva trouwde. Door deze verbintenis tussen de Roorda’s en Aylva’s verscheen deze wijdvertakte familie ook in Genum. Feye Wybrens Roorda woonde op Wythiema State te Genum met zijn vrouw Rixt Hania. Hoe de omstandigheden zich in Genum hebben ontwikkeld is niet meer na te gaan, maar na de dood van de broers Syds en Feye blijkt Wybren Feyes Roorda op Roorda State van zijn oom Syds te wonen en Hil Sydsdr. Roorda met haar man op ‘Aylva State’, dat vrijwel zeker oorspronkelijk Wythiema State van Feye Wybrens Roorda was. In 1578 en 1580 woonde op het ene goed Wybren Roorda en op het andere Wybren van Aylva. Wybren Feyes laat Roorda State na aan zijn zoon Feye. Deze laatste heeft op het voorvaderlijk huis gewoond tot zijn dood in 1605. Hij werd evenals zijn voorouders in de kerk van Genum begraven. Feye (de jonge) had een zoon, Wybrand, en 5 dochters. Of Wybrand in zijn jongere jaren in Genum heeft gewoond is niet zeker. Omstreeks 1607 woonden zijn zusters, waaronder Wick Roorda, te Genum. In 1640 worden de erfgenamen vermeld van Bocke van Burmania die getrouwd was geweest met Ursel Feyedr. van Roorda. In 1656 wordt er wel een Wybrand Roorda te Genum vermeld. De zoons van Wybrand waren Douwe en Feye. Die laatste heeft het tot schout bij nacht gebracht. Beiden hadden kinderen, maar met die kinderen sterft het geslacht van de Roorda’s van Genum uit. Of deze laatste generaties Van Roorda nog in Genum hebben gewoond? Bovengenoemde Douwe was in Leeuwarden geboren, wat er in ieder geval op wijst dat de familie niet meer het hele jaar door te Genum woonde. In 1696 staat de stem op naam van burgemeester Recalf voor de ene en op die van Pijtje Luytjens, weduwe van Tjepke Taekes, voor de andere helft. In 1718 is Pijtje Luytjens volledig eigenaresse en in 1738 haar dochter Rinske Tjepkes gehuwd met Otto Lambergen. Hun zoons prof. Tiberius en dr. Sybrandus Lambergen zijn tot 1778 eigenaren. In 1790 is een Roorda gebruiker (genoemd naar de state?) en in 1818 hebben Jacob Bottes Roorda en P.J. Goslinga het goed samen in eigendom. Het blijft in deze familie Roorda tot 1850 wanneer de familie Tilma eigenaar wordt.In 1858 wordt de plaats verdeeld en komt het huis aan Pier Jans Tilma. Waarschijnlijk is de state reeds voor 1723 afgebroken, want er is geen tekening bekend van het huis bekend van Jacob Stellingwerf. De "Tegenwoordige Staat van Friesland" meldt dan ook rond 1785: "...deze heerlijkheden zyn ook reeds voor veele jaaren verdweenen". (Roorda èn Aylva State.) Op de kadastrale minute van omstreeks 1830 komt een kop-hals-romp boerderij voor die kennelijk nadien vervangen is door de tegenwoordige. Op het omgrachte terrein staat een boerderij met een gaaf dwars gebouwd voorhuis, dat door middel van een halsgedeelte verbinding heeft met de schuur (afb. 146). De ingang is in het midden van de voorgevel, ter weerszijden zesruitsvensters, midden ige eeuw. Volgens M.S.E. Visser in 1960 zou er een toegangspoort geweest zijn tegenover de plaats waar de stookhut van de boerderij stond; onder de karnhoek zou een kelder zijn. Bewoners 1440 Syds Roorda 1470, 1505 Wybren Roorda 1511, 1540 Syds Roorda 1578, 1580 Wybren Feyes Roorda tot 1605 Feye Wybrens Roorda 1607 zusters Roorda 1640 erven Bocke van Burmania en Ursel Feyedr. Roorda 1656 Wybrand Roorda Douwe Roorda (?) 1696 burgemeester Recalf en Pijtje Luytjens 50/50 1718 Pijtje Luytjens 1738 Rinske Tjepkes en Otto Lambergen tot 1778 prof. Tiberius en dr. Sybrandus Lambergen 1818 Jacob Bottes Roorda en P.J. Goslinga tot 1850 fam. Roorda fam. Tilma 1858 Pier Jans Tilma--henk 08:59, 22 October 2014 (UTC) [edit] Roorda en Mingia State Grouw [22 October 2014][5] Het goed wordt voor het eerst vermeld in 1436. Geschiedenis "Als familienaam komt Rowarda in 1436 voor het eerst voor in relatie tot dit goed. Als toponiem komt Meynnye gued ... daer Popko Roerdtsz (Roorda) op woent in 1543 voor; in 1640 wordt de state als de drie-eenheid Groot Roorda, Clein Roorda, Minia omschreven. De naam Roorda is oud in Idaarderadeel. Elingus Roarda de Popingha was in 1369 grietman van Idaarderadeel; in Warga lag Oldt Roorda state (zie Oud Roorda te Warga). De oudst geattesteerde familie Roorda in deze grietenij is echter die te Grouw. Volgens een 17de-eeuwse traditie zouden zij afstammen van de Roorda's van Tzummarum. Dit is evenwel aanwijsbaar onjuist.(1) In 1436 was Thiarck Rowerda grietman van Idaarderadeel; hij geeft met anderen ferdban op de verkoop van een stins te Swichum en gebruikt daarbij een eigen zegel (zie stins te Swichum). Een zoon van Thiarck was waarschijnlijk Popka Rorda wth Ydaerderadeel; deze zegelde in 1477 de oorkonde over de vier Leppazijlen (zie bij Uthsma te Grouw en Haringa te Aegum). Ook in 1468 en 1479 trad hij, respectievelijk als grietman en mederechter, op in Leppa-zaken. Popcke liet drie kinderen na: Tjerck, Lieuwe en Ruurt. Tjerck was in 1502 grietman van Idaarderadeel en in 1506 dijkgraaf van de Leppa. Zijn broer Lieuwe was in 1485 hooftman op de Spycker, het steenhuis bij het klooster van Hemelum, dat als Schierings steunpunt tegen de Vetkoperse Galama's in Koudum en Bakhuizen fungeerde. Lieuwe Roorda had later een opmerkelijke carrière als zanger bij de Romeinse curie. Als neef van Tjerck en Lieuwe Popckez wordt beschouwd Popcke (Ruurts) van Roorda, 1511 te Grouw, 1543 kerkvoogd aldaar en in 1522 grietman in Idaarderadeel vanwege de Gelderse hertog. In 1516 werden zijn goederen geconfisqueerd en aan Dirck Freercksz toegewezen.(2) Als zijn woonplaats wordt in 1543 vermeld: Meynnye gueds landen daer Popko Roerdtsz op woent. Ook later vormt Mingialand en Roordaland een geheel. Zijn zoon Carel van Roorda was politiek tegenstander van stadhouder Willem Lodewijk en stierf in 1601; Popckes andere zoon, Popcke, werd in 1580 ontvanger van de kloostergoederen.(3) Zoons van de laatste waren Abraham en Andries. Abraham was grietman van Idaarderadeel van 1626 tot 1635. Hij stierf te Leeuwarden op 22-08-1649. Hij was eigenaar en bewoner van Groot Roorda, dat in 1640 met het aangrenzende Clein Roorda en Mingia één geheel - maar gerechtigd tot drie stemmen - vormde. Het complex was 170 pondemaat groot. Bovendien was hij ondermeer eigenaar van een deel van Friesma sate in Idaard. Erfgenamen van Abraham waren zijn neven Carel en Ruird, zoons van zijn broer Andries, hoogleraar in de logica te Franeker, 1611-1621, en rentmeester van de domeinen, 1621-1626. Carel van Roorda volgde zijn oom als grietman van Idaarderadeel in 1635 op; in 1648 woonde hij nog op Groot Roorda in Grouw, in 1652 op het door hem gebouwde aanzienlijke huis Friesma state in Idaard. Een ander "nieuw Roordahuis" was het huis in de Huzebosk in het dorp Grouw, in 1752 De Poort genoemd, met 't soogenaemde Waschhuis en zomerhuis en 't soogenaemde zaal, kelder en kelderskamer. Het poortgebouw, daterend uit 1665, bestaat nog. Op de kerkklok in Grouw van 1653 werd in het wapen van Carel van Roorda het wapen Roorda van Grouw (links) gedeeld met dat van Idaarderadeel (rechts). Gezien de drie stemmen op Groot Roorda - Clein Roorda - Minia zal Roorda oorspronkelijk uit drie afzonderlijke sates hebben bestaan. In 1543 was de vermenging van de landerijen vermoedelijk reeds begonnen, omdat Popcke Ruurts toen op Minia woonde. Vanwege de positie van de familie in de 15de eeuw heeft op Roorda hoogstwaarschijnlijk een stins gestaan." Tot zover Paul Noomen. In 1640 is het goed eigendom van Abraham van Roorda, samen met de kinderen van zijn broer. Volgens het stemkohier gebruikte hij de boerderij zelf, waarbij dan als naam van het goed Groot-Roorda, Klein-Roorda en Minia is vermeld. Het stemkohier van 1698 vermeldt Vrouw Nolckjen van Heloma, als moeder etc. van haar drie minderjarige kinderen bij wijlen kapitein Andries van Velsen voor ¾ en de heer Adrianus Bothenius te Grouw uit naam van zijn vrouw als eigenaren, met als gebruiker Jelle Sipkes. In 1728 is mevrouw Van Heloma nog steeds als moeder van haar kinderen als ‘eigenaresse’ vermeld, maar nu wordt haar man zaliger Andries Roorda van Velsen genoemd. In die tijd werd Roorda in Grouw niet meer door de eigenaars bewoond, maar aan een meijer verpacht. De Roorda's waren inmiddels in mannelijke lijn uitgestorven. Als edele state en adelyke hofstede Groot Roorda wordt het echter nog wel op de kaarten van 1664 en 1718 aangegeven, en ook in 1786 werd Roorda State nog van ouds eene schoone huizing en hoving genoemd. Op de topografische kaart van 1930 staan de namen "Roorda", "Minia" en "Lijts Roorda" vermeld bij drie verschillende boerderijen.--henk 09:00, 22 October 2014 (UTC) [edit] Roorda state te Hiaure [22 October 2014][6] Roorda State lag ten oosten van Hiaure, gem. Dongeradeel. Ontstaan Over het ontstaan van de state is niets bekend. Geschiedenis In "De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners" van Paul Noomen wordt Roorda niet vermeld. Herma M. van den Berg vermeldt slechts: "Ten oosten van de kerkterp van Hiaure geeft dezelfde bron (= Halbertsma) nog een kleine terp, waarop de state Roorda was gelegen". Dat is alles. Het stemkohier van 1698 vermeldt bij stem 7 de naam Roorda en in het floreenkohier van 1700 komt die naam voor bij nummer 3. In 1640 was stem 7 eigendom van "de heer Ruis, Utrecht" terwijl Sjoerd Scheltes als gebruiker geboekt staat. Er wordt dan geen naam van het goed vermeld. In 1698/1700 is het eigendom van Ulbe baron van Aylva, de grietman van Oostdongeradeel. Het goed is dan net geen 20 hectare groot en wordt gebruikt door Sjoerd Scheltes, ongetwijfeld een kleinzoon van de Sjoerd van 58 jaar daarvoor. In 1728 is het geen adellijk bezit meer en is het eigendom van "Jan Doecles erven" en gebruiker is Wybe Watses. Ruim 100 jaar later is Willem Doekeles Ploegsma, vermoedelijk een achterkleinzoon van Jan Doecles, eigenaar en gebruiker. Bewoners 1640 de heer Ruis 1698 Ulbe baron van Aylva 1728 Jan Doecles erven 1832 Willem Doekeles Ploegsma--henk 09:02, 22 October 2014 (UTC) [edit] Roorda State te Warga [22 October 2014][7] Roordastins, Oud Roorda, Ald Roarda, Popma State, Popma’s groote plaats, Ald Slot Ontstaan De Roordastins dateerde vermoedelijk uit de 14e eeuw. Geschiedenis In Warga lag in de late Middeleeuwen de stins Roorda. In later tijd werd ook de state Palma of Palmera door edellieden bewoond. Verder waren er enkele staten in handen van aanzienlijke families op de rand van adel en eigenerfd. Interessant in dit verband zijn de goederen die in de geschiedenis van de familie Aytta, afkomstig uit Roordahuizum, een rol speelden. De oorsprong van de rechten van de Aytta's onder Warga ligt in een huwelijk in het begin van de 15de eeuw. De oudste gegevens omtrent het goed dateren uit 1423. Het Roordagoed bestond toen uit een aantal boerderijen, vele kavels losse landerijen en de state, bewoond door Siurd Roarda. In 1452 bemiddelde Tzumma Ryoerda in een geschil in Warga; of hij er ook woonde, wordt niet vermeld. In 1516 heet het Roerda state; Roerda gued in 1529. Het was in de late 15de, 16de en 17de eeuw een adellijke woonplaats. In 1543 rustten op Roorda goed de memorielasten voor Kensch en Menne Roerda, en voor Douwe Jousma en zijn vrouw Hys. Kensch en Menne Roerda waren dus eerdere eigenaars van het goed. Voor 1501 verkocht de laatste, Minne Kynskaz genoemd, Roorda aan de hoofdeling Oene Jousma (zie Jousma te Wirdum). Blijkbaar waren er meer gegadigden, want in 1516 pretendeerde Wyben Boulsma, lid van het Leeuwarder stadsbestuur en eigenaar van Boulsma te Hijum, dat de vader van Douwe Jousma de state en landen aan hem, althans aan zijn voogden, ontweldicht ende lange tyt onrechtelick gebruyct heeft. Tijdens de (tijdelijke) verbeurdverklaring van Douwe Jouwsma's goederen rond 1516/1517 trachtte hij de state terug te krijgen. Noomen schrijft: "In 1511 en 1529 was Douwe Jousma, Oenes zoon, eigenaar van Roorda. De Jousma's waren afkomstig uit Leeuwarderadeel. Met de verwerving van Roorda in Warga lijkt Douwes grietmanschap van Idaarderadeel rond 1510 samen te hangen. In zijn testament van 1529 vermaakte hij Roerda gued deer ick nu op wannye ende icket bruken byn aan zijn zoon Oenna; hij noemde daarbij ook de kleine fenne by myn hoefgraft. Oene zou echter alleen het oorspronkelijke Roorda krijgen, zoals het van Minne Roorda was gekocht; niet het later erbij verworven land. Aan zijn dochters Hys en Kunier gaf Douwe onder Warga eveneens goederen. Douwe stierf in 1532; in de kerk van Warga is nu nog de gigantische grafzerk van Douwo van Jousama en zijn beide echtgenoten His Camstra en Hylck Harinxma aanwezig.(1) In 1543 bewoonde een Hessel Roerda Roerda guedt, dat toen eigendom was van zijn vrouw Thiet Janckes Douwema, weduwe van Oenne Jousma; Oenes zuster Kunier Jousma bezat met haar man Antoenis Galama eveneens goederen in Warga, ondermeer Palmere of Palmagoed (zie Palma te Warga). Verder was er in Warga een Auldt of Lutke Roorda guedt, waarvan een Ydts Ydtsz eigenaar was (SC2).(2) In de 17de eeuw werd de aanduiding "Oud Roorda" niet meer gebezigd voor Klein Roorda (SC2), maar juist voor Roorda (SC1)." In 1589 kwam het bij testamentaire beschikking in eigendom van Dr. Tyete van Popma thoe Ylst.(3) Volgens dit testament was het slot door een gracht omgeven en was toegankelijk door een poortgebouw 'met Liuen' (leeuwen). In de tuin bevond zich een vijver. Een in het Fries museum bewaard gebleven tekening van Jacobus Stellingwerf uit 1724 geeft het slot nog in deze toestand weer. Het bevatte o.a. negen woonkamers, twee meidenkamers, tien slaapkamers, een braad- en woonkeuken, twee waskeukens, drie grote kelders, twee hooischuren met stallen en een ijshok, om het ijs uit de vijver te bewaren voor de zomer.--henk 09:04, 22 October 2014 (UTC) [edit] Roordaburg [22 October 2014][8] Het kasteel wordt voor het eerste in de 16e eeuw genoemd. Geschiedenis Als de Roordaburg in de 16e eeuw voor de eerste keer wordt genoemd, wordt het bewoond door Sybrant Roorda. Hij is de laatste mannelijke nakomeling uit een geslacht, dat zijn naam aan het kasteel gegeven heeft. Zijn dochter Perck trouwt met Pybe Eminga van Schingen, waarmee het huis in deze familie komt. Na de dood van Perck en Pybe erft hun zoon Albert Eminga van Schingen het kasteel. Hij werd protestant en was grietman van Franekeradeel van 1652 tot 1662. Hij trouwde eerst met Maria thoe Schwartzenberg en na haar dood met Foockel van Botnia van Oud-Botnia te Franeker. Na zijn dood erfde zijn katholiek gebleven zus Catharina, echtgenote van Alef van Aggema, de Stins. Hiermee komt het huis in de familie Van Aggema, maar niet voor lang. Catharina en Alef hebben alleen een dochter Catharina en zij verkoopt in 1692 het huis aan Gerrolt van Cammingha en Catharina Victoria van Sternsee. Het slot wordt geërfd door hun zoon Sjuck van Cammingha, maar bij zijn dood blijken zijn bezittingen zo zwaar belast te zijn, dat zijn erfgenamen de erfenis verwerpen. Uit de boedel koopt Tiberius Pepinus van Eminga van Wiarda State te Goutum het huis, maar verkoopt dit 2 jaar later alweer. Uiteindelijk wordt het kasteel in 1765 gesloopt. Na de Reformatie is de Roordaburg een lange tijd schuilkerk geweest voor de rooms-katholieken, die in de streek rond Franeker hun godsdienst trouw bleven. Hiertoe behoorden ook veel adellijke families, zoals de Liauckama's te Sexbierum en de Cammingha-Sternsee's te Franeker. Zij mochten hun godsdienst niet meer openlijk belijden en kwamen bijeen in zogenaamde schuilkerken. Van de Roordaburg zijn verschillende afbeeldingen bewaard gebleven uit de achttiende eeuw. Deze afbeeldingen geven echter niet eenzelfde beeld van het huis. op de tekening van Jacobus Stellingwerf uit ca 1720 zien we een vrijwel dubbelbeukig dwarshuis met trapgevels en met een vooruitspringende ingangspartij met traptop en enkele bijgebouwen. Het huis stond op een omgracht terrein dat alleen via een poortgebouw met trapgevels en gedekt door een zadeldak, dat over de gracht stond, bereikbaar was. Bijna 20 jaar later maakte Piter ldserdts een tekening van de Roordaburg. Hierop komen we het poortgebouw niet meer tegen. Daarvoor in de plaats zien we een loofgang en een lattenpaviljoen. Het hoofdgebouw bestaat uit slechts één onderkelderde bouwlaag. Links van de inganspartij bevinden zich drie ramen, terwijl rechts vijf ramen zijn aangebracht. Dit zijn in totaal meer ramen dan we op de tekening van Jacob Stellingwerf zien. De vooruitspringende ingangspartij is nu voorzien van een poortingang en op de kruising van de daknokken staat een enorme achtzijdige schoorsteen. Verder zien we rechts van het voorplein nog een schuur en achter het gebouwd enkele bijgebouwen. Tot slot is er nog een derde afbeelding bewaard gebleven. Hierop is de Roordaburg echter een ruïne. De ruïne had vrij hoge muren, die er op zouden kunnen wijzen dat de linkervleugel wellicht onderkelderd was met één bouwlaag en de rechtervleugel twee bouwlagen bezat. Bewoners 16e eeuw Sybrant Roorda Perck van Roorda, getrouwd met Pybe Eminga van Schingen ca 1652 - ca 1662 Albert Eminga van Schingen Catharina Eminga van Schingen, getrouwd met Alef van Aggema - 1692 Catharina van Aggema 1692 Gerrolt van Cammingha, getrouwd met Catharina Victoria van Sternsee Sjuck van Cammingha 1719 - 1721 Tiberius Pepinus van Eminga Huidige doeleinden Van deze Stins is niets meer terug te vinden.--henk 09:05, 22 October 2014 (UTC) [edit] Aylva State te Genum ( Wythiema Sate) [22 October 2014][9] (mogelijk) Wythiema State Ontstaan Waarschijnlijk is deze State gebouwd rond 1534. Er wordt wel aangenomen dat deze State gebouwd is rond 1534, maar vermoedelijk was dit oorspronkelijk Wythiema State en is het goed ‘omgedoopt’ na de komst van de Aylva’s. Geschiedenis Over het morenhoofd dat de Roorda's van Genum in hun wapen voerden, werd in de 17de eeuw een legende opgetekend, volgens welke de Roorda’s rond 1224 aan de kruistochten zouden hebben deelgenomen. De familie Roorda wordt in echte stukken echter pas in 1397 als Rowertha to Ghenim vermeld. De Roorda’s waren rijk. Genum had ook ‘Roordahuizum’ kunnen heten, want veel landerijen rond dit dorp waren hun eigendom. Rond 1500 was Wybren Roorda eigenaar van Roorda State. Hij had twee zoons, Syds en Feye. Syds erfde Roorda goet en wordt in 1511 en 1540 als eigenaar van die state vermeld. Hij was getrouwd met Eesck van Donia en zij hadden een dochter, Hil, die met Rienk van Aylva trouwde in 1534. Door deze verbintenis tussen de Roorda’s en Aylva’s verscheen deze wijdvertakte familie ook in Genum. Feye Wybrens Roorda woonde met zijn vrouw Rixt Hania op Wythiema State te Genum, in 1811 nog een pachtboerderij. Zij hadden een zoon, Wybren. Hoe de omstandigheden zich in Genum hebben ontwikkeld is niet meer na te gaan, maar na de dood van de broers Syds en Feye blijkt Wybren Feyes Roorda op Roorda State van zijn oom Syds te wonen en Hil Sydsdr. Roorda met haar man op ‘Aylva State’, dat vrijwel zeker oorspronkelijk Wythiema State van haar oom Feye Wybrens Roorda was. Waarschijnlijk is voor/door hen de state verbouwd en omgedoopt tot Aylva State. Rienck stierf al in 1545, His overleefde hem 28 jaar en overleed in 1573. Hun zoon Wybren van Aylva erfde de state zodat er in 1578 en 1580 beide states door een Wybren bewoond werd, Wybren Roorda op Roorda State en Wybren van Aylva op Aylva State. Hij was lid van het Verbond van Edelen en waarschijnlijk heeft hij in 1567 moeten vluchten en heeft zijn moeder de state tijdens zijn afwezigheid beheerd. Na de ommekeer heeft hij zijn erfgoed weer in bezit genomen. Hij is in het begin van de 17e eeuw te Genum overleden en zijn zoon Taco van Aylva werd eigenaar van de state. De zes kinderen van deze laatste Wybren hadden allemaal geen nakomelingen en zo stierf deze Genumer tak van de Van Aylva’s even merkwaardig uit als hun verwanten: de Roorda’s. De "Tegenwoordige Staat van Friesland" meldt rond 1785: "deze heerlijkheden zyn ook reeds voor veele jaaren verdweenen" (Aylva en Roorda State). Op het terrein staat een laat 20e eeuwse boerderij. Bewoners 1534 - 1545 Rienck van Aylva 1545 - 1573 His van Roorda, wed Van Aylva 1573 - 16.. Wybren van Aylva kinderen van Wybren [edit] Friesma State te Idaard [22 October 2014][10] In 1652 liet Carel Roorda het classicistische landhuis bouwen nadat hij door de grietenij een weg had laten aanleggen van Idaard naar Roordahuizum. Het was geen toeval dat deze nieuwe weg vlak langs Friesma State kwam te liggen. Carel had de functie van grietman van Idaarderadeel in 1635 gekocht van zijn neef Abraham Roorda en hij bleef deze functie vervullen tot zijn dood op 14 januari 1670. Bij zijn dood vererfde de state op zijn zuster Sophia, die getrouwd was met Joannes van Velsen. Hiermee kwam de state in de familie Van Velsen. De state werd verhuurd aan enkele opvolgende grietmannen. Eerst (vermoedelijk) aan Sabinus (Sape) van Wissema. Hij bekleedde dit ambt niet erg lang: van 15 augustus 1673 tot zijn dood op 27-10-1678. Van 1678 tot 1692 bewoonde Ulbo baron van Aylva de state. In die periode was hij grietman van Idaarderadeel. Daarna verhuisde hij naar Hania State te Holwerd.--henk 09:22, 22 October 2014 (UTC) Categories: Menaldum, Menaldumadeel, Friesland, Netherlands | Firdgum, Barradeel, Friesland, Netherlands | Tzummarum, Barradeel, Friesland, Netherlands | Genum, Ferwerderadeel, Friesland, Netherlands | Grouw, Idaarderadeel, Friesland, Netherlands | Hiaure, Westdongeradeel, Friesland, Netherlands | Warga, Idaarderadeel, Friesland, Netherlands | Idaard, Idaarderadeel, Friesland, Netherlands | Franeker, Friesland, Netherlands |