Person:Willem Hamming (2)

In maart 1643 werd Willem aangenomen ald lidmaat van de Gereformeerdekerk, tegenwoordig de Nederlands Hervormde kerk. Willem wordt in 1650 vermeld als huurder van landerijen die de provincietoebehoren, het is voormalig kloosterland dat vanwege de kerkhervormingdoor de provincie in beslag genomen is. Het perceel was 19 grazen groot,dat is circa 9 1/2 hektare.

Wie niet als burger in de stad was geboren, kon zich tegen betalinglaten inschrijven en verkreeg daardoor het kleine of gemene burgerrecht.Dat hield in: vrije handel, ambachten en neringen. Men genoot allestadsrechten en vrijheden. Om echter in aanmerking te komen voor hogeambten en andere honorabele bediening, moest men na 14 maart 1666 hetgrote of volle burgerrecht bezitten. Om in het groot burgerboek teworden ingeschreven, moest men nog 30 guldens betalen wanneer men hetgemeen burgerrecht reeds bezat; 75 guldens indien met uit de Ommelandenkwam; 100 guldens bij afkomst uit Drente of Westwoldingeland en 300guldens als men van elders afkomstig was. In 1666 laat Willem Hamming zich inschrijven en betaalt 30 guldens. Als knockenhouwer of slager woonde hij in de Guldenstraat. Hij bezatdaar samen met de kinderen van ene Hendrick Flugge de helft van eenbehuizing met de halve kelder er onder en kocht op 8 augustus 1629 deandere helft erbij. Genoemde Hendrick Flugge was daar voorheen knockenhouwer.

In 1662 rijst er verzet van de 18 gilden tegen het beleid van destadregering die te veel in de richting van een familieregering gaat. Onder pressievan de gilden worden acht leden van de Gezworen Meente, die ook nog eenprovinciaal ambt hebben, door acht anderen vervangen. Een van denieuw-gekozenen is Willem Hamming die voortaan herhaaldelijk gekozenwordt: voor het laatst in 1673. De Gezworen Meente was ingesteld om derechten van de burgers te waarborgen tegen de aanmatiging van de Raad.

In 1666 wordt Willem Hamming in het Groot-burgerboek ingeschreven alshopman Willem Hammingh. Hij is hopman bij het burgerregiment. Sinds 1657 teltdit 18 vendels van 375 man. Ieder vendel staat onder een hopman, die eenluitenant, een vaandrig en een drilmeester onder zich heeft. In 1661wordt Willem vaandrich genoemd; in 1665 lieutenant en in 1666 hopman.Iedere hopman heeft beurtelings een maand lang het opperbevel in destad.