Generatie I
Ia Willem Jansen Eefting, geboren in Erm, Sleen, overleden 14-2-1766 in Emmen.
J. Eefting Wzn. beschrijft in Spint Arwt'n 1974, p. 65 de bewoners van het Eeftinge erf in Erm, gemeente Sleen:
(...) Het doopboek van Sleen is in de periode voor 1738 slecht bijgehouden, doch de nieuwe dominee Henricus Verschuir noteerde van drie gezinnen welke waren gedoopt.
Hierbij twee gezinnen Eefting (IIIa en IIIb); welk een gelukkig toeval voor de genealoog!
(...)
IIIb. Willem Eefting, vermeld in gezin van Gese 1709 als "Wilm Jansen Eeftinge" (IIa) , gehuwd ca. 1718 met Fennechien Koops, overl. 15.8.1763 "is Fennechien Koops Vrouw van Willem Eefting tot Erm gestorven", lidmaten Emmen 1765: "tegen Midwinter Willem Eeftinge met att. van Sleen" , overl. Emmen 14.2.1766.
In lidmaten Sleen 1709 ook vermeld als meier van Jannes Hostinge (Wilm Eeftinge en Fennechien Coops), waarsch. ca. 1718 bijgeschreven. Voor hem is een nieuwe boerderij neergezet: "Wilm Eeftinge een huisje van 6 vak a 20 voet wijt, geschat op 120 gld. (OSA 858, nieuwe getimmers in ‘t Carspil Sleen, periode 1654-1749).
Het Heerdstederegister vermeldt in 1754 "Willem Eefting, keuter" te Erm. Ook Willems kinderen zijn in 1738 in het doopboek vermeld: "De Kinder die van Willem en Fenne Eeftingh alhier, volgens antekeninge in haar Kercke Bijbel, alhier gedoopt sijn.. .".
Kinderen:
1. Jan, doop 4..1.1719, volgt IVe.
2. Grietien, doop 25.1.1721.
3. Koop, doop 12.3.1726, volgt IVf.
4. Geessien, doop 3.4.1729.