Person:Oeds Brouwer (3)

Watchers
Oeds Andries Brouwer
m. 28 Feb 1768
  1. Oeds Andries Brouwer1769 - 1868
  2. Tjietske Andries Brouwer1783 - 1820
m. 7 Mar 1790
  1. Andries Oedzes Brouwer1802 - 1897
Facts and Events
Name Oeds Andries Brouwer
Gender Male
Birth[1] 12 Feb 1769 Veenwouden, Dantumadeel, Friesland, Netherlands
Christening[1] 5 Mar 1769 Veenwouden, Dantumadeel, Friesland, Netherlands
Marriage 7 Mar 1790 Dokkum, Friesland, Netherlandsto Gerrytje Poppes de Beer
Death[2] 21 Oct 1868 Dokkum, Friesland, Netherlands

[1] Oeds was in dienst bij een paardenkoopman. Deze had een aantal paarden verkocht aan een handelaar die ze weer verkocht had aan het Franse leger. Deze handelaar woonde in een groot huis in Amsterdam maar was een slechte betaler. Toen het te lang duurde zei Oeds zijn baas tegen hem: Oeds, je gaat naar Amsterdam met een collega en je komt niet eerder terug voordat je het geld hebt. Zo gezegd, zo gedaan. Dat op een goede dag vertrok Oeds met de trekschuit naar Amsterdam. Daar aangekomen gingen ze bij de huizen langs totdat ze mijnheer thuis vonden. In een glimp had Oeds al gezien dat mijnheer thuis was. Na hun bellen deed een dienstmeisje open en zei:”mijnheer is niet thuis” Maar de heren stapten meteen naar binnen, gingen op een bank zitten en zeiden:”nu dan wachten wij wel even” Dat wachten werd beloond en toen ze weer vertrokken hadden ze het geld in de buidel.

Ze zeiden tegen elkaar: We zijn hier nu eenmaal en willen de stad ook even bekijken. Al wandelende kwamen ze bij het IJ en daar lagen allerlei soorten schepen, groot en klein. Maar één ervan trok nog al hun belangstelling. Het was geladen met allerlei zuidvruchten, cocosnoten, nootmuskaat enz. Ze raakten met de kapitein aan de praat en die vertelde dat het schip een beetje lek was en dat hij geregeld moest pompen om het boven water te houden. Ineens zei Oeds tegen hem: “ Wat moet je voor de hele zaak hebben, schip en lading?” Na wat loven en bieden, afdingen dus, het zit de Brouwers nog in het bloed, ging de handel door. En zo aanvaardden Oeds en zijn maat al pompende de terugreis over de Zuiderzee naar Friesland. Daar deden ze in alle dorpjes waar ze langs kwamen handel. Toen ze in Dokkum aankwamen was de lading verkocht en hadden ze het schip ervan overgehouden. Toen zei zijn baas tegen Oeds: “Je bent een goed koopman, ik help je aan een nieuw schip en dan kun je met boter, kaas, eieren en graan naar Noorwegen en Zweden varen en kun je met basaltblokken voor de zeedijken terugkomen. En aldus geschiedde.

References
  1. 1.0 1.1 Herv. gem. Veenwouden, doop, in Dantumadeel, Friesland, Netherlands. Doop-, Trouw- en Begraafboeken
    DTB 159, 1755-1811.
  2. Overlijden, in Dokkum, Friesland, Netherlands. Burgerlijke Stand
    akte 94, 1868.
  3.   Schipper Herbergier Koopman