OUD-ALBLAS EN ALBLASSERDAM
1. De helft van de koren-en smaltienden te Alblas ten zuiden van de Alblas, genaamd Dekenspolre (1255: tussen de Merewede en Gravenlant en tot Papendrecht, 1311: van Papendrecht tot Leckerlant, in de heerschappij van Alblas, 1419: van Alblas en Alblasserdam,
waarvan de andere helft door de deken en het kapittel in erfpacht is uitgegeven).
..-.-1288: Johan van Alblas, ridder, zoon van Henric van Alblas, ridder; 27-7-1273: Jan van Abbenbroeck draagt de voogdij over Jan, zoon van wijlen heer Henric van Alblaes, over aan diens oom (avunculus) Gerard van der Merwede, omdat hij deze niet voldoende kan waarnemen (inv.-nr. 1, fol. 18); 21-1-1279: Jan, zoon van wijlen Henric van Alblas, ridder, neemt op gelijke wijze de andere helft in pacht, zoals zijn voorouders dit in 1219 deden (inv.nr. 920 en 1827:4, fol. 759).
14-9-1280: Jan, zoon van wijlen Henric van Alblas, ridder, belooft aan Nicolaes van Subburg,
ridder, om het kapittel van Sint Marie te bewegen aan deze in pacht te geven het derde noordelijke deel van de tiende, die hij in erfpacht houdt, genaamd Blockware en Nesse, behoudens de tiende van een hoeve, die Daniël van Alblas van hem in leen houdt. Dit geschiedt ten overstaan van zijn moeder Agnes, zijn stiefvader Jan van Wonne, zijn oom (avunculus) Gerard van der Merwede, Ghise Dukinc, Gerard van Scye, Jan van Almesvoete, Everdey en Daniël van Alblaes, Jan Bavenz. en Willem Gerardsz. (inv.nr. 921).
9-10-1290: Jan van Alblaes, zoon van wijlen Henric van Alblaes, ridder, moet het deel van de
tienden, die hij in erfpacht hield en dat hij vervreemd heeft, binnen 14 dagen weer terug winnen op straf van excommunicatie (inv.nr. 1, blz. 64).
17-7-1311: Heer Johan van Alblas, ridder, zoon van wijlen heer Hendric van Alblas, neemt de
helft van de tienden van Alblas tussen Gravelant en de Merwede, en van Papendrecht tot aan
Leckerlant in de heerschappij van Alblas, tegen 40 pond per jaar in pacht, mits het land niet inbreekt. Met zijn zegel: een dwarsbalk gevormd door 5 aanstotende spitsruiten; dat van zijn zwager Ghijsebrecht van Nijenrode: een dwarsbalk en een barensteel met 5 hangers; en dat van heer Hubrecht van Vianen: een schild met 3 zuilen 2, 1 en vergezeld van 2 kleine geschuinbalkte schildjes (Van Winssen II, fol. 189v).
5-5-1329: Gijsbrecht van Alblas zoals zijn vader heer Johan van Alblas (inv.nr. 1, fol. 58 en 60) en neemt op 7-5-1329 de andere helft van de tienden in pacht (inv.nr. 1, fol. 61).