|
Facts and Events
Name |
Hinderk Ka |
Alt Name |
Hindrik Kaa |
Gender |
Male |
Occupation[1] |
1735 |
Loppersum, Groningen, NetherlandsHoedenmaker |
Other? |
6 Mar 1739 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige huwelijkscontract, Fol.504 |
Other? |
27 Nov 1739 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige voogdijstelling, Fol.532-534 |
Other? |
20 May 1740 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige lening, Fol. 540 |
Other? |
16 Aug 1740 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige huwelijkscontract, Fol. 556 |
Other? |
27 May 1752 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige verkoop, Fol. 279 |
Residence[2] |
22 May 1759 |
Beerta, Groningen, Netherlands |
Other? |
22 May 1759 |
Beerta, Groningen, NetherlandsHuurder, Fol. 499 |
Residence |
9 May 1765 |
Beerta, Groningen, Netherlandswith Wupke Tonnis |
Other? |
30 Jul 1765 |
Beerta, Groningen, NetherlandsGetuige lening, Fol.184 |
Residence[3] |
18 Oct 1780 |
Beerta, Groningen, Netherlands |
References
- ↑ Doop- en trouwboek 1634-1801 Kerkelijke gemeente - Loppersum
Collectie DTB (toegang 124) Inventarisnummer 264 - ↑ Fol.501 - 22 mei 1759 - Juffrouw Senske Ockes, geassisteerd door haar man de heer Woldring, en Hindrik Jans, verkopen aan Otto Peters en Aeltien Jans (ehel.) een behuizing en schuur met het recht van beklemming van de grond in de Beerta, zoals gebruikt wordt door Hindrik Karke(?) en vrouw. Huur: 10 gld. Prijs: 400 car.gld.
Getuigen: Andries Klaasens en Freerk Davids.
- ↑ Fol.148 - 18 oktober 1780 - Hinderk Kaa, in de Beerta, geassisteerd door zijn kinderen, met name Bregtie Hinderks Kaa, geassisteerd door haar man Pieter Visscher, in de Pekel A, tevens Jan Hinderman, met volmacht wegens Antonius Kaa, beide woonachtig te Amsterdam, tevens Jacobus Hinderks Kaa, verkopen aan Edo Harms, in de Beerta, hun eigendomlijke behuizing met de beklemming van de grond en de tuin in de Beerta, zoals door Hinderk Kaa en Wupke Tonnis (ehel.) is bewoond en gebruikt.
De eigendom van de grond behoort de erfgenamen van Jan Poppes en Frecke[?] Haikens. Huur: 6 gld. 7 st. 4 pl. Prijs: 271 gld. Getuigen: Pieter Egberts en Jan Houwes.
|
|