ViewsWatchersBrowse |
Family tree▼ (edit)
m. 17 Oct 1909
Facts and Events
Hij is een zoon van Jacob Huiting en Etje Dekens. Op 22 december 1908 wordt hij in het bevolkingsregister van Groningen bijgeschreven, komende uit Nederlansch Oost-Indië als koloniaal. Uit een kopie van een brief die hij 1 augustus 1938 schreef blijkt het volgende: Geert Huiting meldde zich vrijwillig aan als soldaat voor het Nederlandsch Oost-Indisch leger op 14 september 1891. Hij vertrok op 7 november van dat jaar al met de Princes Marie van Amsterdam. Na een verloop van ruim 12 jaren kwam hij op 18 december 1903 weer in Rotterdam aan met het stoomschip Sindoro. Op diezelfde datum monsterde hij af als infanterist 1e klasse met een gagement van f 200,00 jaars. Thans, 1938, f 420,00 jaars. Algemeen stamboeknummer was 32824, nummer van gagementakte was reg. B, folio 16787. De brief wordt geschreven omdat voor een verhoging in aanmerking wenst te komen. Geert zat jarenlang als militair in Atjeh en zal daar gediend hebben onder generaal van Heutz. Gegevens van het Algemeen Rijksarchief wijzen o.a. uit dat hij op 17 december 1891 werd gedebarkeerd te Padang en wordt geplaatst bij het depotbat. Hij zit bij verschillende bataillons infanterie, onder meer aan de Westkust van Sumatra. Na de evacuatie van Atjeh kwam hij bij het garnizoensbat. van Amboine en Ternate. Als laatste zit hij in Soerabaja vanwaar hij terugkeert naar Nederland. Hij kreeg op 24 februari 1898 de bronzen medaille met f12,00 gratificatie. Tevens was hij in het bezit van van het ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen met de gespen van Atjeh 1873-1896 en Atjeh 1896-900. Op 5 november 1903 werd hem de zilveren medaille toegekend. |