8192 Bernard Jansz, schepen in Meerkerk in 1618, geboren circa 1555, overleden circa
1620. Er is de vermelding van Bernard Jansz te Meerkerk op 8-8-1585 als deze wordt
beleend met 4 morgen aan de oude Zijdwinde tot de gemene wetering van Kwakernaat
(dit is tegenover de Burggraaf). Op 1-7-1620 wordt dit leen overgedragen aan Jan
Bernardsz. vanwege het overlijden van zijn vader. Ook wordt Bernard Jansz in 1585
genoemd als buurman van een leen op Haesterveld (Noord-west van Meerkerk) tussen de
Nieuwe Steegh en de Haesterveldse wetering.
Vermoedelijk is Bernard Jansz in 1585 vertrokken uit Tienhoven en heeft zich gevestigd
op de Burggraaf nabij Meerkerk.
OV ('Ons Voorgeslacht') 1985 pag 600: [LEENHOVEN VAN DE HEREN VAN VIANEN 1292-
1666; Meerkerk].
82. 2 morgen land op Meesterveld (later Haesterveld) tussen de nieuwe steeg en de
Meesterveldse wetering, boven: Jan Berwoutsz. (1474: Arnout Nikolaasz.; 1585: Bernard
Jansz. c.s.; 1630: Prijs Bernardsz.), beneden: Floris Jan Spronxz. of weduwe (1420: Koen
van Herlaar; 1428: erven Jan Bertoutsz.; 1585: Dirk Jansz. Spies c.s.; 1637: Leendert
Cornelisz. Waaghals).
OV 1985 pag 610: 100 A. 4 morgen aan de oude zijdwinde (1519: zyve), strekkend van
Albert Zegersz. tot kinderen Hendrik van Nesse (1519: tot de Arkelse vliet), enerzijds:
erven Jan Bakker, anderzijds: de gemene wetering van Kwakernaat, (1519: boven: Dirk
Nikolaasz., beneden: erven Jan Geerlofsz.), (1582: strekkend noord van de halve
zuwensloot van Lambert Willemsz. tot de halve zijlsloot, genaamd Vaarsloot, oost: de
Arkelse vliet, west: de leenman met zijn broers en zuster).
. 19-1-1420: Willem Arnoutsz. bij overdracht door Scade van Broekhuizen, 9 fo. 2v.
. 5-8-1519: Willem Jansz. na verbeurte met lijftocht van Margaretha Jans, weduwe, zijn
moeder, die dan de erven f 100,- zal betalen, 13 fo. 39v-40.
. 12-8-1523: Filips Jansz. voor Jan Willemsz., die de broers en zusters van Willem Jansz.,
diens vader, 100 pond zal betalen, met lijftocht van Margaretha, Jans grootmoeder, 13 fo.
49v.
. 18-6-1582: Willem Jansz. bij dode van Jan Willemsz., zijn vader, 25 fo. 31v.
. 8-8-1585: Willem Jansz. in de Fijnaart bij dode van Jan Willemsz., zijn vader, waarna
overdracht aan Bernard Jansz. te Meerkerk, 25 fo. 69v-70.
. 1-7-1620: Jan Bernardsz. bij overdracht door Bernard Jansz., 27/2 fo. 6.
. 8-5-1638: Anton Nikolaasz. voor Prijske Bernardsd., zijn dochter (!), bij dode van Jan
Bernardsz., haar broer, 28 fo. 95v.
. 3-1-1648: Filips Arnoutsz. bij dode van Prijske Bernts, zijn tante, 29 fo. 11 lv-112.
OV 1985 pag 599:79 B. 1% morgen in een kamp van 3 morgen, strekkend van de halve
nieuwe steeg achterwaarts tot de Meesterveldse wetering, boven: Bernard Jansz. (1658:
Jan Bernardsz.), beneden: Zeger Verduin (1637: Leendert Verhoef Adriaansz.) .
Bernet Jan Bernetsz. voor zichzelf en pp. voor zijn mede-erfgenamen van Willemken Jans
zijn zuster, Cornelis Lenaersz. Stolckenaer voor zichzelf en Adriaen Govertsz. als man en
voogd van Marichgen Lenaerts Stolkenaersdr., als erfgenamen van Neelken, nagelaten
weeskind van Jan Jan Corstensz, transp. aan Jan Hendricksz. de Best de helft van 2
morgen land in Ameide.
Berrent Jansz., getr. geweest met zalgr. Margriet Philips, bij wie hij vier kinderen had,
heeft in de ziekte van zijn vrouw met haar gemaakt voor nu en ten eeuwige dage de
gezamenlijke kinderen van Aerdt Jansz. Cuyper, die hij heeft bij zijn eerste vrouw Stijntie
en zijn tegenwoordige vrouw Hermenti een huis en hofstede, waar hij Cuyper
tegenwoordig op woont 'en bij hem Berrent Jansz. bij decreet gecoft heeft'. Deze making is geschied ten aanhoren van Aeltje Heymensdr. hvr. van Gerrit Cornelisz., die ter selver tijt present was(1616).
Berent Jansz. wil niet, dat er nog meer grond van zijn land gehaald wordt door o.a. schout en heemraden van Giessendam, Giessen-Oudekerk. Hij vraagt schadevergoeding (1616). Bernt Jansz. wordt er van beschuldigd, dat hij de heemraad Jan Rijckens uitgescholden heeft (1619).
Berrent Jansz. machtigt zijn zoon Jan Berrentsz. om voor hem te procederen in Willige Langerak (1624).