Person:Auck Van Haersma (1)

Watchers
m. Dec 1696
  1. Arent van Haersma1698 - 1698
  2. Arent van Haersma1700 - 1723
  3. Livius van Haersma1702 - 1778
  4. Catharina van Haersma1704 -
  5. Auck van Haersma1705 - 1781
  6. Wiskje van Haersma1706 - 1786
m. 28 Oct 1730
Facts and Events
Name Auck van Haersma
Gender Female
Birth? May 1705 Oudega, Smallingerland, Friesland, Nederland
Marriage 28 Oct 1730 Grouw, Idaarderadeel, Friesland, Nederlandcivil
to Tjalling Willem van Camstra
Death? 26 Sep 1781 Menaldum, Menaldumadeel, Friesland, Nederland

Auck van Haersma was afkomstig uit Oudega (Small.) waar zij in 1705 is geboren. Op 28 oktober 1730 trouwt ze met Tjalling Willem van Camstra, grietman van Idaerderadiel. De grietman mocht dan aan het hoofd staan van zijn grietenij , in huis had hij weinig in te brengen.

Tjalling van Camstra overleed in 1742 en werd als grietman opgevolgd door zijn broer Hans Willem. Als deze in 1761 komt te overlijden erft Auck van Haersma (deze naam heeft ze gehouden of weer aangenomen) al zijn bezittingen waaronder Orxma-State.

In 1761 gaat ze op Orxma wonen, tussen de brede grachten, de grote boomgaarden en de prachtige lanen. Ondanks haar rijkdom kleedt de vrouwe van Camstra zich armoedig; vaak wordt ze hierdoor voor een landloopster aangezien. Wanneer ze bij haar zuster Wikje in Oostermeer op bezoek gaat wordt ze door het personeel weggestuurd met de mededeling: “Mevrouw geeft niet aan de deur”.

Haar vertrouweling is Kees, de oude knecht, maar verder houdt ze meer van dieren en bloemen dan van mensen. Dieren zijn er veel op Orxma, vooral het aantal schoothondjes is groot. Om niet op deze dieren te trappen mag het personeel in huis niet gewoon lopen maar moet zich slepend door de vertrekken bewegen.

In 1781 sterft Auck van Haersma. Op haar sterfbed wil ze nog een keer al haar dieren zien. Het personeel laat de koeien, paarden, varkens, kippen, ganzen, honden enz. bij haar in de kamer. Wanneer ze alles gezien heeft sterft ze, 76 jaar oud, kinderloos. Na haar dood wordt de hele veestapel “Bij dozijnen geveild, doch iedere koper was verplicht ze zelf te vangen, zo wild en verward liep alles door elkaar”.