Person:Ath van Roorda (2)

Watchers
Ath van Roorda
 
d.Sep 1615
  1. Hans van Roorda
  2. Ansck van Roorda - 1588
  3. Ulb van Roorda
  4. Ath van Roorda - 1615
  5. Anna van Roorda - 1585
  6. Johan van Roorda - 1589
  7. Foockel van Roorda - 1590
  • H.  Rienck van Hemmema (add)
  • WAth van Roorda - 1615
  • H.  Tading van Adelen (add)
  • WAth van Roorda - 1615
Facts and Events
Name Ath van Roorda
Gender Female
Marriage to Rienck van Hemmema (add)
Marriage to Tading van Adelen (add)
Death? Sep 1615
References
  1.   EVC –377 d.d.1576: bij scheiding van de nalatenschap van haar ouders krijgt zij een deel van Poptasate te Itens als erfdeel.
    Ath Roorda, echtgenote van Tading van Adélen te Berlikum, verkoopt herhaaldelijk grond in Hennaarderadeel (HEN 42-15 d.d.1594, HEN 44-40,50 d.d.1605, HEN 44-144,222 d.d.1607 en 44-497 d.d. 1614).
    Zij woonde met haar tweede man op Hemmemastate te Berlikum.[1]
  2.   Ath is getrouwd 9 sep 1567 (1) met Rienck van Hemmema, ook Regnerus, geboren ± 1547, overleden v 1583, begraven Hitsum, zoon van Hette van Hemmema en Barbara Sickesdr van Gratinga.

    Eerst op Hemmemastate te Berlikum,later herenboer te Hitsum.
    T347-1184 en T348-4140:Zijn rekenboek met de uitgaven 1569-1573.
    Zie voor hem en zijn vrouw Ath ook GJB 1994-31/33.[2]
  3.   Ath is getrouwd 1583 (2) met Tading van Adélen, overleden 14 feb 1624, begraven Berlikum, grafsteen, zoon van N. van Adélen en Joest Harmensdr (Sytzama/Hiddema).

    Volgens de steen op het graf van zijn zoon Rienck was zijn moeder Joest Harmens, en een dochter van Harmen Piers (Sytzama) en Tjets Goslicksdr van Hiddema.
    Dit wordt ondersteund door de volgende zaken.
    HvF d.d.11-2-1584:Ansck Hiddema,vrouw van Yge Heeres Galema te Witmarsum, contra Tading van Adélen (Ansck is dan zijn tante).
    HvF d.d.17-2-1596/N.T. 14-02 :Andries van Hiddema procedeert tegen Tading van Adélen (Andries is dan zijn neef).
    MEN 47/50: in de jaren 1599/1614 worden hierin Tading en zijn vrouw herhaaldelijk vermeld bij koop/verkoop en als schuldeisers.
    HvF 16706-35,158,188,198,423 d.d.21-10-1602, 11-5-1603, 5-7-1603, 8-7-1603 en 6-7-1604: Dr.Hector Rheen en Meyle Jensma voor zijn vrouw contra Tading van Adélen.
    T327-1394:koopbrief van een sate te Menaldum door Tading van Adelen en echtgenote, verkocht en geniaard door Ruurd van Juckema (1613).
    Memoriesteen in het latijn te Berlikum in de muur van de kosterij (vroeger een school): in het jaar 1617 wordt deze school,welke door ouderdom is ineengestort, herbouwd uit het fonds van de Berlikumer Patroon, als Tading van Adélen administrateur is.
    Volgens GJB 1994-33 zou hij al overleden zijn 1619/1620, maar op de grafsteen in de kerk wordt vermeld 14-2-1624 en in MEN 52-388 d.d.21-2-1621 wordt Tading genoemd bij de zoenlieden.[3]