ViewsWatchers |
[add comment] [edit] [1 February 2013]children on http://www.marblecemetery.org/intframes3.htm --henk 09:59, 1 February 2013 (EST) [add comment] [edit] [4 February 2013]Brief van Sint-Eustatius, 1 februari 1781 Pagina 1 De heer G.I. Boissevain te Amsterdam S[in]t Eustatius, 1 februari 1781 Zeer waarde vriend, U edele zeer aangenaame brief [ed doorgehaald] van 11 november is mij toegekoome. Zien daar uijt met blijdschap u edele en familles welsijn, dat ik hartelijk wensch nog lange duure mag. Ik danke u edele voor de deelneming in het verlies van mijn tedergeliefde moeder. Teregt, mijn vriend, noemt gij haar een agtbaare waardige moeder, want zij leefde steeds om haare kinders [tot doorgehaald] welsijn te bevorderen, en wende alle pogingen aan, hun de deugd in te prenten. Ik herinner mij hoe menigmaal haar gezegende mond mij vermaande, 'kind gedenkt aan uwen Schepper in de dagen uwer jeugd' en bij 't vaarwel zeggen beval deese braave vrouw mij met tranen in d'oogen: 'Mijn zoon, houdt God voor de oogen, onderhoudt Zijne geboden en vliedt 't kwaade'. De heer- lijkste lessen ontfing ik van haar, maar nu ben ik daar van ontstoken. Mijn hart schijnt van leedt en droefheid te wille bersten, indien ik bedenk dat ik deese trouwe voedster in dit leeven niet weder van aangesigt tot aangesigt aanschouwen zal. Ach mijn vriend, versagt mijn smert zoo veel als uw mogelijk is door de aanhoudendheid uwer liefde & vriendschap. Het is waar, gij kunt wel 't verlies van zulk een nabestaande niet herstellen, maar dog verstrekt het mij tot geen geringe troost, indien ik in mijn gedagten optellen kan, ik heb nog deese en geene in mijn vaderland overig, die het wel met mij voorhebben. Pagina 2 Het doet mij waarlijk leed, [dat] de goederen aan ons meedegegeven zig niet wat spoediger verkopen. Van 't linne is er nog niets afgegaan, dat wel 't meest aan de buijtengewoone ellemaat toeschrijven. Hetzelfde heeft ook plaats om- trent de batisten , want de ½ stukjes in blauwe papieren opgemaakt prefereert men altoos. Servetgoed dient voor de West I[ndië] ook niet zeer, alsoo men hier geen servetten gebruijkt. Het rokkestreep is ook de begeerde soort niet, dog met[t]ertijd zal dit nog wel afgaan. Hetgeen dan van u edele voornamelijk verkogt is, zijn de spijkers 't vaatje, sloten en de waschkaarsen, waarvan de helft der penningen nog maar eerst gisse ingekoome te zijn. Dit niettegenstaande doen wij u edele per cap[itein] De Graaf retour van 7 vaten suijker. Ofschoon deese cap[itein] na[ar] Rott[erdam] gedestineerd is, zal het u edele niet kostbaarder zijn. Wij konde geen andere gelegenheid onder gelijde van 't convoij vinden. D'heer A. denkt in kort een tour na[ar] Holland te doen. Door menigvuldige besigheden hebben wij in den beginne versuijmt u edele recommandatiebrief aan hem over te geven, dog dit niettegenstaande, heeft hij ons beleeftheden bewesen. Zijn pedanterij maakt hem bij veel menschen gehaat. Zegt mij dog eens in vertrouwen op wat voet P. & G. alhier met S. & G. a costij handelen. De eerstgenoemden hebben hier geen groot credit en zijn altoos schraal bij cas. Dit onder ons s.v.p. Hun geweese bediende R. heeft ons ook verhaalt ƒ8/m commissie na[ar] Holland gegeven te hebben. Mij dunkt dit is ook wat veel voor deese jongman. Pagina 3 Men maakt hier wijnig werk van de V. Indien ik dog een Hollander aantref, die daar van is, dan sal ik eens de L. gaan besoeken. Ik heb hier de volgende landslieden aangetroffen, als - Van Putten, een aansienlijk koopman zijnde - Vos, een ditto - Zwarthoff, een jonge springer onlangs aangekomen - Cruwel, die 't in Amsterdam zeer slegt aange- legt heeft, zwendelde, en maar 1 p[ro]c[en]t betaalde; hier kon 't er ook wel eens oplopen - Coopman, hier bediende, als ook te Amsterdam bij zijn vader de makelaar in suijker - Hulk, bediende. Ik weet niet of er bekende van u edele onder zijn, dog weest zoo goed derselver namen aan mijn broeder meede te delen. De eerste, die hier getrouwt is en kinderen heeft en vierden , zal hij zig nog wel te binne brengen in 't coffijh[uis] De Drie Kroontjes gekent te hebbe, en de laaste in de Para[onleesbaar]. Niets meer hier bij te voege wetende, als u edele in Gods bescherming en mij in u edele vriendschap aan te beveele, zoo hebbe [ik] d'eer na minsaame groetenis aan u edele huijsgezin, met opregte agting te zijn. Zeer waarde vriend, u edele dienstwillige dienaar & opregte vriend, Boonen Graves Mogelijk legge een brief voor mijn broed[er] hierbij, die ik [aan] hem versoeke te behandige .--henk 05:33, 4 February 2013 (EST) [add comment] [edit] [7 February 2013]GRAVES FAMILY. JOHN BOONEN GRAVES was born Dec. 23, 1758, at Ysselsteyn and was probably the son of Ludivucus Marius Graves of Ysselsteyn. He was Dutch Consul to South Carolina in 1788. John Boonen started the firm of J. Boonen Graves & Co., which was still in existence in 1864. He first went to Charleston, S. C, and came from there to New York. On the 17th of August, 1787, he wrote a letter to Sarah Attwood of Boston, asking her hand in marriage. About a year later they were married on July 20, 1788, by the Rev. Joseph Eckley at the Old South Church. The marriage notice in the "Massachusetts Centinel" for Wednesday, July 23, 1788, published in Boston, is as follows: "Married. Last Sunday evening John Bonen Graves, Esq., Consul of South Carolina, from the United States of Holland, to Miss Sally Atwood of this town." After his marriage to Sarah Attwood he returned to Charleston, S. C, where their first child, Louisa Elizabeth, was born in 1789. On the 12th of April, 1791, their second child, Johanna Barbara Catherine Carolina Graves was born in Amsterdam. The rest of the children were all born in New York. John Boonen Graves died July 20, 1826. Sarah Attwood was born April 28, 1768, died Aug. 15, 1824. She was the daughter of Nathaniel Attwood and Sarah Remick, his wife. John Boonen Graves and Sarah Attwood had the following children: 1. Louisa Elizabeth, born July 12, 1789, died May 28, 1860. 2. Johanna Barbara Catherine Carolina, born April 12, 1791, died Nov. 18, 1813. 3. Matina de Nos, born March 23, 1794; died June 11, 1820. 4. John Boonen, born Sept. 16, 1796; died April 17, 1824. 5. Sarah Ann, born Nov. 16, 1798; died Jan. 7, 1801. 6. William Lodewyk, born Oct. 22, 1800; died Sept. 12, 1837. 7. Edward Attwood, born March 10, 1803; died Oct. 6, 1865. 8. SARAH A N N, born Feb. 14, 1805; died Feb. 11, 1832; married Joseph M. Meert Dec. 20, 1825. He died Feb. 2, 1848. (See Meert Family.) 79 9. Nathaniel Marius, born Dec. 10, 1807; died May 28, 1838. 10. Mary, born April 5, 1810; died May 1838. 11. Carolina Adelaide, born Oct. 9, 1813; died July 7, 1814. REFERENCES : Graves Family Bible. Old Merchants of New York, Vol. II, part I, page 70; Vol. Ill, part I, pages 150, 287-289; Vol. Ill, part II, page 40. Last Vol. Wills, New York Historical Society.--henk 09:32, 7 February 2013 (EST) [add comment] [edit] London Chronicle November 8, 1787 [8 February 2013]American News. From the Boston (New England) Independent Chronicle Boston, July 26. Last Saturday afternoon arrived in this town the Hon. Jan Boonen Graves. Esq. Consul from their High Mightinesses the States General of the United Netherlands, for the States of North and South Carolina, and Georgia. --Jennifer (JBS66) 09:34, 8 February 2013 (EST) |