Ten verzoeke van 1.Bernardus Johannes Siebelink, weduwnaar van Geertruida Groot Zevert, landbouwer, wonende op het Voorde in Meddo; 2.Theodorus Hoog Antink, wonende te Groenlo, als voogd over de 2 minderjarige kinderen Hendrikus Johannes- en Antonius Theodorus Hoog Antink van wijlen de echtelieden Geertruida Groot Zevert en haar eerste man Hendrikus Johannes Hoog Antink; 3.Antonie Lutjenhuis, landbouwer te Lievelde (Lichtenvoorde) als toeziend voogd der minderjarigen; wordt overgegaan tot beschrij ving der baten en schulden, behorende zo tot de gemeenschap van goederen, bestaan hebbende tussen Geertruida Groot Zevert en Hendrikus Johannes Hoog Antink en tussen haar in 2e huwelijk met de eerste comparant, als tot de nalatenschappen van beide ge noemde overledenen. Hendrikus Johannes Hoog Antink heeft zijn beide kinderen tot enige erfgenamen nagelaten; Geertruida Groot Zevert heeft tot erfgenamen nagelaten haar kinderen ieder voor de helft, echter onder bezwaar van vruchtgebruik ten behoeve van haar echtgenoot. Roerende goederen en contante gelden: resp.ƒ 1361,05 en ƒ 160,=. Schulden der gemeenschap: 9 posten, samen ƒ 2744,98. Vorderingen der gemeenschappen: ƒ 50.=. Onroerend goed: De bouwplaats Oud Voorde in Meddo, met daartoe behorende gronden in Winterswijk en Eibergen en een perceeltje veen in het Zwilbroeksche Veen onder Vreden. Schuld der nalatenschap: ƒ 75.=.