Family talk:Douwe Eysma and Cutulina Mucett (1)

Watchers

[10 November 2012]

Een herinneringssteen in de kerkmuur van Bolsward vermeldt dat in 1647 deze kerk werd verbeterd en gewit in opdracht van de kerkvoogden, de burgemeesters Sake Sakes en Frederick Bothe (een zwager van Douwe Eysma, getrouwd met Catalina’s zuster Trijntje Macett), de stadsrentmeester Douwe Tymens Eysma en de oud-burgemeester Jacob Gysberts.

De historicus mr. dr. J. Belonje, stelt in zijn publikatie over Caesar Macett1 dat Douwe Eysma in 1671, als ‘d’olde rentmeester’ nog eigenaar is van het graf in de Martinikerk te Bolsward, waarin zijn schoonouders als eersten waren begraven. Douwe zou dan minstens 81 jaar oud zijn geweest, maar op 11 november 1653 is er sprake van ‘zaliger’ Douwe Eysma en in 1654 - wanneer zijn vrouw Catalina Macett het huis wil verkopen*’ - wordt zij ‘weduwe’ genoemd. Aangenomen mag dan ook worden dat Douwe overleed vóór 11 november 1653.

Een grafzerk in de Martinikerk van Bolsward, pal onder het orgel in het middenpad, vermeldt: ‘Den 10 febr. 1622 sterf de[n] hoochachtbaren en gestrengen heere H[eer] Caesar Macett vrijheer va[n] Frinco meedeheer van Salugien yn Piermont. Den 5 september 1628 sterf den eerbare vrouwe Maicke Arents Lunsinga sin wyf ende leit alhier begraven’.

Over Caesar Claudius Macett (ook Machetti), de Italiaanse edelman die naar Friesland kwam, er trouwde, kinderen kreeg en werd begraven, is reeds vrij veel gepubliceerd. Belonje was bij het ontdekken van deze grafzerk in de Martinikerk zo geboeid geraakt, dat hij op onderzoek uitging, zowel in de Friese als in de Italiaanse archieven. In het gemeente-archief van Bolsward bleken hypotheekboeken en andere stukken bewaard gebleven te zijn over Caesars bezittingen in Italië. Een andere historicus, dr. B.K.S. Dijkstra, zat ook op dit spoor, kreeg Belonjes onderzoeksresultatenze onder ogen, ging verder zoeken en was in staat om diens publikaties niet alleen beduidend aan te vullen, maar ook om de hier en daar opgetreden onjuistheden recht te zetten2’. Caesar Macett woont reeds vóór 1586 in Bolsward, vermoedelijk is hij de ‘Piemonteesch Edelman’ die voor een huisstede in de Nijehoffstraat stedepacht betaalt**, wat weer zou kunnen betekenen, dat hij dan reeds gehuwd is. Zijn enige zoon, Claudius Macett, die in 1658 hoogbejaard wordt genoemd, zou dan rond of vóór 1590 geboren kunnen zijn. Caesar heeft nog vier dochters: Catalina Macett, de vrouw van Douwe Eysma; Jeroentje Macett, op 20 mei 1623 te Bolsward getrouwd met Evert Jacobs; Trijntje Macett, tr. Bolsward 17 mei 1624 met burgemeester Frederick Bothe; Franske Macett die een dag eerder dan haar zuster, op 16 mei 1624, te Burgwerd trouwt met ds. Matthias Cornelis Walsweer, geb. Franeker, overl. ald. 6-6-165229. Op 1 juli 1602 krijgt Caesar Macett voor 700 Carolieguldens de vergunning voor een Bank van Lening’“. In 1610 staat hij nog als ‘banckholder’ te boek, maar als hij in 1615 voor 6 gld. het burgerschap van Bolsward verkrijgti’, legt hij die functie neer. Voor onze landgenoten was een dergelijk, door de bevolking verguisd beroep, verboden en het waren veelal Italianen uit Lombardije die bankhouder werden. Zo ontstond de naam ‘lommerd’ voor de Bank van Lening. Caesar Macett heeft, behalve inkomsten uit een eigen rederij, die ook uit zijn bezittingen in Italië. Met deze Italiaanse bezittingen gaat het echter niet zo goed. Zijn familie aldaar wil deze, ten eigen bate uiteraard, verbeurd laten verklaren, omdat Caesar in een stad woont die bekend staat als overwegend protestant. Ze weten de hertog van Mantua over te halen om de verbeurdverklaring aanhangig te maken en op 8 december 1568 krijgt deze, als Markies van Montferrato, de machtiging van Keizer Maximiliaan 11 om de gerechtelijke uitspraken ten uitvoer te leggen. Deze datum sterkt het vermoeden, dat Caesar al vóór 1568 in Friesland verbleef en er mogelijk juist vanwege deze of andere familiekwesties naar toe was gekomen. In het Staatsarchief van Turijn is een brief bewaard gebleven d.d. 19 augustus 1592 van Caesar Macett aan bovengenoemde hertog om de verbeurdverklaring nog eens aan te vechten, maar het haalde niets uit. Door zijn neef Hercules, en diens handlanger Jescot, wordt Caesar bedreigd hem bij de hertog aan te zullen klagen omdat hij onder de ketters leeft. Ze noemen hem wel geen ketter, maar het wonen bij hen was in die tijd al een misdaad tegenover de r.-k. kerk. Onder druk van die intimidaties tekent Caesar op 18 april 1603 een akte waarin hij ‘vrijwillig’ verschillende bezittingen in Italië aan zijn neef Hercules verkoopt32. Nog geen maand later, op 10 mei 1603, verklaart Caesars haastig uit Italië overgekomen zwager, Theobaldus Vibertie, oud 43 jaar, gehuwd met Francisca Machetti en wonende te Dracomery (Italië), voor de magistraat van Bolsward, hoe Caesar in brieven met onjuiste inlichtingen door Hercules is bedrogen”. Maar alle latere pogingen om de verkoop ongedaan te maken, lopen op niets uit. In 1658 reist Caesars enige zoon Claudius, dan al ver in de zestig, met uitgebreide aanbevelingsbrieven en verzoekschriften van de stad Bolsward, nog eens naar Italië in een poging wat van de vroegere bezittingen terug te krijgen. Hij komt nooit terug, volgens Belonje en Dijkstra vermoord door middel van een vergiftigde pastei!--henk 08:47, 10 November 2012 (EST)


Ceasar Mazetti [10 November 2012]

http://www.vanderhauw.eu/stamboom/gen_hauw/m/mazzetti%20(de%20machet%20of%20machetti)/cae1064673192/l_1064673192.html--henk 08:48, 10 November 2012 (EST)