Family:Jan Rosema and Sytske Willemsen (1)

Watchers
Facts and Events
Marriage[1] 21 Sep 1878 Oldehove, Groningen, Netherlands
Children
BirthDeath
1.
2.
15 Jan 1882
20 Jul 1882
3.
10 Oct 1883
4.
5.
26 Apr 1893
10 Sep 1893

Op 23 februari 1877 vond de aanbesteding plaats voor de bouw van een Sigarenfabriek met directeurswoning en acht dienstwoningen, gelegen tussen De Gast en de Boslaan en grenzend aan het huidig Bospad langs de spoorlijn. In dat jaar vond ook de sloop plaats van de Hanckemaborg. Directeuren waren de heren Rosema en Tonckens, waarvan eerstgenoemde woonde in de nog aanwezige villa aan de Gast. Bekend is dat de fabriek zijn grootste bloeiperiode heeft gehad in de jaren 1890 – 1900 met een personeelsbestand van ca. 50 man.

Image:SigarenfabriekZuidhorn.jpg

Sigarenfabriek van Rosema en Tonckens, Zuidhorn

Het volgende interview geeft een aardig idee van de werkomstandigheden in de fabriek.

Vergadering van woensdag 25 maart 1891 Onderzoek omtrent de maatschappelijke toestanden der arbeiders, omtrent de verhoudingen tusschen werkgevers en arbeiders in de verschillende bedrijven en omtrent den toestand van fabrieken en werkplaatsen met het boog op de veiligheid en de gezondheid der werklieden, Ingesteld door de Staatscommissie , benoemd krachtens de wet van 10 januari 1890 (staatsblad no 1) (Tweede afdeeling ) Getuigen - Verhooren (Groningen)


Verhoor van Jan Rosema oud 39 jaren , sigarenfabrikant te Zuidhorn.

6431. De Voorzitter: Hoeveel werklieden hebt gij in dienst ? A. Ongeveer 50.

6432. V. Hoeveel daarvan houden zich met het eigenlijke sigarenmaken bezig? A. Vijfendertig.

6433. V. Behalve de sigarenmakers hebt gij sor­teerders ? A. Ja.

6434. V. Hebt gij ook werklieden, die zich al­leen met het kerven van tabak bezighouden ? A. Neen , daarvoor heb ik geen afzonderlijke werk­lieden. Dat gedeelte van het werk is van te weinig omvang.

6435. V. Welke zijn in uwe fabriek de dagelijk­sche werktijden ? A. Er wordt gewerkt : van 's morgens 6 uur tot 81/2 uur

"           "          9   "   "   12     "
"     's middags 1  "   "     3 ½  "
"          "            4 "   "     6

De tusechentijden zijn voor het schaften. Des win­ters beginnen wij met het aanbreken van den dag, maar dan wordt ook tot 's avonds 7 uur gewerkt.

6436. V. Hebben de werklieden in het middag­schaftuur tijd genoeg om thuis te gaan eten ? A. Ja, en die ver weg wonen gaan 10 minuten of een kwartiertje vroeger weg dan de anderen.

6437. V. Wordt er wel overwerk verricht ? A. Alleen door de sorteerder een enkel uur, maar zeer zelden.

6438. V. En nacht- en zondagswerk A. Nooit.

6439. V. Op welke wijze worden de loonen berekend ? A. Per duizend sigaren.

6440. V. Werkt bij u een sigarenmaker gewoonlijk met een jongen ? A. Ja.

6441. V. Hoeveel bedragen de loonen per duizend sigaren ? A. Twee gulden is het laagste en 5 gulden het hoogste ; het meest gewone bedrag is f 3 à f 3.50.

6442. V. Hoevele sigaren kan een bekwaam siga­renmaker met een jongen in de week maken? A. 3500 á 3700. Ik heb hier een lijstje van hetgeen in de vorige week bij mij verdiend is, en daaruit blijkt dat een sigarenmaker zonder jongen verdiend heeft f 12.30 en een ander ook zonder jongen f 3.50 , ter­wijl met een jongen verdiend werd f 12.30 , f 10.50 , f 10.20, enz.

6443. T. Hoe komt het loon van dien eenen sigarenmaker, die zonder jongen werkt, zoo hoog? A. Omdat hij de beste soort sigaren bewerkt , geen vorm- maar handwerk verricht, en dus zooveel meer per duizend krijgt.

6444. V. Degene, die f 3.50 verdient, is zeker een aankomeling? A. Juist.

6445. V. Hebt gij ook vrouwen of meisjes in dienst? A. Op de fabriek niet. Wel hebben wij vrouwen, die aan huis strippen.

6446. V. In hoever bemoeit gij u met de jongens van de sigarenmakers ? Zijn zij vrij de jongens mede te brengen , die zij willen? • A. Niet geheel; wij moeten er onze goedkeuring aan hechten.

6447. V. Bepaalt uwe controle zich tot het houden van toezicht, dat de jongens den vereischten leeftijd hebben en er knap uitzien? A. Ja, dat zij ordelijk zijn en geen rumoer maken.

6448. V. Zijn er gemakkelijk jongens te krijgen ? A. Ja wel.

6449. v. Worden de jongens door de sigarenmakers betaald ? A. Ja., daarmede bemoei ik mij niet.

6450. v. Hoeveel krijgt zulk een jongen in den regel ? A. f 2 á f 2.50 's weeks; de eerstbeginnenden zelfs iets minder. A. Twee gulden is het laagste en 5 gulden het hoogste ; het meest gewone bedrag is f 3 á f 3.50.

6442. V. Hoevele sigaren kan een bekwaam siga­renmaker met een jongen in de week maken? A. 3500 á 3700. Ik heb hier een lijstje van hetgeen in de vorige week bij mij verdiend is, en daaruit blijkt dat een sigarenmaker zonder jongen verdiend heeft f 12.30 en een ander ook zonder jongen f 3.50 , ter­wijl met een jongen verdiend werd f 12.30 , f 10.50 , f 10.20, enz.

6443. T. Hoe komt het loon van dien eenen sigarenmaker, die zonder jongen werkt, zoo hoog? A. Omdat hij de beste soort sigaren bewerkt , geen vorm- maar handwerk verricht, en dus zooveel meer per duizend krijgt.

6444. V. Degene, die f 3.50 verdient, is zeker een aankomeling? A. Juist.

6451. V. Is dat loon onafhankelijk van hetgeen de sigarenmaker zelf verdient ? A. Ja, de betaling is afhankelijk van de bekwaam­heid van den jongen.

6452. V. De jongen krijgt dus geen bepaald ge­deelte van het loon? A. Neen, het is een accoord tusschen den sigaren­maker en den jongen.

6453. V. Dat geldt de sigarenmakers. Hoe be­taalt gij uwe sorteerders A. Dezen krijgen 25 it 30 cents per duizend stuks.

6454. V. Hoeveel maken zij ongeveer in de week? A. De eerste sorteerder heeft de vorige week gehad f 9.00; een ander f 7.20; een derde f 6.25. De losse werkman heeft f 7 per week met vrije woning.

6455. V. Wat doet deze daarvoor? A. Tabak aanvochten, sorteeren en uitdeelen. 6456. V. Dat is dus eene soort van opzichter ? A. Neen, wij houden zelf het opzicht. Hij doet let werk , dat op andere fabrieken de meesterknecht misschien verricht.

6457. V. Strekt het toezicht, dat gij zelf houdt, zich uit tot het verdeelen der tabak ? A. Ja, maar het afwegen geschiedt door den los­sen werkman.

6458. V. Behoeven de sigarenmakers nooit op tabak te wachten ? A. Neen , daar wordt voor gezorgd.

6459. De heer Van Alphen: Geeft het geen ongenoegen tusschen de sigarenmakers, doordien die man soms partijdig te werk gaat? A. Neen.

6460. V. Is de man zoo hupsch in zijne hande­lingen? A. Ja. ik heb er ten minste nooit last mede.

6461. De Voorzitter: Hebt gij niet te klagen, dat de sigarenmakers soms te weinig uit de tabak maken ? A. Daarop wordt dagelijks toegezien. Wij tellen de tabak voor en zeggen : zooveel moet er uitkomen.

6465. V. Hoe oud zijn de jongens van de siga­renmakers in den regel? A. In den regel zijn zij 13 jaar, ook wel 12, maar die weren wij zooveel mogelijk en trachten ze naar school te krijgen.

6466. V. Wordt door u gevorderd, dat de jon­gens de school hebben bezocht? A. Wij vragen aan den onderwijzer een bewijs van den leeftijd, anders worden de jongens niet toe­gelaten.

6467. De heer Van Alphen: Maken de onderwij­zers bij de uitreiking van het bewijs van leeftijd wel eens de opmerking, dat de jongens de school slecht of in het geheel niet bezocht hebben ? A. Het schoolverzuim is bij ons zeer gering.

6468. De Voorzitter: Maken de jongens, die bij u werken , wel gebruik van het herhalingsonderwijs? A. Ja, vooral zij, die te Noordhorn wonen. Wij geven de jongens de gelegenheid daartoe door ze wat vroeger te laten loopen.

6469. De heer Van Alphen: Protesteeren de si­garenmakers daar wel eens tegen? Zij worden er toch door onthand? A. Ik heb er niet van gehoord; wij hebben weinig jongens, omdat de tabak buiten de fabriek gestript wordt

6410. De Voorzitter: Is aan uwe fabriek een ziekenfonds verbonden ? A. Ja.

6471. V. Hoe is dat ingericht ?   6462. V. Laat gij het strippen buiten de fabriek doen? d. Ja.

6463. V. Is dat huisarbeid? A. Het geschiedt door vrouwen bij haar aan huis , misschien werken er ook mannen aan mede. Het werk wordt per kilo betaald.

7464. V. Weet gij of er kinderen aan mede werken ? A. Ik denk het niet, want de menschen , die het doen hebben geene kinderen ; het zijn meestal lieden, die bij ons werken. A. Wij hebben een kort reglement. Alle sigaren­makers zijn verplicht lid van het fonds te worden. De leden, die gemiddeld meer dan f 5 in de week ver­dienen, betalen 10 cents contributie; zij die minder verdienen , doch meer dan f 2.50 , 5 cents, en de jon­gens kunnen naar eigen verkiezing voor 2 cents per Neek worden opgenomen. De eerste categorie ontvangt bij ziekte f 5 , de tweede categorie f 2.50, de jongens f 1 per week. Tevens blijft respectievelijk voor elke reeks bij ziekten f 2.50, f 1.25 en 50 cents staan boven de gewone uitkeering, om te dienen op afkorting van de rekening van den geneesheer. Indien iemand langer dan een week wegens ziekte verhinderd wordt te werken, heeft hij aanspraak op een uitkeering , be­rekend van den dag waarop hij ziek is geworden; doch mocht de ziekte langer dan 13 weken duren, dan houdt de uitkeering op. De administratie geschiedt door een der leden. De kas wordt door ons bewaard.

6472. V. Wie benoemt het lid dat de administratie voert? A. Een sorteerde wordt door de fabrikanten daar­toe aangewezen.

6473. Ir. Wordt de contributie wekelijks door u ingehouden? A. Niet door mij, maar door den bovenvermelden sorteerder, die gaart het geld op.

6474. V. Komt het fonds uit, of moet gij er bij leggen?  ' d. Het fonds komt altijd goed uit. In 1889 heb­ben de leden f 5.20 teruggekregen omdat er geen zieken waren geweest , in 1890 f 3. 1890 heeft ook een zeer gunstig resultaat opgeleverd ; de influenza heeft bij ons op de fabriek in het geheel niet geheerscht.

6475. V. Bestaat er, een pensioenfonds voor oude werklieden ? A. Neen.

7476. V. Wordt door de sigarenmakers wel ge­spaard? A. Jawel.

6477. V. In de Rijkspostspaarbank ? A. Neen, in de spaarbank van het Nut, waarvan ik mede-directeur ben ; er is daarom ook bij mij ge­legenheid om gelden intebrengen. Er zijn niet velen die sparen, maar één heeft toch al meer dan f 500 bespaard.

6478. V. Zijn er onder uwe werklieden, die een eigen woning hebben ? A. Neen , velen wonen in woningen van ons.

6483. V. Hoever ligt uwe fabriek van het dorp A. Vijf minuten.

6484. De heer Van Alphen: De huishuur wordt zeker wekelijks van het loon afgehouden? A. Ja.

6485. De Voorzitter: Hebt gij een fabrieksregle­ment ? A. Neen.

6486. V. Hoe lang te voren moet het werk wor­den opgezegd ? A. Daarvoor hebben wij geen vasten termijn , doch meestal zeggen wij het eene week vooruit. Er is ech­ter zeer weinig afwisseling onder de werklieden.

6487. V. Worden er wel boeten opgelegd? A. Ja , niet in geld echter. Als een sigarenmaker slechte sigaren gemaakt heeft, worden deze er door den sorteerder uitgeschoten. Dan moet de sigarenmaker ze op nieuw inbrengen.

6488. V. Hoe gaat dat uitschieten in zijn werk? Worden alleen die sigaren afgekeurd, waaraan men zien kan dat zij slecht zijn , of wordt , als een zeker aantal slecht is, eene zekere hoeveelheid afgekeurd? A. De uitgeschotene worden geteld en zooveel moet hij er weder maken. Soms ook zegt de chef : gij moet 'er 100 inbrengen , maar dat gebeurt zelden.

6489. V. Als zij het niet te bont maken , moeten zij er dus in den regel slechts zooveel bij maken, als afgekeurd zijn ? A. Ja. 6479. V. Zijn uwe woningen beter dan andere arbeiderswoningen? A. Zoowat hetzelfde.

6480. V. Is het er niet benauwd bij het strippen van de tabak ? A. Neen , zij zijn flink hoog van verdieping.

6481. V. Hoeveel huur ontvangt gij voor die wo­ningen? A. 75 cents per week, of f 39 in 't jaar.

6482. V. Zijn de werklieden er op gesteld in die woningen te wonen ? A. Jawel. Die bij ons willen werken, moeten er op rekenen. De huren in het •dorp zijn, voor zoover ik weet, in den regel hooger

6490. V. Worden er wel boeten opgelegd voor-te laat komen of voor kleine ongeregeldheden? A. Zelden ; bij v. wanneer iemand een ander schade berokkent, wordt hem door ons opgelegd den ander die schade te vergoeden.

6491. V. Wanneer betaalt gij de loonen uit ? A. 's Zaterdagavonds.

6492. V. Zijn uwe werklieden altijd goed bekwaam als zij op het werk komen ? A. Ja.

6493. V. Hebt gij nooit last gehad van maandag-houden ? A. Neen ; vroeger wel , dan bleven zij soms den halven maandag weg. Toen gaven wij hun zooveel minder werk, dat zij den volgenden keer wel op tijd kwamen.

6494. V. Is het gebruik van sterken drank in uwe fabriek verboden ? A. Ja.

6495. V. Is uwe verhouding tot' de werklieden gunstig; zijn er nooit moeilijkheden? A. Neen, zij is zeer gunstig.

6496. V. Zijn de werklied en over het geheel gezond? A. Dat bewijst het ziekenfonds.

6497. V. Is bij den bouw van uwe fabriek zoo-veel mogelijk gezorgd voor ventilatie ? A. Ja, er is een luchtkoker in de werkplaats.

6498. V. Wordt die geregeld gebruikt ? A. Die is altijd in gebruik; hij is bij wijze van schoorsteen ingericht en de kap is draaibaar om tocht te voorkomen; van dichtgooien kan natuurlijk geen sprake zijn.

6449. V.. Worden de lokalen geregeld schoon gemaakt ? A. Tweemalen daags worden zij aangeveegd , en eenmaal in het jaar schoongemaakt en gewit.

6500. V. Hoe dikwijls wordt de vloer gedweild ? A. Maar eens in het jaar.

6501. V. Hebt gij voldoende ruimte voor uw personeel? A. Ja wij hebben een groote ruimte.

6502. De heer Vau Alphen: Is de sigarenmakerij boven of gelijkvloers ? A. Gelijkvloers.

6503. V. Wat maken de vrouwtjes, die thuis strippen, zoo ongeveer in de week ? A. Er zijn er wel bij die twee gulden maken.

6504. V. Zijn. er veel vergunningen voor verkoop van sterken drank in de gemeente ? A. Niet zooveel.

6505. 1. Wordt er nog al gebruik van gemaakt? A. Niet heel veel.

6506. V. Door de week of des zondags het meest ? A. Zondag is het het drukst.

6507. V. Is dat boerenbezoek of van sigaren­makers ? A. Een boerenknecht komt al eens in de kroeg, een sigarenmaker ook al wel.

6508. V. Zeker meest jongelieden ? A. Ja, maar ik heb er toch geen klagen over.

6509. V. Gaat moeder de vrouw ook wel naar de kroeg ? A. Neen.

6510. De heer Beding Brouwer: Op welke wijze wordt uwe fabriek verwarmd? A. Met kachels. 6511. V. Is de lichamelijke ontwikkeling van de jongens op uwe fabriek nog al goed ? A. Men kan wel zien aan hun gelaatskleur dat zij een zittend leven leiden, en hunne spieren zijn niet erg ontwikkeld ; maar zij zijn blijkbaar altijd gezond.

6512. V. Hebt gij vele aanvragen van volwas­senen om bij u geplaatst te worden ? A. Wij kunnen ten minste gemakkelijk het volk , dat wij noodig hebben, krijgen. Die eenmaal bij ons zijn , gaan ook niet spoedig weg ; wij hebben werklieden, die 10, 11 , 12 en 13 jaren reeds bij (\ins arbeiden.

6513. V. Is het werk voor volwassen mannen moeilijk te leeren? A. Men moet jong beginnen ; op lateren leeftijd is het eigenlijk niet te leeren.

6514. De heer Van Swinderen: Hebt gij goed drinkwater bij de fabriek ? A. Ja.

6515. V. Ook bij de woningen ? A. Ja.

6516. V. Bestaan die woningen uit meer dan één vertrek ? A. Die bestaan in een vertrek met een gang, achter­huis en zolder.

6517. V. Is er een tuintje bij? A. Ja, voor het huis.

J. ROSEMA. J. D. VEEGENS. VAN ALPHEN. N. REELING BROUWER. 0. Q. Vert SWINDEREN. P. VAN NISPEN , Adj.-secretaris .

Verhoor van Koert de Vries, oud 31 jaren, sigarenmaker te Zuidhorn.

6518. De Voorzitter: Zijt gij in dienst bij den heer &mem ? A. Ja, sinds April 1879.

6519. V. Hebt gij een dagelijkschen werktijd van 10 uren ? A. Ik werk van 's morgens 6 tot 's avonds 6 uren , met 2 uren rusttijd daar tusschen.

6520. V. Hebt gij in den middagschafttijd ge­legenheid om thuis te gaan eten? A. Ja, de woningen van mijnheer staan achter de fabriek.

6521. V. Wordt er wel overwerk verricht ? A. Ja.

6522. V. Komt dat dikwijls voor ? A. Neen , vroeger — 2 jaren geleden — namen wij wel werk mede naar huis.

6523. V. Waar bestond dat werk in? In het gewone sigarenmaken in strippen , dat de vrouw doet? A. Neen , enkel het sigarenmaken en het maken van de wikkels; het dek er om slaan gebeurt aan huis.

6524. V. Gij zijt toch zeker getrouwd ? A. Ja.

6525. V. Doet uwe vrouw wel aan het strippen? A. Neen , maar er zijn toch vrouwen die het doen.

6526. V Wordt er wel 's nachts of 's zondags gewerkt? A. Neen, nooit.

6527. V. Werkt gij met een jongen ? A. Ja.

6528. V. Is dat met de meeste sigarenmakers het geval ? A. Vroeger wel , maar tegenwoordig niet meer.

6529. V. Welke is daarvan de reden ? A. Minder aftrek van sigaren. De patroon heeft de jongens, die er waren, aangehouden, maar geen nieuwe meer toegelaten. Ik ben zoo gelukkig nog met een jongen te werken, hetgeen veel voordeeliger is.

6530. V. Hoeveel sigaren maakt gij met dien jongen per week? A. 3200 á 3300 stuks.

6531. V. Hoeveel ontvangt gij per duizend ? A. f 3.50.

6532. V. Ontvangt gij altijd f 3.50, of dit af van de soort van sigaren, die gij maakt? Hangt A. Ja, maar f 3.50 is voor mij het gewone loon.

6583. V. Is dat zoowat het meeste , wat een sigarenmaker per week ontvangt ? A. Ja, de anderen ontvangen meestal minder.

6534. V. Hoeveel betaalt gij aan den jongen ? A. f 2.00.

6535. V. Kan men daar een goeden jongen voor krijgen ? A. Bij ons wel.

6536. V. Hoe oud is uw jongen ? A.     16 jaar.

6537. V. De sigarenmakers zijn, zooals gij zegt, bij den heer Rosema niet vrij om een jongen te nemen; maar wanneer hun dit wordt toegestaan , kiezen zij den jongen zeker zelf uit? A. Ja, wij zoeken een jongen op.

6538. V. Let de patroon er dan alleen op of de jongen den vereischten leeftijd heeft en of hij er knap uitziet ?

379 6539. T. Is het hem verder hetzelfde wien gij neemt ? A. Ja.

6540. V. De jongen wordt door u betaald? A. Ja.

6541. I-. Is onder die 3200 a 3300 sigaren, die gij in de week maakt, het overwerk begrepen? A. Ja , daar is alles bij.

6542. T. Zijt gij goed tegen het werk bestand ? Zijt gij altijd gezond ? A. Tegenwoordig wel.

6543. V. Vroeger minder ? A. Vroeger heb ik er wel eens last van gehad. 6544. V. Kondt gij niet tegen het stof ? A. De dokter heeft mij niet medegedeeld of het daarvan kwam.

6545. V. Hebt gij wel eens uit het ziekenfonds getrokken ? A. Ja.

6546. V. Het ziekenfonds strekt zich immers al­leen uit tot de werklieden van de fabriek, niet tot hunne vrouwen en kinderen ? A. Het is alleen voor degenen , die op de fabriek werkzaam zijn.

6547. V. Er bestaat te Zuidhorn een ander zie­kenfonds. Is uwe vrouw daar lid van ? A. Mijn vrouw is geen lid van een ziekenfonds.

6548. V. Hebt gij in de fabriek een goed, frisch lokaal ? 6552. V. Wordt er • wel over tocht geklaagd? A. Bij zomerdag, als de ramen tegenover elkander open staan , wel. In het midden van het lokaal zijn ramen , die opengedraaid kunnen worden.

6553. V. Worden er in de fabriek wel boeten op­gelegd? A. Neen.

6554. V. Hoe gaat het, wanneer er slecht werk gemaakt is? A. De eerste maal wordt men gewaarschuwd. Den volgenden dag moet men de sigaren laten kijken. Als het dikwijls gebeurt, dat er slecht werk geleverd wordt, krijgt men natuurlijk zijn ontslag.

6555. V. Wanneer er slechte sigaren bij zijn , worden die zeker uitgeschoten? A. Ja.

6556. V. Bepaalt zich dit tot de sigaren, die slecht bevonden zijn , of worden er meer uitgeschoten? A. Dat kan ik niet zeggen , ik heb er nooit last van gehad.

6557. V. Hebt gij nooit van anderen gehoord dat bijvoorbeeld een geheel raam werd afgekeurd ? A. Neen.

6558. V. Behoeven de sigarenmakers nooit op tabak te wachten ? A. Neen.

6559. V. Wordt de tabak door een sorteerder uitgedeeld ? A. Daarvoor is een man. 6560. V. Wordt u opgegeven hoeveel sigaren gij er uit moet maken? A. Ja.

6549. V. Is het ruim ? A. Wij hebben een groot lokaal.

6550. V. Werkt de ventilatie goed ? Er is immers een luchtkoker ? A. Ja, gisteren is Dr. Boerma er nog geweest en ik kon wel aan zijne bewegingen zien, dat hij tevreden was.

6551. V. Kunt gij zelf ook bemerken, dat de lucht frisch is? A. Jawel. A. Neen.

6561. V. Wordt er niet wel eens wat ruw met de tabak omgesprongen ? A. Ja, dat gebeurt wel eens.

6562. V. Heerscht er een goede toon op de fabriek ? Wordt er niet gevloekt ? A. Dat gebeurt wel; er staat geen mensch bij die het verbieden kan.

6563. V. Kunt gij , die een bedaard werkman zijt, dit niet tegengaan? A. Dat zou mij zeker kwalijk worden genomen, ik durf het er tenminste niet op wagen.

6564. De heer Van Alphen: Gaan de patroon of de bazen wel eens wat ruw te werk ? A. Neen, dat gaat heel goed.

6565. De heer Van Swinderen: Gij woont in een huisje van den patroon, niet waar ? A. Ja.

6566. V. Hoeveel huur moet gij daarvoor betalen ? A. 75 cents in week.

6567. V. Hoeveel vertrekken hebt gij daarvoor ? A, Een kamer, een achterruimte gewoon onder dak, zonder vloer, waar mijn vrouw het werk doet, een zolder en een klein tuintje..

6568. V. Is er goed drinkwater ? A. Wij hebben een beste pomp voor de, acht woningen.

6569. V. Is er bij de fabriek ook een goede pomp ? A. Ja.

6570. V. Is de fabriek hoog van verdieping? A. Ja.

6571. V. En alles is gelijkvloers ? A. Ja.

K. DE VRIES. J. D. VEEGENS. VAN ALPHEN. N. REELING BROUWER. 0. Q. VAN SWINDEREN. P. VAN NISPEN, Adj.-secretaris.

Image Gallery
References
  1. Huwelijken, in Oldehove, Groningen, Netherlands. Burgerlijke Stand
    Akte 20, 1878.
  2.   Zuidhorn in beeld, in De sigarenfabriek Rosema, Tonckens en Co.
    https://zuidhorninbeeld.nl/zuidhorn-vroeger/videos-uit-de-jaren-60/de-sigarenfabriek/.