Person:Zweder van Heenvliet (1)

Watchers
Ridder Zweder van Heenvliet, van Blijdesteijn
m. Abt 1360
  1. Ridder Zweder van Heenvliet, van BlijdesteijnAbt 1362 - Bef 1423
m. Bef 1389
m. Abt 1396
  1. Maria Zweders van HeenvlietAbt 1395 - 1456
m. Aft 1406
Facts and Events
Name[1] Ridder Zweder van Heenvliet, van Blijdesteijn
Gender Male
Birth[1] Abt 1362 Geervliet, Zuid-Holland, Netherlands
Marriage Bef 1389 to Margriet Jansdr van Groeneveld
Marriage Abt 1396 to Elisabeth Jans van Cattendijke
Marriage Aft 1406 to Sophia Gerrit Jansdr van Abbenbroek
Occupation[1][2] baljuw van West Voorne, Heer op Bleijdenstein
Death[2] Bef 5 Feb 1423 Geervliet, Zuid-Holland, Netherlands
References
  1. 1.0 1.1 1.2 Biografie, in Molhuysen, P. C (Philip Christiaan), and P. J. (Petrus Johannes) Blok. Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. (Leiden: A.W. Sijthoff, 1911-1937)
    IX, 1933.

    HEENVLIET (Zweder van), heer op Blijdesteyn (onder Heenvliet), geb. omstr. 1362, overl. na 1418, zoon van Jan en van Alyd van Borsselen, broeder van Jan (1).
    19 April 1387 bepaalde hertog Albrecht, dat wanneer Jan v.H., broeder van Zweder, zonder wettig mannelijk oir kwam te sterven, alsdan Kattendijke aan Zweder komen zou (v. Mieris, III, 472). In 1396, als 's Graven baljuw van Texel, neemt Zweder deel aan den eersten tocht naar Friesland; volgens het Wapenboek van Lion voerde hij het eenvoudige wapen zonder brisure. Hij krijgt in dien tijd bevel ‘dat hi alle scepe van Campen ende van den Bosch, die van Sconen quamen, toeven soude van mijns heren wegen’. Evenzoo alle schepen die in het Marsdiep lagen (E. Verwijs, De oorlogen van hertog Albrecht
    met de Friezen, LXVII en 145). Ook 22 Aug. 1399 zien wij hem in de rekening van Willem van den Coulster vermeld (a.v. 302). 16 Nov. 1411 maakt hij aanspraak op de voogdij der kinderen van zijn broeder Jan, maar ofschoon hij die goederen reeds eenigen tijd in goede orde had bestuurd, vindt hertog Willem het beter die voogdij aan Laurens van Cats toe te kennen (van Mieris, IV, 191). In 1415 en 1416 wordt hij vermeld bij de onlusten die te Brielle plaats vonden; met Philips van Wassenaer, burggraaf van Leiden en raad van hertog Willem, onderzocht hij de bezwaren, die bij enkelen tegen het gewezen vonnis waren geopperd (Navorscher XLV, 615-620). In 1418 verkocht hij zijn huis Blijdesteyn aan zijn neef Jan (2) v.H. van Capelle voor een lijftocht, maar verder wordt hij niet meer vermeld.
    Hij huwde Margaretha van Groenevelt, vermeld van 1368 tot 1395, dood in 1396, dochter van Jan en van Elisabeth van Putten (Reg. Lib. IV, fol. 300, Rijksarchief). Daarna is hij in 1396 hertrouwd met Elisabeth van Kattendijke. Ofschoon van Gouthoeven zegt dat hij kinderloos overleed (p. 182) is er 1397 sprake van een kind van Zweder (Reg. Lib. V, fol. 276vo. Rijksarch.). Smallegange (p. 723) vermeldt dan ook een dochter.
    Zie: J.W. des Tombe in Navorscher (1904), 632, 633; over Blijdesteyn iets in Craandijk, Wandel. door Nederl. (1888), Zuid-Holland, 203; Mdbl. Ned. Leeuw XLI, 325.

  2. 2.0 2.1 De Nederlandsche Leeuw. ('s-Gravenhage: Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde)
    273-275, 1972.