Person:Jurjen Dijkhuis (2)

Watchers
     
Jurjen Johannes Dijkhuis
m. 29 Oct 1914
  1. Jurjen Johannes Dijkhuis1915 - 1944
Facts and Events
Name Jurjen Johannes Dijkhuis
Gender Male
Birth? 4 Jun 1915 Hengelo, Gelderland, Netherlands
Death? 9 Nov 1944 Melbourne, Victoria, Australia
Burial[1] Cheltenham, Victoria, AustraliaNew General Cemetery

Jurjen rondde in Groningen zijn MULO-opleiding af. Voor zijn nummer kwam hij in januari 1935 terecht bij het tweede Regiment Veldartillerie. (2 R.V.A.). Hier was hij bij de schoolmeetafdeling. Dit duurde tot juli 1935, waarna hij met 'groot verlof' werd gestuurd. Hij was vervolgens een tijdlang werkzaam in het hotelwezen. Jurjen trouwde eind jaren dertig met Johanna Catharina van Kan ( *9 mei 1916) en uit dit huwelijk is in Delft een zoon geboren: Theodorus Gerardus Dijkhuis (27 mei 1939-2008). Vanwege "grote familiaire problemen" sloot Jurjen zich op 23 maart 1939 aan bij het Vreemdelingenlegioen. Hij kreeg als Anti-Tankschutter zijn opleiding in het Noord-Afrikaanse Saida en Sidi Bel Abbes. In oktober 1939 ging hij vrijwillig over naar het Franse leger en lag tot maart 1940 aan het front bij de Maginotlinie. Vervolgens ging hij in april 1940 met het Franse expeditiekorps naar Noorwegen en heeft daar actief deelgenomen aan o.a. de verovering van Narvik. In juni 1940 werd hij met de geallieerde troepen geëvacueerd en naar Engeland overgebracht. Hier weigerde hij om opnieuw voor het Vreemdelingenlegioen van Generaal de Gaulle te tekenen en werd als gevolg daarvan in The Hayes Camp in Riply (Derbyshire) geïnterneerd. Jurjen diende een verzoek (request) in bij Koningin Wilhelmina, teneinde in dienst te mogen komen bij het Nederlandse Legioen. Op 16 september 1940 werd hij door een hem onbekende kapitein van het Nederlandsche Leger bezocht welke hem naar zijn wensen vroeg. Hij deelde Jurjen tevens mee dat "hij er voor zorg zou dragen dat requestrant dienst kon nemen in het Nederlandsche Legioen en verklaarde dat requestant zijn Nederlandse Nationaliteit, die hij volgens de wet op het Nederlanderschap door zijn dienst in het Fransche Leger had verloren door zijn dienstneming in het Nederlandsche Legioen, weer kon verkrijgen." Jurjen werd op 14 januari 1940 te Congleton ingedeeld bij de Subsistenten-Compagnie van het 1e Bataljon Koninklijke Nederlandsche Brigade te Engeland.

Na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941, was de Nederlandse regering zich ervan bewust dat Indonesië ook snel het doelwit zou worden van de Japanners. Door een gebrek aan beroepsofficieren stuurde de gouverneur uit Nederlands Indië, op verzoek van de Nederlandse regering in Londen, met enige tegenzin vijf man ('Baboenen') naar Wolverhampton. Nadat de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor door de Japanners was vernietigd, wilden dit vijftal terstond terug met medeneming van het strijdbare gedeelte van de Brigade, in hoofdzaak het 1e bataljon. De commandant Van Voorst Evekink had hier wel oren naar en diende een rekest in.

Dit verzoek werd door de regering aangenomen, maar de manschappen hadden daarin geen enkele interesse. Zij wilden Europa bevrijdden en geen Nederlands Indië. De minister van Oorlog begreep dat er moeilijkheden waren en sprak in het kamp de manschappen toe. Hij beschouwde iedereen als vrijwilliger. Artikel 184 van de de grondwet verbood echter gedwongen uitzending. Velen deden een beroep op dit artikel en stelden zich niet beschikbaar. Prins Bernhard kwam bemiddelen en bracht tevens het bericht van Koningin Wilhelmina over: 'De koningin wil dat u naar Indië gaat!'. Het gemor bedaarde en mede op haar aandrang stelden zich een groter aantal van de staf en het 2e bataljon zich wel beschikbaar.

Het 154 man tellende detachement, inclusief de commandant was samengesteld uit: 19 officieren, 37 onderofficieren, 28 korporaals en 70 soldaten. Jurjen meldde zich ook aan om zijn 'vaderland' te helpen bevrijden van de Japanners.

Binnen een paar maanden wist Japan zich inderdaad in korte tijd meester te maken van het Nederlandse koloniale eilandenrijk. Op 8 maart 1942 capituleerde Nederlands Oost-Indië, waarna de meeste Nederlanders door de Japanners in kampen werden geïnterneerd.

We scheepten ons te Glasgow op 6 januari 1942 in op het koopvaardijschip "Colombia" van de K.N.S.M. dat tot onderzeeboot moederschip was omgebouwd. Ook de toenmalige brigadecommandant Kolonel D.D.van Voorst Evekink ging mee, samen met zijn hond "Boef". We waren een belangrijk schip, omdat het ruim vol lag met torpedo's ten behoeve van onze duikboten in het verre oosten (Britse en Amerikaanse torpedo's pasten niet in onze lanceerbuizen want die hadden een ander kaliber) vandaar dat onze plaats midden in het gevormde konvooi was.

Midden op de Atlantische Oceaan werd ons konvooi opgemerkt door een Focke Wulf verkenningsvliegtuig van de Duitsers. Pogingen om met afweergeschut (o.m. van de Nederlandse oorlogsbodem "Heemskerck") het vliegtuig neer te halen, mislukten. Het gevolg bleef niet uit - enkele dagen later werden we aangevallen door Duitse duikboten. Vlak voor het Nederlandse koopvaardijschip "De Achterkerk" dook zo'n. duikboot op. De kapitein van de Achterkerk liet zich deze kans niet ontnemen en ramde met volle kracht deze duikboot die daarop rechtstandig in de diepte verdween. De aanval werd toen afgebroken.'

Op 6 januari vertrok het detachement met de trein vanuit Wolverhampton naar Gourrock in Schotland, waar het een dag later inscheepte aan boord van de Hr. M.S. "Columbia", een omgebouwd passagiers schip - als onderzeeboot moederschip - van de Kon. Marine. Dit alles onder commando van kapitein ter zee Hoecke.

In konvooi varende zette de Columbia via de Golf van Biskaje, Freetown en Kaapstad koers naar Nederlands-Indië. Ze hebben twee maanden over deze tocht gedaan, wat zeker geen sinecure was in 1942. Een van de gevaarlijkst periodes wat betreft de zeeoorlog. Duitse U boten lagen alom op de loer.

'Bij het van boord gaan in Colombo viel de scheepskist uit de handen van de adjudant van de commandant en die bleek toen gevuld te zijn met damesondergoed.'

'De commandant en zijn hond Boef zouden voorop gaan in de strijd. Wij gekscheerden: "Dan gaan er twee boeven!'

Ten gevolge van de naderende capitulatie van Nederlands-Indië kon het schip dat land niet meer bereiken en werd het naar Ceylon (het tegenwoordige Sri Lanka)gedirigeerd. Het detachement kwam op 7 maart 1942, de dag dat Indië was gevallen, in Colombo aan. Aanvankelijk stelde de Nederlandse Bevelhebber Strijdkrachten in het Oosten, admiraal Helfrich, aan Londen voor, dat het Prinses Irene detachement zijner inzicht het best naar Engeland kon worden teruggezonden. In Londen dacht men er echter anders over! Er moesten commando's worden opgeleid om ingezet te worden in het door de Japanners bezette Nederlands Indië. Voormalig Brigadecommandant Van Voorst Evekink keerde echter op 10 juni 1942 weer terug naar Engeland, alwaar hij een andere functie kreeg. Ondertussen 'kampeerden' de manschappen op 13 verschillende Nederlandse schepen.

Korps Insulinde in 1942 te Nieuw Guinea (bron: NIMH)

Op 10 maart 1942 wordt besloten om de mannen een commando-opleiding bij de Britten in India te laten volgen. Uiteindelijk blijken van het detachement ongeveer 40 man geschikt en bereid om de commando-opleiding te gaan volgen. Na aanvankelijk eerst de naam Netherlands Special Organisation te hebben, wordt de nieuw geformeerde eenheid vanaf 1 augustus 1942 omgedoopt in Korps Insulinde. Eind 1942 zijn de opgeleide commando’s gereed voor inzet. In april 1943 worden enkele landingen uitgevoerd op de westkust van Noord-Sumatra. Daarna breekt een periode tot het voorjaar van 1944 aan waarin geen toestemming wordt gegeven voor allerlei voorbereide operaties. In deze periode blijft men wel intensief trainen en worden enkele Indonesische en Chinese geheime agenten opgeleid. Tussen april en juni 1944 worden verkenningen uitgevoerd op de west- en oostkust van Noord-Sumatra. In juli 1945 worden teams voor een permanent verblijf per boot en parachute ingezet op Sumatra. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 krijgen de teams opdracht om contact te leggen met de Japanse autoriteiten om inlichtingen te verzamelen over de internerings- en krijgsgevangenenkampen. Meerdere teams worden als versterking ook meteen ingezet om snel zo veel mogelijk kampen te bereiken, teneinde de mensen daar te verzorgen, te beschermen, hun evacuatie voor te bereiden en deze te ondersteunen. Inmiddels is de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië door Soekarno uitgeroepen en vinden enkele weken later de eerste gewapende schermutselingen plaats. Uit angst voor escalatie geven de Britten de Nederlandse commando’s op Sumatra de opdracht om zich terug te trekken naar Ceylon. In maart 1946 wordt het Korps Insulinde opgeheven.

Jurjen maakte officieus al deel uit van Korps Insulinde, vanaf 19 juni 1942 en werd gedetacheerd bij het K.N.I.L. Op 20 augustus 1942 vertrok hij per ms Rembrandt naar Australië, waar hij op 13 september aankwam. Hier werd hij op 7 november 1942 overgeplaatst naar de 1e Compagnie van de zgn. Netherlands East Indies. Zodoende kwam hij ook uit bij operaties bij Marouke in Nieuw-Guinea, om tenslotte op 17 september 1943 overgeplaatst te worden naar het Detachement Melbourne. Jurjen is daar op 9 november 1944 in het plaatselijke ziekenhuis overleden aan een maagaandoening. Zijn vrienden uit het Ceylon-detachement, Dulcie en Bernard Knuppe en C. J. Laus uit het Gelderse Meteren, hebben deze "patient sufferer" de laatste levensmaanden liefdevol bijgestaan. De voornamen van eerstgenoemde broers staan ook vermeld op de plaquette op het graf van Jurjen. Abusievelijk staat daarop als geboorteplaats Delft i.p.v. Hengelo.

References
  1. Graf Jurjen Johannes Dijkhuis.