Person:Jan III van Egmont (1)

Jan III van Egmont, Graaf van Egmond
m. 22 Jan 1437
  1. Jan III van Egmont, Graaf van Egmond1438 - 1516
  2. Frederik van Egmond, Graaf van Buren en Leerdam, Heer van IJsselsteinAbt 1440 - 1521
m. 1484
  1. Walburga van Egmont1490 - 1529
  2. Jan IV van Egmont1499 - 1528
  3. George van EgmondAbt 1504 - 1559
Facts and Events
Name[2] Jan III van Egmont, Graaf van Egmond
Alt Name John III of Egmont
Alt Name Jan I van Egmond, Graaf van Egmond
Alt Name Jan III van Egmond, Heer van Egmond
Gender Male
Birth[1][2] 3 Apr 1438 Hattem, Gelderland, Netherlands
Marriage 1484 to Magdalena van Werdenburg
Death[1][2] 21 Aug 1516 Egmond aan de Hoef, Noord-Holland, Netherlands
Reference Number? Q1694751?


the text in this section is copied from an article in Wikipedia

John III of Egmont (or Egmond) (Hattem, 3 April 1438 – Egmond, 21 August 1516) was first Count of Egmont, Lord of Baer, Lathum, Hoogwoude, Aarstwoude, Purmerend, Purmerland and Ilpendam, and Stadtholder of Holland, Zeeland and West-Friesland.

This page uses content from the English Wikipedia. The original content was at John III of Egmont. The list of authors can be seen in the page history. As with WeRelate, the content of Wikipedia is available under the Creative Commons Attribution/Share-Alike License.
References
  1. 1.0 1.1 John III of Egmont, in Wikipedia: The Free Encyclopedia.
  2. 2.0 2.1 2.2 .

    Jan III van Egmont, (Hattem, 3 april 1438 – Egmond, 21 augustus 1516), bijgenaamd Manke Jan, was heer van Egmont, Baer, Lathum, Hoogwoude en Aarstwoude en heer van Purmerend, Purmerland en Ilpendam. Hij was ook stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland.

    Jan was de oudste zoon van Willem IV van Egmont en Walburga van Meurs. Zijn vader was de jongere broer en voornaamste raadgever van Arnold van Egmont, hertog van Gelre.
    Net als zijn vader steunde Jan van Egmont de Bourgondisch-Habsburgse vorsten in de strijd om het hertogdom Gelre. Toen de Bourgondische hertog Karel de Stoute in 1473 de macht in Gelre verwierf, stelde hij Jan aan als baljuw van Zutphen. In 1474 werd hij tevens tot baljuw van West-Friesland benoemd. Eind juni 1474 werd hij bovendien gouverneur van Arnhem.
    Omwille van zijn leiderschap van de Kabeljauwse factie (zie Hoeken en Kabeljauwen) werd Jan op 5 augustus 1483 door Maximiliaan I van Oostenrijk aangesteld als stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland, een functie die hij bleef vervullen tot 19 november 1515, de datum waarop hij ontslag nam.
    De goede verstandhouding met het Habsburgse huis bleek ook uit het huwelijk dat Jan in 1484 aanging met Magdalena van Werdenburg, een nicht van Maximiliaan van Oostenrijk. In 1486 werd Jan verheven tot graaf van Egmont. Dit hield in dat de heren van Egmont vanaf dat moment geen leenman meer waren van de graaf van Holland maar als rijksgraaf direct onder de keizer van het Heilige Roomse Rijk vielen. Hij werd in 1491 gekozen als ridder in de Orde van het Gulden Vlies.
    In november 1488 brak in zijn territoir een Hoekse opstand uit in navolging van het Vlaams verzet tegen het regentschap van Maximiliaan I. De Jonker Fransenoorlog breidde zich vanuit Zeeland uit naar het zuiden van Holland, waar vanuit Rotterdam plundertochten werden gehouden. Jan omsingelde de stad en zette de vaarwegen af, waarmee hij de rust in de omgeving herstelde. Toen de Hoeken ten slotte de stad ontruimden, achtervolgde hij hen naar Zeeland, waar hij hen versloeg en daarmee een einde maakte aan de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.
    In 1491 werd Jan geconfronteerd met een boerenopstand in West-Friesland. De opstandelingen hadden het voorzien op de hoge belastingen, die zij door de economische crisis niet meer konden opbrengen. Het lukte de stadhouder niet het oproer met vage beloftes te bezweren. De burgers van Alkmaar voegden zich in 1492 bij de boeren en samen veroverden ze Haarlem.
    Jan van Egmont riep de Hertog van Saksen te hulp. Deze stuurde een leger onder Witwolt von Schaumburg, dat de Westfriezen in Heemskerk in de pan hakte. Deze episode wordt de opstand van het Kaas- en broodvolk genoemd.
    Enkele portretten van Jan van Egmont worden bewaard in het Rijksmuseum Amsterdam en het Centraal Museum te Utrecht. Een diptiek, geschilderd door de Meester van Alkmaar, waarop Jan samen met zijn echtgenote staat afgebeeld, wordt bewaard in het Metropolitan Museum of Art te New York.
    Jan van Egmont was de vader van bisschop George van Egmont van Utrecht.